SP en D66 hebben gezamenlijk kamervragen gesteld over de artiestenstatus van dj's. Beide partijen willen dat elke dj zich artiest kan noemen en dus gebruik kan maken van de belastingtechnisch aantrekkelijke artiestenregeling. Op dit moment bepaalt de belastingdienst aan de hand van onduidelijke criteria of een dj zichzelf wel of geen artiest mag noemen.
Tijdens het Amsterdam Dance Event kondigde Boris van der Ham van D66 aan namens beide partijen een motie in te dienen die het onderscheid tussen dj's moest afschaffen: "Als een dj geboekt wordt, moeten we hem als artiest beschouwen. Het is niet aan de politiek om daar inhoudelijk over te beslissen," aldus Van der Ham toen.
Twee dagen later leek Zalm nog voor de motie werd ingediend de benodigde wetsaanpassing daarvoor toe te zeggen. Maar uit de notulen van die vergadering bleek weer een week later juist het tegenovergestelde: Zalm deed niets anders dan het oplepelen van bestaande wetgeving, bevestigt een woordvoerder van het ministerie. De wet maakt onderscheid tussen dj's die de platen aan elkaar praten en volgens de wet feitelijk een soort van cabaretier zijn en de dj's die niets zeggen, maar wel een stadion in extase kunnen brengen door de ene plaat naadloos aan de andere te lassen. Die laatsten zijn volgens de wet slechts plaatjesdraaiers, die pronken met andermans veren en zichzelf geen artiest mogen noemen.
Met de kamervragen hopen SP en D66 Zalm alsnog een echte toezegging te ontlokken. De vragen gaan concreet in op de beslissingsbevoegdheid van de belastingdienst. Waarom bepaalt de belastingdienst of een dj artiest is of niet, terwijl dat voor alle andere artiesten door een deskundig orgaan gebeurt? Ook willen de partijen weten hoeveel een dj dan moet zeggen voor hij zichzelf artiest mag noemen. Is een simpel "dankjewel, jullie waren fantasisch" aan het einde van een optreden voldoende, of moet er echt een goede grap tussen twee platen zitten? En wie beoordeelt dat dan? Met de vragen onderstrepen beide kamerleden de bizarre situatie die op dit moment praktijk is.
Zalm moet de schriftelijke vragen binnen drie weken beantwoorden.
Tijdens het Amsterdam Dance Event kondigde Boris van der Ham van D66 aan namens beide partijen een motie in te dienen die het onderscheid tussen dj's moest afschaffen: "Als een dj geboekt wordt, moeten we hem als artiest beschouwen. Het is niet aan de politiek om daar inhoudelijk over te beslissen," aldus Van der Ham toen.
Twee dagen later leek Zalm nog voor de motie werd ingediend de benodigde wetsaanpassing daarvoor toe te zeggen. Maar uit de notulen van die vergadering bleek weer een week later juist het tegenovergestelde: Zalm deed niets anders dan het oplepelen van bestaande wetgeving, bevestigt een woordvoerder van het ministerie. De wet maakt onderscheid tussen dj's die de platen aan elkaar praten en volgens de wet feitelijk een soort van cabaretier zijn en de dj's die niets zeggen, maar wel een stadion in extase kunnen brengen door de ene plaat naadloos aan de andere te lassen. Die laatsten zijn volgens de wet slechts plaatjesdraaiers, die pronken met andermans veren en zichzelf geen artiest mogen noemen.
Met de kamervragen hopen SP en D66 Zalm alsnog een echte toezegging te ontlokken. De vragen gaan concreet in op de beslissingsbevoegdheid van de belastingdienst. Waarom bepaalt de belastingdienst of een dj artiest is of niet, terwijl dat voor alle andere artiesten door een deskundig orgaan gebeurt? Ook willen de partijen weten hoeveel een dj dan moet zeggen voor hij zichzelf artiest mag noemen. Is een simpel "dankjewel, jullie waren fantasisch" aan het einde van een optreden voldoende, of moet er echt een goede grap tussen twee platen zitten? En wie beoordeelt dat dan? Met de vragen onderstrepen beide kamerleden de bizarre situatie die op dit moment praktijk is.
Zalm moet de schriftelijke vragen binnen drie weken beantwoorden.