Wilhelmina Pakhuis in Amsterdam was afgelopen Paasweekend (14 en 15 april) strijdtoneel van het tweede BoemTsjak festival. De eerste editie van dit technofestival - dat onderdeel uitmaakte van het Amsterdam Dance Event - was zo'n succes, dat organisatoren Steffi van Klakson en Marsel van der Wielen besloten het op eigen houtje te gaan proberen. En met succes: de line-up zag er strak uit en de voorverkoop liep als een trein. Maar goed, waar anders krijg je voor zeven vijftig zo'n verzameling topartiesten voor de kiezen?
Het is vrijdagavond rond middernacht wanneer wij ons naar het Pakhuis begeven. Telkens als je langs het IJ fietst lijkt deze buurt nog meer booming dan de keer ervoor. Naast het gekraakte Wilhelmina Pakhuis ligt een kersvers kantoorgebouw van Björn Borg. Verderop reclame voor het in aanbouw zijnde appartementencomplex Detroit (hoe toepasselijk). Turend over het water waan je je al gauw aan de Maas of misschien zelfs de Spree. Amsterdam is weer in de lift. En het zijn de oude pakhuizen en werven langs de kade, waar de nieuwe culturele ontwikkelingen zich afspelen.
Eenmaal in de rij hoor je de eerste klassieker al uit de boxen knallen. Het is Share My Life van Inner City (je weet wel - van Big Fun en Good Life). Zoals ieder zichzelf respecterend festival heeft zelfs het Wilhelmina Pakhuis aan kluisjes gedacht. Dat scheelt een hoop garderobe-gedoe en zodoende ben je snel binnen. De tent is afgeladen en de muren van dit doorgaans donkere hol zijn voor de gelegenheid bedekt met zilveren engelenhaar. Het geheel roept de sfeer van een ondergrondse disco uit de jaren tachtig op.
De man met de klassiekers blijkt Clone-kopstuk Serge te zijn. Clone is naast een internationaal gerespecteerd label ook een bekende platenzaak in Rotterdam en regelt daarnaast de distributie voor Klakson, Viewlexx en Murdercapital. Vraag je een buitenlandse deejay welke Nederlandse muziek hij kent - negen van de tien keer noemt hij deze labels. Gerund door puristen, heeft Clone zich nooit willen schikken naar modegrillen of trends, maar bleef trouw aan de roots van house, electro en techno. De brug met italo en disco is dan ook nadrukkelijk aanwezig.
Serge, die afgelopen Lowlands ook al een monsterset ten gehore bracht, laat vanavond weer zijn wortels weerklinken. Hij begon in 1987, begeisterd door de eerste acid-wave, met het verzamelen van vinyl. Zijn label en draaikunsten hebben hem de hele wereld over gebracht, en zijn jarenlange expertise klinkt ook vanavond weer door in een enerverende deejayset. Niet alleen passeert een keur aan moeilijk verkrijgbare klassiekers de revue, Serge weet ze ook nog zo te mixen dat ze harmonisch naadloos in elkaar overlopen. En dat is een kunst die naast Dimitri maar weinig Nederlandse deejays beheersen.
De liveset voor vanavond is Rude 66. Dit icoon van de Hollandse acid-scene is al sinds midden jaren tachtig actief in de elektronische muziek. Eerst als toetsenist bij verschillende Electronic Body Music bandjes, en vanaf '94 als producer op het Haagse Bunker Records. Zijn eerste album uit dat jaar werd een internationaal succes. Sinds die tijd is Ruud Lekx, zoals hij in het echt heet, niet meer weg te denken uit het Nederlandse underground circuit. Zijn laatste project kwam in januari uit op het Amsterdamse label Vinylogica. Die zijn bezig aan een serie releases waarvoor ze hedendaagse danceproducers vragen zich op te sluiten in een studio met louter analoge apparatuur van veertig jaar geleden. Ook vanavond doet Lekx het met hardware. Hij wordt daarin bijgestaan door een vocaliste, die haar stem door de vocoder laat schallen. Denk electro, denk acid, denk Rauw zonder gitaren of Arafat-sjaaltjes.
En dan is het tijd voor I-f, één van 's Neerlands meest gerenommeerde dance-producers. Met zijn Fucking Consumer album uit 1998 gaf hij duidelijk te kennen wars van commercie te zijn. Ook met zijn eigen label Viewlexx maakt I-f een vuist tegen de vercommercialisering van de dancescene. Met deze attitude heeft hij veel respect in het internationale ondergrondse clubcircuit geoogst. Nee, Ference van der Sluijs - want zo heet hij in het echt - volgt al jaren zijn eigen pad. Zo ook vanavond. Na de snelle acid-electro van Rude 66 zet hij eerst een paar lome discoplaten op. De sfeer lijkt even in te kakken. Maar al gauw neemt I-f de bezoeker mee op een avontuur, dat voert langs de donkere krochten van de Chicagohouse en de Detroit techno. De Ron Hardy edits en italoklassiekers vliegen je om de oren. Iets meer negers en homo's in de tent en dit had zomaar een Nederlandse wederopstanding van de legendarische Music Box kunnen zijn.
Met een bierprijs van anderhalve euro is de scherpte aan het eind van de avond ver te zoeken. De sfeer wordt er in ieder geval niet minder om. Als Klakson-kopstuk en organisator Steffi rond een uur of vier de laatste platen opzet, joelt het publiek om meer. Na afloop gaat iedereen voldaan huiswaarts, omdat ze weten dat het hier dus ook kan. Voortaan hoef je niet meer naar het Berlijnse Berghain: op Nederlandse feesten als BoemTsjak kom je ook wel aan je trekken.
Tweede BoemTsjak Festival roept ondergronds gevoel op
Voortaan niet meer naar Berlijn om je ondergrondse heil te zoeken
Na een eerste editie vorig jaar tijdens het ADE besloot de organisatie van Boem Tsjak om het zelf te proberen. Met louter artiesten van eigen bodem laten Steffi en Marsel van der Wielen laten zien dat je helemaal niet naar Berlijn hoeft om je ondergrondse heil te zoeken. Houde is a feeling, en artiesten als Serge en I-f laten vanavond horen hoe dat voelt.