P60, podium voor pop, cultuur en media te Amstelveen vormde woensdag 1 november het décor voor een bijeenkomst van de leden van het VNPF (Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals. Daar kwam ook nog eens bij dat er een heus debat werd georganiseerd met drie politici: Bruno Bruins van de VVD (Staatssecretaris van O, C en W), Nicolien van Vroonhoven van het CDA (Tweede-Kamerlid, woordvoerder belastingen van haar fractie, houdt zich verder bezig met cultuurbeleid en startende ondernemers) en Arda Gerkens van de SP (Tweede-Kamerlid, schrijfster van de Popnota: ‘Oorstrelend en Hartveroverend’).
Eigenlijk moest John Leerdam van de PvdA ook nog aanschuiven, maar die kon op het laatste moment toch niet komen. De rode draad in de discussie werd gevormd door drie kernpunten, waar bands en artiesten mee te maken hebben: live podia, de platen/muziekmaatschappijen en de media. Voor elk van deze drie onderwerpen was een deskundige uit het veld aanwezig. Guus van Hove van 013 Tilburg, Ferry Roseboom van Excelsior Recordings en Gerard J. Walhof, hoofd VPRO radio bij 3FM. Maar het meest gevallen woord was, zoals altijd: geld. Moet er meer of minder geld beschikbaar komen voor de popsector?
Het komt er op neer dat de SP meer beleid wil, dat de VVD de vrije marktwerking als ijkpunt ziet voor bands (en daarbij geen rekening houdt met de alternatieve popsector) en dat het CDA schippert tussen beleid en onwetendheid.
Nicolien van Vroonhoven van het CDA vindt het niet goed dat veel gemeenten een poppodium neer willen zetten uit prestigieuze overwegingen, om de stad zo aantrekkelijk te maken. “Dat moet je niet doen als je het niet zeker weet dat je het niet vol krijgt.” Dat klinkt gewichtig, maar is het niet zo dat het CDA juist in veel gemeenten bestuurt? “Ja, dat is inderdaad zo.”
Arda Gerkens (SP), schrijfster van de Popnota en pleitbezorger voor beleid in de popcultuur, beaamt: “Iedere stad heeft een andere situatie. Laten we de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten, red.) eens onderzoeken wat er is gebeurd bij die podia waar het mis is gegaan. Het Patronaat in Haarlem is een goed voorbeeld. Het programma is goed, de bezoekersaantallen lopen goed, en toch ging het daar fout. Dat ligt aan diverse factoren, het zou goed zijn om dat op een rijtje te zetten. Patronaat klopt nu bij de gemeente aan, terwijl Haarlem zelf ook praktisch failliet is. Gemeente moet meer cultuurbeleid voeren, en daar hoort pop bij.”
Iemand die dat aan den lijve heeft ondervonden, is Guus van Hove van 013: “Ik wil een oproep doen aan gemeentebesturen. De theatersector krijgt bijvoorbeeld niet alleen geld voor een gebouw, maar ook voor programmering. Qua budget wil ik me niet aanmerken als klager, maar wat men nog al eens vergeet, is dat je zo’n nieuwbouw popzaal moet vergelijken met een nieuw huis. Het kan een mooie badkamer hebben, maar je moet wel kunnen eten. Er moet een vervolgtraject komen voor jonge podia, dat moet op gemeentelijk niveau worden geregeld, maar ook via het Rijk.”
Van Vroonhoven van het CDA vindt dat het aanbod in de podiumkunsten in elk geval breed moet zijn. “Voor het CDA gaat het om pluriformiteit, zodat we niet alleen naar opera hoeven. Maar het kan niet zo zijn dat het aanbod en de vraag mismatchen. Ook als landelijke politiek moeten we daar naar kijken. Ik denk dat er een taak ligt dat we die aansluiting beter kunnen krijgen.”
De VVD vindt dat de podia zichzelf maar moeten kunnen bedruipen. Arda Gerkens, zelf ooit programmeur in De Koog in Noord-Scharwoude: “Je zult ook eerst moeten investeren. Neem zoiets als Bløf, toen zij in de Koog optraden in 1998 kwamen er misschien acht man op af. Zonder geld erbij hadden zij toen nooit kunnen optreden.” Siebe Weide van de NVPF: “Wil je geld verdienen aan popmuziek, dan moet je een Heineken Music Hall hebben, alles daaronder betekent: geld erbij leggen. Er zijn voorbeelden van bands die zich moeten ontwikkelen, de livepodia zijn de ontwikkelplekken.”
Maar dan vervolgt Bruins van de VVD: “Ik geloof dat je ruimte moet bieden voor bands zodat ze op meer podia kunnen optreden, ook de cafés.” CDA: “Gisteren is een vereenvoudiging in het belastingplan voor de artiestenregeling aangenomen. Dat is toch een mooi resultaat?” Daar moet Arda Gerkens toch even inspringen: “Nou, dat is alleen maar aangenomen voor de artiesten buiten Nederland die hier komen spelen. Als ik de steun had gekregen van het CDA voor de binnenlandse artiesten, ja dan zou het een vooruitgang zijn.” Vroonhoven: “O, is dat zo? Nou, dan wil ik er wel over nadenken.”
