Als iemand sinds het begin van zijn muziekcarrière een eigen niche heeft gecreëerd, is dat wel Tom Waits. Niets en niemand klinkt zo zompig als Waits. Jazz en blues tot de enkels in het moeras en dan nog eens met een stem waarbij die van Louis Armstrong tot een castraat verbleekt. Drie compilaties van veel nieuwe en een paar oude, obscure tracks in één jasje, waarvan de één meer bluesy klinkt, de ander meer melancholisch en de derde meer experimenteel. Orphans: Brawlers, Bawlers & Bastard zijn de Albums van deze Week.
Leg een album van Billie Holiday op je draaitafel en verzwaar de naald met een baksteen. Brawlers laat Tom Waits horen van zijn bonkigste kant. De enige houvast voor de luisteraar zijn de bluesritmes of de rockriffs. Voor de rest is het zwemmen tussen de staccato gitaren, honkebonke drumbreaks, vuile licks van de blazers en de declamerende brul van woeste wolf Waits zelf. Het nummer 2:19 is een goed voorbeeld: onmiskenbaar is daar het bluesgevoel. Maar een bezopen mondharmonica, halve gitaarloopjes, een dronken basgitaar en accenten op keteldrums vullen elkaar zo bizar aan, dat het lijkt of Waits zijn muziek op een stoffige sampler maakt. Het is het typerende geluid van Tom Waits dat we kennen van zijn grote doorbraak Swordfishtrombones uit 1983.
Want op dat album brak Waits met de meer traditionele vorm van jazz en blues maken zoals hij daarvoor deed. Hij verving de nachtclubsfeer die hij tien jaar lang in de groeven van het vinyl had gekerfd door iets dat meer met voodoo te maken had dan de muziekindustrie van de jaren tachtig. Hier werd eigenlijk de cultfiguur Tom Waits geboren. Omdat hij geen artiest was die Nederland platliep, moesten we het doen met zijn rollen en bijrolletjes –vaak als barman- in diverse films.
Hoogtepunt daarvan is de zwarte komedie Down By Law waarin hij een aan lager wal geraakte radiopresentator in New Orleans speelt, die onschuldig in de gevangenis terechtkomt. Waits speelt nagenoeg zichzelf: lispelend, zwalkend en aan de drank. Waits blijkt ook nog eens vol humor te zitten. Het lijkt of Down By Law gemaakt is om de muziek van Waits in beeld te vatten. De verschijning Waits sprak bij drommen film- en muziekfreaks tot de verbeelding. Waits ging vervolgens gewoon verder met muziek maken. Of je vindt het mooi, of je hebt er niks mee.
Leg maar eens een album van Bruce Springsteen op je draaitafel en verzwaar de naald met een hooibaal. Bawlers is de melancholische kant van Tom Waits waarop hij zich een meester toont in het op muziek zetten van zijn kleine gedichtjes. Het instrumentarium is ongeveer hetzelfde als op Brawlers -drums (nu met kwastjes), staande bas, piano, gitaar en harmonica, alleen op Bawlers wordt het eenvoudiger en kaler ingezet. Daardoor is Bawlers een heel mooi melancholisch album om thuis te draaien als je net weer platzak en met een gebroken hart uit de kroeg komt.
Leg een album van Captain Beefheart op je draaitafel en verzwaar de naald met een lege whiskyfles. Bastards is nog veel vrijer, ongelikter en ongevormder dan Brawlers en Bawlers. Het is het album dat de kater heelt. Hier en daar niet meer dan de zalvende stem van acteur Waits. Alsof hij wil zeggen: Kop op, jongen! Rust nog even uit. Vanavond weer een avond. Jij en ik, mannetje. Gaan we weer zuipen. Naar de kroeg. Jij en ik. En dan beginnen we weer van voor af aan. Met Brawlers.
Zoals gezegd: Waits heeft zijn eigen hoekje en je houdt er van of je haat het. Orphans is een mooi drieluik van zijn werk. Dat is een mooie keus, want alle drie de cd’s zijn zeer consistent en daardoor prima als geheel te beluisteren. Het zou wat ver gaan om na een actieve muziekcarrière van 33 jaar Orphans ineens als een meesterwerk te bestempelen. Want dan zijn alle albums van Waits meesterwerken. Ach, what the hell … Orphans is een meesterwerk.
