Nederland popzalenland is naarstig op zoek naar publiekstrekkers

Verdubbeling van de Nederlandse podiumcapaciteit binnen vijf jaar

Vrijdag 30 september opent de Effenaar in Eindhoven trots de deuren van een indrukwekkende popzaal. Precies hetzelfde gebeurt die dag in Haarlem in het Partonaat. Over twee weken krijgt Eindhoven er nóg een popzaal bij met de opening van Dynamo. Daarmee valt in 2005 de piek van nieuwgebouwde popzalen, die met zijn allen de capaciteit in pakweg vijf jaar verdubbelden. Vraag blijft wie de zalen gaat vullen.

Verdubbeling van de Nederlandse podiumcapaciteit binnen vijf jaar

Met de komst van 013, het schoolvoorbeeld van de moderne popzaal, werd er vrijwel direct driftig gespeculeerd over het beperkte aanbod dat de zaal moest vullen. Na de bouw in 1998 kwamen de eerste voorzichtige beschouwingen: zou de poptempel onder de rivieren de strijd aan kunnen met Randstad-iconen Paradiso, Melkweg en niet te vergeten de Music Hall? Dit jaar kwam het antwoord uit de praktijk. 013 trok in mei keihard aan de bel: het ging niet goed met de perfect geachte popzaal.

Ondanks een fikse reorganisatie en aangepaste programmering moest er een flinke som geld bij om het hoofd boven water te houden in een 'grillige markt', zoals directeur Guus van Hove het typeerde. De gemeente Tilburg streek na een eerdere financiële injectie voor de tweede keer in twee jaar over haar hart en kwam met twee ton euro per jaar extra over de brug. Ook stemde ze in met een verbouwing van ongeveer anderhalf miljoen euro om haar geliefde poptempel te redden van een wisse dood.

013 bleek een trendsetter. Na Tilburg volgde elke zichzelf respecterende gemeente met gedurfde plannen voor een eigen popzaal. Nog geen dertig kilometer verderop transformeerde de gemeente Breda in 2002 haar kleine knusse popholletje Para tot de koperen popkoepel Mezz. Een jaar later was het al hommeles. De zaal kwam onder curatele te staan en er rolden koppen. Inmiddels is de zaak - mede dankzij bijspringen van de gemeente - daar weer redelijk op orde. De bezoekersaantallen trokken in 2004 met meer dan tien procent aan.

Maar dat is zeker geen garantie voor de andere zalen. Het is eerder een bevestiging van de stelling dat er nog steeds ruimte is voor zalen met een capaciteit van 500 tot 700. De capaciteit die alle gevestigde namen juist vaarwel zeggen. Het Paard van Troje ging in Den Haag van 600 naar 1500, het Patronaat in Haarlem van 550 naar 1200, Muzinq in Almere van niks naar 1250, de Effenaar van 700 naar 1700. Daarmee ligt vijver met acts die meer dan duizend mensen trekken in 2005 overvol met inwisselbare podiumhengels. En hebben zalen als de Mezz het juist makkelijker in het opgeruimde segment van zalen voor onder de duizend bezoekers.

De volgelingen van 013 verschillen op een essentieel punt met het Tilburgse voorbeeld. 013-voorganger Noorderligt werd onder andere verlaten vanwege capaciteitsproblemen. Dat argument is daarna door geen enkele andere zaal meer expliciet genoemd. Elke keer als een popzaal het traject van ver- of herbouw inging, kwamen er legitieme redenen op tafel: professionalisering, zwaar verouderd pand, strengere eisen aan zaal, organisatie en personeel, kansen voor de stad, regionale of landelijke uitstraling, noodzakelijke schaalvergroting.

Maar nooit was het motief voor een twee keer zo groot pand het letterlijk uit de voegen barsten van de oude accommodatie. Geen van de podia kampten in de afgelopen jaren met wekelijks overvolle zalen, urenlange wachtrijen voor de deuren, te weinig ruimte om alle acts te plaatsen. En toch verdubbelde de capaciteit.

Nu is het wachten op de artiesten die het publiek naar al die mooie zalen moeten gaan lokken. Het gevecht om de grote buitenlandse acts die slechts één of twee optredens in Nederland willen doen per tournee is vooralsnog in het voordeel van de Randstad beslist. 013 heeft bewezen af en toe een hete act te kunnen scoren, maar moet het meestal afleggen tegen Amsterdam als de plaats die buitenlanders kennen en dus verkiezen boven de provincie. Hoe mooi de zaal ook is. Blijft over de Within Temptations, Golden Earrings en dEUS-en, acts die de tent kunnen voltrekken en wel meer dan één show in ons kleine landje willen geven. Maar of er daar genoeg van zijn in een tijd dat de muziekindustrie kreunt en kraakt en muziekliefhebbers met festivals overspoeld worden, zal ook door de praktijk beantwoord moeten worden.