Eigenlijk moest John Leerdam van de PvdA ook nog aanschuiven, maar die kon op het laatste moment toch niet komen. De rode draad in de discussie werd gevormd door drie kernpunten, waar bands en artiesten mee te maken hebben: live podia, de platen/muziekmaatschappijen en de media. Voor elk van deze drie onderwerpen was een deskundige uit het veld aanwezig. Guus van Hove van 013 Tilburg, Ferry Roseboom van Excelsior Recordings en Gerard J. Walhof, hoofd VPRO radio bij 3FM. Maar het meest gevallen woord was, zoals altijd: geld. Moet er meer of minder geld beschikbaar komen voor de popsector?
Het komt er op neer dat de SP meer beleid wil, dat de VVD de vrije marktwerking als ijkpunt ziet voor bands (en daarbij geen rekening houdt met de alternatieve popsector) en dat het CDA schippert tussen beleid en onwetendheid.
Nicolien van Vroonhoven van het CDA vindt het niet goed dat veel gemeenten een poppodium neer willen zetten uit prestigieuze overwegingen, om de stad zo aantrekkelijk te maken. “Dat moet je niet doen als je het niet zeker weet dat je het niet vol krijgt.” Dat klinkt gewichtig, maar is het niet zo dat het CDA juist in veel gemeenten bestuurt? “Ja, dat is inderdaad zo.”
Arda Gerkens (SP), schrijfster van de Popnota en pleitbezorger voor beleid in de popcultuur, beaamt: “Iedere stad heeft een andere situatie. Laten we de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten, red.) eens onderzoeken wat er is gebeurd bij die podia waar het mis is gegaan. Het Patronaat in Haarlem is een goed voorbeeld. Het programma is goed, de bezoekersaantallen lopen goed, en toch ging het daar fout. Dat ligt aan diverse factoren, het zou goed zijn om dat op een rijtje te zetten. Patronaat klopt nu bij de gemeente aan, terwijl Haarlem zelf ook praktisch failliet is. Gemeente moet meer cultuurbeleid voeren, en daar hoort pop bij.”
Iemand die dat aan den lijve heeft ondervonden, is Guus van Hove van 013: “Ik wil een oproep doen aan gemeentebesturen. De theatersector krijgt bijvoorbeeld niet alleen geld voor een gebouw, maar ook voor programmering. Qua budget wil ik me niet aanmerken als klager, maar wat men nog al eens vergeet, is dat je zo’n nieuwbouw popzaal moet vergelijken met een nieuw huis. Het kan een mooie badkamer hebben, maar je moet wel kunnen eten. Er moet een vervolgtraject komen voor jonge podia, dat moet op gemeentelijk niveau worden geregeld, maar ook via het Rijk.”
Van Vroonhoven van het CDA vindt dat het aanbod in de podiumkunsten in elk geval breed moet zijn. “Voor het CDA gaat het om pluriformiteit, zodat we niet alleen naar opera hoeven. Maar het kan niet zo zijn dat het aanbod en de vraag mismatchen. Ook als landelijke politiek moeten we daar naar kijken. Ik denk dat er een taak ligt dat we die aansluiting beter kunnen krijgen.”
De VVD vindt dat de podia zichzelf maar moeten kunnen bedruipen. Arda Gerkens, zelf ooit programmeur in De Koog in Noord-Scharwoude: “Je zult ook eerst moeten investeren. Neem zoiets als Bløf, toen zij in de Koog optraden in 1998 kwamen er misschien acht man op af. Zonder geld erbij hadden zij toen nooit kunnen optreden.” Siebe Weide van de NVPF: “Wil je geld verdienen aan popmuziek, dan moet je een Heineken Music Hall hebben, alles daaronder betekent: geld erbij leggen. Er zijn voorbeelden van bands die zich moeten ontwikkelen, de livepodia zijn de ontwikkelplekken.”
Maar dan vervolgt Bruins van de VVD: “Ik geloof dat je ruimte moet bieden voor bands zodat ze op meer podia kunnen optreden, ook de cafés.” CDA: “Gisteren is een vereenvoudiging in het belastingplan voor de artiestenregeling aangenomen. Dat is toch een mooi resultaat?” Daar moet Arda Gerkens toch even inspringen: “Nou, dat is alleen maar aangenomen voor de artiesten buiten Nederland die hier komen spelen. Als ik de steun had gekregen van het CDA voor de binnenlandse artiesten, ja dan zou het een vooruitgang zijn.” Vroonhoven: “O, is dat zo? Nou, dan wil ik er wel over nadenken.”