Zo, de reacties waren niet van de lucht. Ik nog roepen: “happen maar" aan het einde van mijn vorige column, maar dat er zo gehapt zou worden, had ik nou ook weer niet verwacht. Voor een schrijver van columns is niets mooier dan dat er massaal gereageerd wordt op een column en dat er vervolgens een discussie ontstaat. Daarbij vind ik dat de columnist nadat hij zijn statement heeft gemaakt zijn kop moet houden. Ik zet alleen maar voor en dan mag iedereen de bal in het doel schoppen of er uit koppen.
Om die reden reageer ik dus ook nooit op een column van mezelf, ik meng me niet in het debat. Het doel van mijn column is immers niet mijn gelijk te halen, want dat heb ik niet. Ik poneer een stelling, die met opzet scherp is, want anders ontstaat er geen discussie. En het poneren van een stelling in een column is niet hetzelfde als het ventileren van je eigen mening. In Muziek & Beeld, het vakblad voor de muziekindustrie, preek ik dat de industrie meer zou moeten luisteren naar de consument en dat nog nooit bewezen is dat downloaden per saldo negatief zou zijn - verbaast u dit?. Ik ben het dan natuurlijk aan mijn stand verplicht om in een tegenovergesteld forum als 3VOOR12 te roepen dat de zegeningen van Internet ook zijn negatieve kanten heeft.
Goed, zoals ik al zei, ik reageer niet op mijn eigen column. Maar de reacties op mijn vorige column waren zo massaal en overweldigend dat ik wel moest reageren. Dus ik ging reageren, althans dat probeerde ik. Proberen in te loggen op de 3VOOR12-site. Je zou zeggen, dat als je bij de VPRO werkt, dat wel moet lukken. Niet dus, wat ik ook probeerde, en hoeveel hulp ik ook kreeg, ik kwam er niet op. En zo heeft onze Lieve Heer voorkomen dat ik mij in de discussie mengde.
Nu ik hiermee uitgelegd heb hoe ik mijn rol zie als columnist (ja, zo ver hebben de lezers mij dus gekregen) tot slot nog even een kijkje in mijn keuken. Waarom roep ik nu tegen de lezer dat die moet nadenken over de toekomst van de muziekindustrie? Omdat ik midden in een wereld rondloop die met muziek haar brood probeert te verdienen.
Wist u dat de gemiddelde platenzaak maar met moeite het hoofd boven water kan houden omdat de verkoop van CD´s dramatisch is terug gelopen? Die winkels vallen om bij bosjes. Voor elke individuele winkelier, vaak mensen die al dertig jaar niets anders doen dan muziek verkopen, is dat een persoonlijk drama. En die drama´s spelen zich onder mijn neus af en ja dat beïnvloedt mijn mening.
Platenmaatschappijen, zo vaak (en soms terecht) als honden afgeschilderd, zoeken wanhopig naar een businessmodel waarbij zij toch nog iets kunnen blijven verdienen aan muziek. Als zij zeker zouden weten dat downloaden het verkopen van muziek zou stimuleren zouden ze er ook niet zo moeilijk over doen. De pest is nu eenmaal dat onderzoeken elkaar hierin tegen spreken. Het een spreekt van een voordelig effect (het effect dat ook in de reacties een aantal keren aan de orde is geweest, de heavy users gaan alleen maar meer kopen). De ander ziet een rechtstreeks verband met teruglopende aantallen verkochte CD´s en ziet internet als de boosdoener.
En daarom zwengel ik de discussie aan en daarom zet ik de zaak op scherp. En daarom leg ik dit één keer, maar nooit weer, uit. En daarom zal ik volharden in het niet reageren op columns. Maken jullie onderling de dienst maar uit. Ik lees het graag.
Column Hans Bousie: Onder Ons
Onze Lieve Heer heeft voorkomen dat ik me in de discussie mengde
Platenzaken vallen bij bosjes om en platenmaatschappijen zoeken naarstig naar een businessmodel. Intussen probeert columnist en entertainmentadvocaat Hans Bousie zich in zijn zelfaangezwengelde discussie te mengen. Dat lukt niet, maar hij leest graag de reacties op zijn hier geponeerde stelling: het internet heeft ook zijn negatieve kant.