Koffiedikkijken 2006 met Ted Langenbach

Rotterdamse ‘Now & Wow Topman’ voorziet luide techno van zwarte muzikanten en identiteitscrisis bij podia


3VOOR12 belde eens naar de verschillende uithoeken van het adressenboekje om te peilen welke kant het op gaat in 2006. We benaderden de Rotterdamse ‘creatief omnivoor’ Ted Langenbach, nestor van de party scene en vroedman van de Now & Wow in De Graansilo te Rotterdam. “Post-urbans, die gaan dit jaar en masse aan de tech-electro.”

Rotterdamse ‘Now & Wow Topman’ voorziet luide techno van zwarte muzikanten en identiteitscrisis bij podia

Ted Langenbach is juist in Hotel New York in Rotterdam-Zuid als 3VOOR12 met hem belt. De Rotterdamse goeroe van het nachtleven lucht regelmatig zijn hart over de toekomst van housemuziek, jongerencultuur en politiek. De eerste voorspellingen voor 2006 van Langenbach behelzen dan ook die vlakken. Opvallend is Langenbachs terugkerende afkeer tegen de commercie. In 2001 meldde hij aan het online magazine Love2Party: “Lekker makkelijk om één keer per jaar Ahoy af te huren voor een grootschalige MTC party met Hugo Boss als sponsor en Laurent Garnier als publiekstrekker. Het is me ook al gevraagd door de directeur van Ahoy, maar daar heb ik voor bedankt.” Een geëngageerd en bevlogen partyfreak die het nodige te melden heeft, dus. Wat ziet Langenbach in zijn glazen bol? “Qua muziek: in 2006 gaan de post-urbans en masse aan de tech-electro. Het urban eclectisme van de zwarte muziek verschuift naar een geconcentreerde vorm waarin het flink rechttoe-rechtaan gaat.” Dat vertaalt zich volgens Langenbach naar avonden waar ‘black people’ luidere techno draaien, waar ze voorheen mildere muziek met verschillende (wereld)invloeden lieten horen. “Verder voorzie ik een identiteitscrisis bij de gesubsidieerde poppodia. Wat je nu ziet, is dat dergelijke podia ineens marktcomform gaan denken. Terwijl een gesubsidieerd podium juist ruimte zou moeten creëren voor vernieuwende en verrassende acts, zie je steeds meer grote namen verschijnen op plekken die dat eigenlijk niet hoeven te doen. Een beetje innovatie mag wel van mij, wat heeft een tent als Lantaren Venster in Rotterdam er nou aan om De Jeugd van Tegenwoordig te programmeren? Dan ontbreekt er een zekere edge, vind ik.” Wederom een aanklacht tegen de commercie dus? “Ja, of tegen het conservatief denken.” Er is volgens Langenbach meer aan de hand. “En dat noem ik dan: Politiek paradoxaal discriminatie, gevoed door een dubbele morele entiteit.” Langenbach doelt dan op het gegeven dat vrijdenkers de mond wordt gesnoerd door een nieuw soort conservatisme. “Voornamelijk veroorzaakt door provincialen en nieuwkomers. Er lijkt steeds minder ruimte voor vrije geesten en culturele entrepreneurs, als je niet uitkijkt wordt de stad een soort Teheran. Je ziet het al in de buitenwijken van Brussel, waar meisjes niet eens gewoon over straat kunnen in een rokje zonder te worden uitgescholden. Dat is een griezelige ontwikkeling. Intolerantie is de regel. We moeten proberen, bijvoorbeeld via het onderwijs, te leren wat vrijheid, progressie en tolerantie precies inhoudt. Hopelijk krijgen we daarop wel weer een tegenreactie, een positieve flow. Mensen moeten weer terug naar de kern, het pure en organische, ook als tegenhanger van het commerciële denken. En mooie muziek hoort daar ook bij.”