Een sampler van Orphans staat tijdelijk in de luisterpaal
Leg een album van Billie Holiday op je draaitafel en verzwaar de naald met een baksteen. Brawlers laat Tom Waits horen van zijn bonkigste kant. De enige houvast voor de luisteraar zijn de bluesritmes of de rockriffs. Voor de rest is het zwemmen tussen de staccato gitaren, honkebonke drumbreaks, vuile licks van de blazers en de declamerende brul van woeste wolf Waits zelf. Het nummer 2:19 is een goed voorbeeld: onmiskenbaar is daar het bluesgevoel. Maar een bezopen mondharmonica, halve gitaarloopjes, een dronken basgitaar en accenten op keteldrums vullen elkaar zo bizar aan, dat het lijkt of Waits zijn muziek op een stoffige sampler maakt. Het is het typerende geluid van Tom Waits dat we kennen van zijn grote doorbraak Swordfishtrombones uit 1983.
Want op dat album brak Waits met de meer traditionele vorm van jazz en blues maken zoals hij daarvoor deed. Hij verving de nachtclubsfeer die hij tien jaar lang in de groeven van het vinyl had gekerfd door iets dat meer met voodoo te maken had dan de muziekindustrie van de jaren tachtig. Hier werd eigenlijk de cultfiguur Tom Waits geboren. Omdat hij geen artiest was die Nederland platliep, moesten we het doen met zijn rollen en bijrolletjes –vaak als barman- in diverse films.
Hoogtepunt daarvan is de zwarte komedie Down By Law waarin hij een aan lager wal geraakte radiopresentator in New Orleans speelt, die onschuldig in de gevangenis terechtkomt. Waits speelt nagenoeg zichzelf: lispelend, zwalkend en aan de drank. Waits blijkt ook nog eens vol humor te zitten. Het lijkt of Down By Law gemaakt is om de muziek van Waits in beeld te vatten. De verschijning Waits sprak bij drommen film- en muziekfreaks tot de verbeelding. Waits ging vervolgens gewoon verder met muziek maken. Of je vindt het mooi, of je hebt er niks mee.
Leg maar eens een album van Bruce Springsteen op je draaitafel en verzwaar de naald met een hooibaal. Bawlers is de melancholische kant van Tom Waits waarop hij zich een meester toont in het op muziek zetten van zijn kleine gedichtjes. Het instrumentarium is ongeveer hetzelfde als op Brawlers -drums (nu met kwastjes), staande bas, piano, gitaar en harmonica, alleen op Bawlers wordt het eenvoudiger en kaler ingezet. Daardoor is Bawlers een heel mooi melancholisch album om thuis te draaien als je net weer platzak en met een gebroken hart uit de kroeg komt.
Leg een album van Captain Beefheart op je draaitafel en verzwaar de naald met een lege whiskyfles. Bastards is nog veel vrijer, ongelikter en ongevormder dan Brawlers en Bawlers. Het is het album dat de kater heelt. Hier en daar niet meer dan de zalvende stem van acteur Waits. Alsof hij wil zeggen: Kop op, jongen! Rust nog even uit. Vanavond weer een avond. Jij en ik, mannetje. Gaan we weer zuipen. Naar de kroeg. Jij en ik. En dan beginnen we weer van voor af aan. Met Brawlers.
Zoals gezegd: Waits heeft zijn eigen hoekje en je houdt er van of je haat het. Orphans is een mooi drieluik van zijn werk. Dat is een mooie keus, want alle drie de cd’s zijn zeer consistent en daardoor prima als geheel te beluisteren. Het zou wat ver gaan om na een actieve muziekcarrière van 33 jaar Orphans ineens als een meesterwerk te bestempelen. Want dan zijn alle albums van Waits meesterwerken. Ach, what the hell … Orphans is een meesterwerk.
Een sampler van Orphans staat tijdelijk in de luisterpaal