Love’s Arthur Lee overlijdt op 61-jarige leeftijd

Michel Terstegen (Da Capo): “Hij dacht: wat doe ik hier tussen al die malloten?”

Het zijn zware tijden voor fans van de sixties. Vorige maand overleed Pink Floyd icoon Syd Barrett. Vannacht stierf Love frontman Arthur Lee op 61-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Harry Hamelink boekte de man meerdere malen in Rotterdam en Michel Terstegen en Wouter Verrijn Stuart vernoemden hun Utrechtse platen- en boekenwinkel naar het meesterwerk van Love: Da Capo. 3VOOR12 belde ze vandaag op.

Michel Terstegen (Da Capo): “Hij dacht: wat doe ik hier tussen al die malloten?”

Arthur Lee, frontman van de Amerikaanse sixties westkustband Love, is vannacht aan de gevolgen van leukemie overleden. Hij werd 61 jaar. Nadat Love eind jaren zestig uiteenviel, deed Lee enkele jaren later reünie optredens over de hele wereld. Maar in de jaren tachtig werd het stil rond hem. Tien jaar later trad hij sporadisch in zijn eentje op. Ook in Nederland. Later kwam hij ook weer met een band. In 2003 voerde hij voor het eerst Love's meesterwerk Forever Changes in Rotterdam op tijdens Motel Mozaique, inclusief blazers en strijkers, zoals het ooit bedoeld was. Harry Hamelink herinnert zich die show nog goed: "Wij zoeken altijd een ikoon om tegenover het jonge aanbod op Motel Mozaique te zetten. Arthur Lee was daarvoor perfect. Maar ik heb meer herinneringen aan de eerste keer dat ik hem boekte, begin jaren 90 in het Nighttown Theater. Hij speelde solo en toonde zich op het podium heel kwetsbaar. In het voorprogramma speelde de Rotterdamse band Pink Moon. Lee vroeg of ze hem bij een paar nummers wilden begeleiden. Het was een concert dat je altijd bij zal blijven." En hoewel Lee zich op het podium kwetsbaar toonde, was hij daarbuiten heel relaxed. Hamelink: "Ik herinner mij nog dat hij al heel vroeg bij Nighttown kwam. Toen zaten er al een paar oude Duitse hippievrouwen voor de deur. Die heb ik toen maar binnengelaten op verzoek van Arthur Lee. Ze hebben de hele dag met hem gezellig aan een tafeltje zitten kletsen." In die tijd speelde Lee ook in twee Nederlandse platenwinkels die de naam droegen van twee van zijn meesterwerken: Forever Changes in Amsterdam en Da Capo in Utrecht. Michel Terstegen van Da Capo: "Hij kwam in zijn eentje met zijn gitaar. De winkel was afgeladen en het publiek was muisstil. Die avond zijn Lee en ik nog ergens gaan eten, maar er kwam weinig uit. Hij was heel moe en viel aan tafel bijna in slaap. Ik vond het heel bijzonder, omdat ik mij besefte dat ik met één van mijn helden aan tafel zat." Later op de avond ging Lee nog met Terstegen mee naar huis. "Daar hebben we koffie gedronken en verder gebabbeld. Ik liet hem allemaal dingen van vroeger zien. Hij vroeg steeds: wow, can I have this? Ik moest hem dan steeds uitleggen dat dit mijn eigen verzameling was." Een paar jaar later kwam Lee terug in Nederland met een Jimi Hendrix tribute band. Deze stond ook in een uitverkocht Tivoli. Terstegen ging na afloop naar de kleedkamer van Lee: "Hij was heel vriendelijk en amicaal. Hij keek mij aan met een gezicht van 'wat doe ik hier tussen al die malloten'. Drie jaar later kwam hij gelukkig met zijn eigen geweldige begeleidingsband in Ekko." Wouter Verrijn Stuart runt de boekenafdeling in Da Capo. Hij noemt Forever Changes 'misschien wel het beste album allertijden': "Vreemd eigenlijk, want Love was geen unieke band en duidelijk een band van hun tijd; ze maakten psychedelische sixties pop. Het enige dat Love bijzonder maakt zijn de Mexicaanse mariachi-invloeden." Voor sixties-liefhebber Verrijn Stuart is 2006 een zwart jaar aan het worden. "Vorige maand Syd Barrett, nu Arthur Lee. Maar het kan nooit zo'n zwart jaar worden als 1991. Toen overleden Gene Clark van The Byrds en Stephen Merriott van The Small Faces. Dat was een ramp voor echte mods."