Infadels hebben baat bij MySpace

Bnann: “Het publiek maakt op het internet zelf wel uit wat goed is.”

De Londense dancepopband Infadels was al op menig Nederlands festival te zien. Maar alleen een goede live reputatie is tegenwoordig niet voldoende. Net als Arctic Monkeys hadden ze baat bij internetpromotie via de in het buitenland populaire web community MySpace. Zanger Bnann: “Tegenwoordig heeft het internet meer invloed op de muzieksmaak dan radio of bladen.”

Bnann: “Het publiek maakt op het internet zelf wel uit wat goed is.”

Correct 'infidels' ('ongelovigen') spellen zit er niet in, maar ze praten wel als de spreekwoordelijke Brugman. De twee breinen achter de Londense dancepopband Infadels zouden ook als komisch duo geen slecht figuur slaan: gitarist Matt zet feilloos de puntjes op de I bij zanger Bnann. Maar ze willen ook erg graag hun verhaal kwijt, want hun oude bandjes Greenship en Balboa gingen hopeloos ten onder. Nu moet het gaan lukken met het debuutalbum We Are Not The Infadels. De regelmatige festivalbezoeker heeft Infadels het afgelopen jaar reeds live kunnen zien op achtereenvolgens Motel Mozaïque, Lowlands, London Calling en EuroSonic. Dat is opvallend vaak voor een band, die nog niet eens een album uithad. Bijna was het songschrijven dan ook in het gedrang gekomen door hun uitstekende live reputatie: ze werden gewoon te veel gevraagd. "We zijn niet zo'n band die als zoutzakken op het podium staat", merkt Bnann fijntjes op. Showman Bnann is ook niet te beroerd desgevraagd de hoed van 'ik ben niet kaal, maar heb niet zo'n haardos als Richard Ashcroft' Matt op te zetten. Matt: "Daarmee lijkt hij op een kruising tussen acteur John Malkovich en voodoo-worstelaar Papa Shango." Alleen die live reputatie was echter niet voldoende. "We hebben enorm veel gehad aan de site MySpace", preekt Bnann. Op de ook in Engeland zeer populaire Amerikaanse web community kunnen virtuele vrienden elkaar muziek aanbevelen. Zo vergaarde de band haar eerste duizend fans. Dat hun muziek daarbij vrijelijk te downloaden was, deert de band niet. Bnann: "Tegenwoordig heeft het internet meer invloed op de muzieksmaak dan radio of bladen. Laten we niet paranoia over file sharing doen. Als men je muziek goed vindt, koopt men het uiteindelijk toch wel, en anders niet. Het publiek maakt zelf wel uit wat goed is, dat is pas 'people power'." Niet voor niets slaat de titel van hun debuutalbum op de leuze van kunstenaar Magritte: 'Ceci N'est Pas Une Pipe'. Want wat ze nu precies voor muziek maken, valt maar moeilijk te definïeren. Dansbaar is het zeker. Rocktrio Voicst speelde een vlammende cover tijdens de Song van Het Jaar van hun debuutsingle Jagger '67. Maar ook in dancekringen sloeg het nummer aan. "Toen we het schreven waren we net gek van The White Stripes, maar 's avonds gingen we dansen op underground techno zoals van Tiefschwarz", biedt Matt als verklaring. En ja, die single titel slaat op Rolling Stone Mick Jagger in 1967. Bnann: "Hij had toen alles mee, hij zag er goed uit, had een relatie met sexbom Marianne Faithfull..". Zie de tekst als een beeldspraak voor de bankmanagers, die tegenwoordig de huizenprijzen in de Londense kunstenaarswijk Shoreditch opdrijven, omdat ze denken dat het er cool is. Matt: "Anno nu is Jagger een klojo, die alleen maar bezig is met geld." Luister naar het hele interview met Infadels uit Dubbel Check. The Infadels maken eind maart een uitgebreide Nederlandse clubtour, die start op 30 maart in het Haarlemse Patronaat en 4 april eindigt in Doornroosje, Nijmegen. Zie voor meer informatie de site van de band.