3VOOR12 bespreekt Disque Pop (week 7): Kelley Stoltz

Op Below the Branches mag alles

Kelley Stoltz woont in San Fransisco en dat is te horen. Hij citeert met groot gemak de muzikale hoogtepunten uit de Summer of Love. Alsof hij zijn halve jeugd in tweedehands platenwinkels heeft rondgehangen en nu, na jaren al dat vinyl heeft omgesmolten en daar zijn eigen werk op heeft geperst: Below the Branches. Het album is deze week Disque Pop.

Op Below the Branches mag alles

The Beatles of The Stones? Het is een vraag die decennia geleden hele volksstammen bezighield. Want wie voor de ongelikte blues rock ‘n’ roll van Mick en zijn Maatjes viel, vond John, Paul, George en Ringo maar een stel watjes. En omgekeerd, wie voor de mooie melodieën van The Beatles hield, was snel uitgeluisterd op de platte licks van The Rolling Stones. En zo ging het er ook toe aan de andere kant van de oceaan. Hield je van The Beach Boys, dan was The Velvet Underground te duister en zwartgallig. En zo zaten ook The Band, Sly Stone en Three Dog Night elk in een ander wijkie. Vandaag de dag woont er aan de Amerikaanse westkust in ieder geval iemand die al die namen worst zal wezen. Kelley Stoltz laat zijn recorders namelijk alles vreten: drumpartijen van The Velvet Underground, pianoakkoorden van The Band en zangkoortjes van The Beach Boys. Hij verruilde vroeg in zijn leven het grauw grijze van zijn geboortestad Detroit voor de zonnige stad van de liefde San Fransisco. Zijn 4-sporen recorder draaide overuren in zijn studentenkamer en toen mensen interesse begonnen te tonen voor zijn opname schakelde hij over naar een betere ‘homestudio’. Hoewel Below the Branches zijn derde album in zeven jaar is, Stoltz blijft trouw aan zijn thuisstudio, waar hij op zijn dooie gemak alle instrumenten bespeelt, en waar hij vrienden laat langskomen voor een solootje op de klarinet, een extra zangpartij of een riedel op de elektrische gitaar. Niet dat Stoltz geen gitaar speelt, maar op deze dertien liedjes laat hij voornamelijk de piano het woord doen. Wie geen langere spanningsboog heeft dan dertig seconden, kan Below the Branches beter in de bakken laten staan. Het geluid van stemmende violen verklapt namelijk niets van de recht-op-en-neer-rocker Wave Goodbye die na een halve minuut losbarst. Op huiskamerniveau weliswaar, maar het is een fraaie start van de cd. De uithalen in de stem van Stoltz lijken tegen The Strokes te roepen: kijk dan, zo moet dat! Zo deden de jongens en meisje van The Velvet Underground het! In Little Lords haalt Stoltz even de baksteen van het gaspedaal om uit te rusten onder de takken van een oude eik. Het zonnige gitaarloopje dat door de bladeren valt is bluesy en de ruggengraat van het liedje. Af en toe lopen wat vrienden langs die aan Stoltz rukken. Kom op man! We moeten weer verder. En zo lig je ineens in de branding voor de kust op een surfplank in Ever Thought of Coming Back. De geest van de overleden Beach Boy Carl Wilson moet door de huiskamer van Stoltz gewaard hebben toen de opnameknop aanging. Alweer is het de staccato piano die het tempo erin houdt. Laad dit nummer in je mp3-speler en je zult geen tram of bus meer missen. Label Sub Pop heeft met Stoltz de kip met de gouden eieren binnengehaald. Below the Branches is een rijke popplaat die met beperkte middelen is gemaakt. Geen dure studio’s, maar prima popmuziek uit de huiskamer waarbij je af en toe een oogje dichtknijpt als het gaat om bandruis. Stoltz heeft vroeger waarschijnlijk veelvuldig in thriftstores, dumpwinkels en pawnshops rondgehangen om voor een prikkie stapels platen te scoren. Die heeft hij vervolgens omgesmolten, opnieuw geperst en Below the Branches genoemd. Want of je nou een vleugje Paul McCartney hoort in Words, Lou Reed in Birdies Singing of John Lennon in The Sun Comes Through, het blijft allemaal Kelley Stoltz. En nu maar hopen dat hij in al die tweedehands winkels genoeg tape en recorders heeft gekocht om zijn huisvlijt van de komende jaren te kunnen opnemen. Het album is tijdelijk in de luisterpaal te beluisteren