“Ik dacht eerst altijd: als ik van schrijven kan gaan leven, stop ik met juridisch werk,” zegt Onno Te Rijdt. “Op zich zou dat nu wel kunnen, maar ik ben erachter gekomen dat ik het wil blijven doen, al is het maar voor de afwisseling. Anders zit ik zeven dagen per week thuis achter de computer.” Te Rijdt weet zijn schrijverschap goed te combineren met een baan als jurist. Twee dagen per week zit hij op kantoor, maar met zijn verhalen is hij altijd bezig. Leonieke Daalder interviewde hem afgelopen week in Ziel en Zaligheid en draaide zijn favoriete platen.
Onno is geboren in Leiden maar bracht het grootste deel van zijn jeugd door in Hengelo. “Ik zeg zelf altijd dat het een heel geruisloze jeugd was. Die tijd gleed echt voorbij. Ik deed heel veel alleen, ik zat op mijn kamer altijd te lezen. Dat ging van avonturenseries als De Kameleon en Bob Evers naar Griekse en Romeinse mythologieën.” Rond zijn eindexamentijd viel hij voor de klassieke muziek. “Niet dat ik popmuziek niet goed vond, maar mijn hoofd zat zo vol met klassiek dat ik er niet aan toekwam. Bij de heftigste stukken van de opera’s van Wagner breekt het zweet me net zo goed uit als bij een heel dwingend popnummer.”
Onno studeerde af op internationaal recht, maar wilde daarna niet de juridische kant op. Hij ging naar Rome om filmgeschiedenis te studeren en hij wilde daar zijn geld verdienen met hockeyen, maar dat laatste ging niet door vanwege een regel van de Italiaanse hockeybond. Terug in Nederland is Onno toch maar als jurist aan de slag gegaan. “Ik heb toen veel non-fictie geschreven voor mijn proefschrift. Ik had alles uitgezocht over één bepaald onderwerp en toen kreeg ik echt een schrikbeeld van: als ik hier nog dertig jaar in moet werken, dan word ik gillend gek.” Bovendien scheurde hij twee keer achter elkaar zijn achillespees bij het hockeyen, waardoor hij halve dagen thuis zat. Toen is hij begonnen met het schrijven van fictie. “Ik wilde een semi-autobiografische roman schrijven, dus over een buitenlander die in Italië komt. De eerste veertig bladzijden had ik maar vast opgestuurd naar een uitgever en ik kreeg meteen een fax terug: ga zo door. Dus het ging van een leien dakje.”
Zijn tweede roman, Het Spel, werd genomineerd voor de Gouden Strop, de prijs voor het beste spannende boek. “In eerste instantie leek Het Spel te worden ondergesneeuwd. Ik was er ook wel realistisch over, er worden nu eenmaal zoveel boeken uitgebracht. Maar door die nominatie kwam er een tweede leven voor het boek.” Onno ziet wel de gelijkenissen tussen literatuur en popmuziek. “Er zijn ook zoveel goede bandjes die volledig worden ondergesneeuwd. En soms merk je ook dat je dezelfde soort reacties krijgt als popsterren. Mensen die bewondering uiten voor een bepaalde passage of vragen wat de bedoeling is van wat ik schrijf, of het autobiografisch is.”
Te Rijdt bracht tijdens de afgelopen Boekenweek zijn vijfde roman uit, ‘Naar Paradiso’. Hierin heeft hij de periode verwerkt waarin hij naast de Amsterdamse poptempel woonde. “Een hoofdpersoon in het boek heeft op zijn gezicht een halve wijnvlek en is daardoor mensenschuw. In Paradiso voelt hij zich daarom het gelukkigst, op een vaste plek in de duisternis. Een aantal dingen die ik zelf heb meegemaakt in Paradiso zijn er ook in verwerkt, maar je kunt niet zeggen dat het een roman over muziek is.” Onno is tegenwoordig minder vaak in Paradiso te vinden dan vroeger. “Ik woonde er vroeger echt bijna naast, maar nu woon ik op IJburg en dat is toch heel wat verder fietsen. En bij bandjes die ik al twee keer heb gezien ga ik ook niet nog een keer. Maar als ik er naar toe ga is het nog altijd met evenveel plezier.”
Luister naar het hele interview dat Leonieke Daalder had met Onno Te Rijdt, waarin hij ook nog vertelt over zijn baan als hockeytrainer in Italië en over zijn ervaringen in Paradiso.
Ziel en Zaligheid met Onno Te Rijdt: "In Paradiso is mijn hoofdpersoon gelukkig"
Te Rijdt: “Zowel goede boeken als goede bandjes worden soms ondergesneeuwd”
Schrijver Onno Te Rijdt verwerkte de tijd waarin hij vlak naast de Amsterdamse popzaal Paradiso woonde in een roman, 'Naar Paradiso'. De schrijver vertelt over het boek en over zijn liefde voor klassieke muziek in Ziel en Zaligheid. "Bij de heftigste stukken van Wagner breekt het zweet me net zo goed uit als bij een dwingend popnummer."