De Popronde, het jaarlijks rondreizend festival dat jaarlijks langs tien Nederlandse trekt, zou volgens bedenker en organisator Mischa van den Ouweland ook heel goed kunnen werken in België."De steden en cafés daar lenen zich volgens mij heel goed voor een vergelijkbaar festival. Meer landen, dat wordt lastig, maar een Nederlands-Belgisch festival, dat moet kunnen.”
Voor het zover is, heeft Van den Ouweland eerst nog een andere uitdaging: “Het hoeft niet per se groter, ik vind de continuïteit veel belangrijker. Op dit moment is het nog zo dat het elk jaar onzeker is of we een volgende editie kunnen organiseren. Als ik nu wegga en het zou inzakken, dan zou ik dat wel heel jammer vinden. Ik zou pas weg kunnen als het festival zekerheid kent, blijft voortbestaan.”
De Popronde is een reizend festival dat elk najaar plaatsvindt in tien steden waarbij in elke stad op één avond circa 25 aanstormende bands optreden op 25 podia in Nijmegen, Maastricht, Wageningen, Den Bosch, Utrecht, Arnhem, Enschede, Groningen, Eindhoven en Breda. "Podia worden steeds groter en het wordt voor bands steeds moeilijker om ergens op te treden." De Popronde biedt uitkomst voor al die jonge bandjes.
Vanuit een soort idealisme begon Mischa van den Ouweland met het idee van de Popronde. “Je had wel zogenaamde jazz- en bluesroutes, maar die muziek was dan vrij oubollig en bovendien vaak in één genre. De Popronde is veelzijdiger,” aldus Van den Ouweland. En bands weten de Popronde steeds beter te vinden. “Toen we begonnen, kreeg ik vijftig demo’s binnen, en nu duizend.” Voor bands is het steeds moeilijker om speelplekken te vinden, er is een moeilijke doorstroom. Er zijn goede podia en goede voorzieningen, maar het is moeilijk om het gat tussen de lokale scene en het professionele clubcircuit te vullen. “Het idee van de Popronde is dat bandjes buiten hun eigen lokale gebied treden.”
Volgens Van den Ouweland hebben Nederlanders geen hoge dunk van hun eigen bandjes. “Ik merk nog steeds als er bijvoorbeeld een Engels bandje in Merleyn in Nijmegen optreedt, dat dat automatisch meer bezoekers trekt dan een Nederlands bandje. Ik denk dat het niveau van Nederlandse bands de afgelopen jaren is gestegen. Het is misschien niet allemaal even origineel, maar ja, dan kun je overal wel je vraagtekens bij zetten.”
Van den Ouweland heeft zelf ook muziek gemaakt, maar kwam er al snel achter dat hij meer talent had in de organisatiekant. Zijn vroegste muzikale herinneringen gaan terug naar de jaren zeventig. “Ik was een jaar of vier, vijf. Mijn ouders hielden van Pink Floyd en Neil Young. Vaak ging ik stiekem ‘s avonds bovenaan de trap zitten om te luisteren naar de muziek die mijn ouders draaiden. In de auto, als we voor zeven weken op vakantie met de vouwwagen gingen, luisterden we dan naar de Nederlandse band Rum.”
Het gevoel van het rondreizende bandcircus dat de Popronde is, zit Van den Ouweland al van kinds af aan in het bloed. Vroeger wilde hij eigenlijk clown worden. “Ik dacht er serieus over om naar de circusschool te gaan. Maar het is maar goed dat dat niet is gebeurd, want met zo’n gedateerd beroep had ik vermoedelijk nu een uitkering gehad.”
Luister naar het hele interview van Leonieke Daalder met Mischa van den Ouweland in de uitzending van Ziel en Zaligheid van 12 oktober 2005.
Organisator Popronde wil uitbreiden naar België
Mischa van den Ouweland in Ziel en Zaligheid van 12 oktober
Voor de achtste keer gaat het ‘rondreizende’ festival de Popronde langs clubs en muziekcafés. Voor organisator Mischa van den Ouweland zit de routine er inmiddels wel in, maar het blijft spannend om al die demo’s van bandjes te beluisteren. Grootste uitdaging: "Ik heb ook het idee om de Popronde in België te introduceren." In Ziel en Zaligheid van 12 oktober praat Leonieke Daalder met een immer optimistische en goedlachse Van den Ouweland.