Jan van den Bergh, beter bekend als Monte la Rue, kent de muziekindustrie als zijn eigen broekzak. De Belgische Amsterdammer heeft een lange staat van dienst – in bandjes, achter draaitafels, in de studio en op kantoor. Inmiddels heeft hij de fijne kneepjes van het vak geleerd en met zijn zevenenveertig jaar voelt hij meer dan ooit de rust en zekerheid die hij nodig heeft voor het uitwerken van zijn concepten.
Jan van den Bergh groeide op in de buurt van Antwerpen. Zijn ouders gaven zelf weinig om muziek. Zijn moeder was huisvrouw en zijn vader onderwijzer. Niet de meest voor de hand liggende broedplaats voor een die-hard muziekfreak als Van den Bergh. Toch steunden ze hun zoon in zijn liefhebberij. Als hij een plaat wilde hebben, kreeg hij vaak van pa geld om die te kopen, en als hij op tv een popidool in glitterpak zag, sloeg ma aan het breien om dat na te maken. “Maar het belangrijkste wat mijn ouders me hebben meegegeven, is het besef dat niet alles in het leven voorbestemd is”, vertelt hij. Met die wijsheid heeft hij genoeg vrijheid voor zichzelf weten te verwerven om te doen wat hij zelf wil.
In de tachtiger jaren betekende dat ‘s nachts in bandjes spelen en platen draaien, en overdag in de fabriek werken. Van den Bergh: “Van het lopende band werk als uitzendkracht verdiende ik genoeg om studio-gear te kopen”. Al gauw bekwaamde hij zich in het produceren van tracks. Van den Bergh was in de negentiger jaren nauw betrokken bij de opkomst van de dance. Mensen als Ludovic Navarre, Remy en Sven van Hees kwamen bij hem in de studio langs om platen te maken. In België werkte hij bij de FNAC en in Nederland voor ID&T. Die laatste baan heeft hem doen besluiten naar Nederland te verhuizen.
Van den Bergh is een conceptueel denker. Hij is de man achter tal van baanbrekende compilaties, zoals Turn Up The Bass. Maar hij raakt ook snel verveeld met projecten. Bij de zevende Turn Up The Bass had hij het bijvoorbeeld wel weer gezien. “Ik heb een individualistisch karakter”, zegt Van den Bergh over zichzelf, “en schakel vaak te snel voor anderen”. Dat maakt hem soms eenzaam, maar geeft hem ook de vrijheid voor zichzelf te werken. “Toen ik zeven jaar geleden besloot weer te gaan draaien, verklaarde iedereen me voor gek”, vertelt hij. Maar de boekingen blijven binnenkomen en brengen hem op inspirerende plaatsen.
Zijn nieuwste project heet Maison Royale, een festival waar zowel bands als restaurants en theaters aan meewerken. De tweede editie vond plaats op 22 oktober in de Van Nelle Fabriek in Rotterdam. Maar hij is nu al weer bezig met de editie van volgend jaar. Van den Bergh: “Het fijnste van mijn situatie nu, is dat ik niet meer voor iemand anders hoef te werken, maar gewoon voor mezelf.”
Luister naar het interview dat Monte la Rue gaf in Ziel en Zaligheid
Monte la Rue hecht aan verworven vrijheden
Voor jezelf werken fijnste wat er is
Na een lange staat van dienst heeft Jan van den Bergh, beter bekend als Monte la Rue, eindelijk het punt bereikt waarop hij voor zichzelf kan werken. Als conceptueel denker heeft hij voor verschillende multinationals gewerkt, maar zijn hart ligt nog steeds bij het draaien en bij zijn nieuwste project, het festival Maison Royale. Onlangs was hij te gast in Ziel en Zaligheid.