Release Magazine – meer street, minder gloss

Hoofdredacteur Gert van Veen: “Gelukkig worden we een muziekblad.”

Na een paar roerige maanden heeft Release Magazine een nieuwe hoofdredacteur en een nieuwe koers. Het februarinummer vervalt, maar in maart zal het nieuwe maandblad in de schappen liggen. De lifestylesectie is afgeschaft, de muziekartikelen voeren voortaan de boventoon. Daar kan Van Veen niet om rouwen: een echt danceblad vindt hij alleen maar gezond voor de scene.

Hoofdredacteur Gert van Veen: “Gelukkig worden we een muziekblad.”

Release Magazine van ID&T heeft een aantal onstuimige maanden achter de rug. In december werd hoofdredacteur Mick Boskamp ontslagen en zou het blad ophouden te bestaan. Later werd geroepen dat het blad zou verdergaan onder de naam ID&T Magazine. Nog weer later werd bekend gemaakt dat Gert van Veen, één van de redactieleden, tot nieuwe hoofdredacteur was benoemd. De eerste editie van de nieuwe formule zou in februari verschijnen. Maar het maandblad laat vooralsnog op zich wachten. 16 maart zal de vernieuwde versie pas op de mat liggen. Het tijdschrijft behoudt de naam Release Magazine, maar verliest haar glossines. Geen lifestyle meer, louter nog muziek, dat is de nieuwe insteek. En daar is Van Veen helemaal niet rouwig om. "Het is natuurlijk jammer dat alles zo gelopen is", vindt Van Veen. Hij zag vriend en collega Boskamp liever niet vertrekken. Maar in de nieuwe formule kan Van Veen zich als muziekjournalist beter vinden dan in de oude. "Het blad schoot als lifestyle magazine te kort, terwijl uit onderzoek bleek dat de abonnees vooral de artikelen over muziek lazen", stelt hij. "Er waren, zeg maar, weinig Elle-lezers die plots Release als lijfblad namen, en dat schepte een ongemakkelijk gevoel bij de adverteerders, die veel hogere verwachtingen hadden." In de nieuwe constructie is Release financieel minder afhankelijk van adverteerders. Het budget is dan ook flink geslonken. Van Veen: "Dat maakt de 'look and feel' van het blad een stuk rafeliger. Het doet een stuk minder glossy aan, meer streetwise." Ook de redactie is aanzienlijk geslonken. Alleen de muziekafdeling, bestaande uit Gert-Jan Vleugels, Onno Schram en Anne van Ketel, blijft aan. De nieuwe koers sluit naadloos aan op een heersende terug-naar-de-basis tendens bij ID&T. "Met een fractie van het budget en een fractie van de mensen is het misschien harder werken, maar dat maakt het ook weer spannend", vindt Van Veen. "Gert-Jan Vleugels is bijvoorbeeld in zijn eentje, gewapend met een recordertje en een fotocamera, naar New York gevlogen voor een interview met hardcore pionier Lenny Dee. Daar kunnen we geen fancy fotograaf meer mee naar toe sturen." Van Veen wil ook met twee stagiaires gaan werken. Zij hebben volgens hem een positieve invloed op de werksfeer. "In Studio 80 zie ik dat de hele toko wordt gerund door stagiaries en het bruist er als in geen andere Amsterdamse club." Van Veen is tevens initiatiefnemer van Studio 80, de Amsterdamse kweekgrond voor nieuwe dance-initiatieven die deels door Duncan Stutterheim wordt gefinancierd. Van Veen is blij dat het blad een eigen koers blijft varen, en dat de directie weinig invloed heeft op de inhoud. "Het zou stom zijn als Release aan verkapte reclame deed. Alle muziekstijlen, artiesten en organisaties zijn van belang voor het voortleven van de scene, en dus van belang voor Release en ID&T. Onze aandacht zal zich dan ook niet beperken tot ID&T-acts." Voor het maartnummer heeft Van Veen een groot interview met Steve Rachmad in petto, naar aanleiding van zijn vijfentwintigjarig jubileum in de muziek. Ook wil hij een nauwe band onderhouden met Studio 80. Van Veen vindt het gezond dat er meedere bladen bestaan die over de dancescene berichten. "Toen de toekomst van Release Magazine nog onduidelijk was, bood Alfred Bos van DJBroadcast me een baan aan. Toen zei ik dat ik hoopte een ander tijdschrift te vinden om voor te werken, want ik geloof dat het beter is als er meerdere dancebladen naast elkaar bestaan. Dan houden we elkaar tenminste scherp", zegt Van Veen. "Want laten we wel wezen: van de traditionele media heeft de dance-scene verder weinig te verwachten."