Undergroundmuziek van de jaren tachtig, dat is het onderwerp van het boek Club Risiko van journalist Fred de Vries. Afgelopen donderdag kwam zijn debuut als schrijver uit. “Gisteren kreeg ik de auteursexemplaren mee, toen liep ik met twee zware tassen door Amsterdam. Ik dacht wel: is dit het nou, deze tien boeken in twee plastic tasjes?” De Vries heeft veel tijd gestoken in dit project. Viereneenhalf jaar werkte hij aan het boek, dat in zeven hoofdstukken de underground in zeven wereldsteden behandelt: Berlijn, Parijs, New York, Johannesburg, Ljubljana, Amsterdam en Londen. “Dus je moet reizen, voorbereiden, interviews doen en uitschrijven. Dat is het meest vreselijke wat je je voor kunt stellen, interviews uitschrijven. Je zit natuurlijk vaak helemaal vast, je hebt veel te veel materiaal. Stapels en stapels interviews, waarvan je veel niet gebruikt,” vertelt De Vries.
Het probleem bij het schrijven was voor hem al snel duidelijk: “Ik vond de juiste stem niet. Het heeft drie jaar geduurd voordat dat lukte. Ik liet wat lezen aan een paar mensen en die vroegen: “Maar waar ben jij?” Ik dacht eerst nog: onzin, het is een journalistiek boek, ik bekijk het van buiten. Maar iedereen zei dat, dus op een gegeven moment had ik wel door dat ik mezelf er op een of andere manier in moest schrijven. Toen ik dat eenmaal deed, ging het vrij snel.” De kiem voor het boek ligt in de jeugd van De Vries. “Punk was mijn tijd. Vanaf 1976, ik was er vrij snel bij, tot midden jaren tachtig. Over punk is al ontzettend veel geschreven, maar als ik met mensen over de jaren tachtig praat, hebben ze het over Duran Duran, Depeche Mode. Er gebeurde juist ontzettend veel, er is heel veel mooie muziek gemaakt. Bands die hebben vastgehouden aan hun idealen, dat is ook verbonden aan die generatie. Ik wilde op een of andere manier laten zien dat die ‘verloren generatie’ toch ook wel belangrijke dingen heeft voortgebracht.”
Om punk van dichtbij mee te maken ging De Vries met vrienden naar Engeland, waar het volgens de Volkskrant ‘gebeurde’: “In de jaren zeventig kocht ik samen met de zanger van de band, mijn beste vriend, een paar keer een railticket naar Engeland. Zodra we in Dover aankwamen, kochten we de NME en keken we welke band waar speelde. Vandaag zus en zo in Leeds en dan de volgende dag naar Liverpool of Edinburgh. We zijn naar Stiff Little Fingers geweest, Angelic Upstarts, UK Subs.”
De punkscene in Rotterdam was volgens De Vries ook erg goed. Maar de keus tussen de twee subgroepen “Punk is verzet” of “Punk is een verzetje” kon hij toen niet maken. “Ik hoorde niet bij die funpunks, maar die andere groep, van ‘Punk is verzet’, vond ik ook al snel vervelend. Die gingen vooraan staan bij een band en draaiden hun rug naar de band toe, omdat ze vonden dat er geen gitaarsolo’s in mochten zitten. Dat werd al snel totalitair. Maar ik was ook een keer bij een concert waar ik een 11-jarig kraakpunkertje hoorde zeggen: “Vroeger zoop ik nog heel veel.” Er waren ook genoeg leuke mensen en leuke bands, die niet al te politiek dachten en ook niet te veel blowden.”
Wat was nu de aantrekkingskracht van punk in die tijd? De Vries: “Het was echt het schokeffect van hoe ze eruitzagen, in combinatie met de muziek. Je had toen al die progressieve, symfonische rock, Genesis en Yes. Ineens was daar die Johnny Rotten met die stekels en die gemene sneer en liedjes die drie minuten duurden. En The Ramones, die een beetje dommig uit hun hoofd staarden en teksten hadden als ‘Second verse, same as the first.’ De reactie van vorige generaties vond ik ook heel goed. De babyboomers die de hele tijd vertelden: ‘Dat is al een keer gedaan.’ Nou, wij doen het gewoon nog een keer.”
Luister naar het hele gesprek tussen Leonieke Daalder en Fred de Vries, waarin de journalist/schrijver verder vertelt over andere 80’s-subgroepen als skinheads en yuppen, zijn tijd als correspondent in Afrika en zijn geslaagde interview met de Sloveense ‘fake-fascisten’ van Laibach.
Schrijver Fred de Vries was geen funpunk
Journalist/schrijver van het boek Club Risiko in Ziel & Zaligheid
Fred de Vries is journalist en schrijver van het boek Club Risiko over undergroundmuziek in de jaren tachtig. Hij was er snel bij toen de punktijd begon in 1976, vertelt hij in Ziel & Zaligheid. “We kochten een railticket naar Engeland en keken in Dover meteen in de NME waar goede bands speelden.” Herinneringen aan die tijd brachten hem ertoe Club Risiko te schrijven, over de scene in zeven wereldsteden.