Roger Brouwn werd 27 jaar geleden geboren in Suriname maar woont vanaf zijn tweede in Rotterdam. Daar is hij inmiddels uitgegroeid tot een toonaangevende hiphop promotor met zijn bedrijf Fresh Force. Daarnaast is hij dj. Dat is allemaal soms moeilijk te vatten voor zijn familie. Als hij aan zijn oma uitlegt wat hij doet, zegt hij steevast dat hij muzikanten verkoopt en plaatjes draait. Oma vraagt dan altijd of het Roger lukt zichzelf te bedruipen. “Dat lukt.” Ooit speelde Roger zef in een band: Drastic Measures. Hij probeerde de optredens zelf te regelen en leerde zo het clubcircuit en de promotors kennen. Ook deed hij als dj de nodige contacten op. Op het moment dat hij weer eens baalde dat hij een ‘neppe’ show in zijn woonplaats zag, dacht Roger: ‘Dit moet beter kunnen. Laten we het zelf gaan doen en gewoon een Amerikaanse artiest naar Nederland halen’. Want voeling met de achterban heeft Roger als geen ander: “Mensen willen niet een rapper zien die alleen maar naar Amsterdam of Rotterdam komt om te kunnen blowen.” En dus begon Roger te gokken. “We dachten: oké, wie wil ik zien? Hij is tof. Hoeveel kost ie?” En zo haalde hij kleine onbekendere namen naar Nederland in plaats van de grote mannen die een slappe show neerzetten. De handelsgeest heeft Roger niet van een vreemde. “Mijn vader is een echte handelaar. Toen ik met mijn moeder na de Surinaamse onafhankelijkheid naar Nederland kwam, begon hij in Suriname zijn eigen drukkerijtje. Hij maakt kalenders voor al die kleinen winkeltjes. Pas toen Roger onlangs aan zijn vader vertelde wat hij in Nederland deed, kwam hij er achter dat zijn vader ooit manager was van een band in Suriname. Pa Brouwn zou nu wel het liefst zien dat zijn zoon ooit de drukkerij overneemt. Rogers moeder had minder met muziek en dus moest de kleine Roger zelf zijn weg zoeken. Roger: “Er waren wel wat BASF-cassettebandjes met kerstliedjes in huis, maar verder speelde muziek geen rol. Op een gegeven moment liet mijn moeder zich bekeren tot het christendom. Vaak stonden er bandjes van de preek op.” Niet dat Roger die hoorde; hij was van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op Rotterdamse schoolpleintjes te vinden waar hij voetbalde. Dankzij zijn zus groeide de liefde voor muziek. “Ik luisterde naar Duran Duran en Queen. Op een gegeven moment leende ik van mijn neef Striaght Outta Compton van NWA. Die plaat heeft hij nooit meer teruggezien.” Rogers moeder was minder blij dat haar zoon naar hiphop begon te luisteren. “Zij was kwaad. Ze vond de muziek te hard en dat er te vaak ‘fuck’ en ‘bitch’ werd gezegd.” Luister naar het hele interview van Leonieke Daalder met Roger Brouwn in Ziel & Zaligheid 2-3-2005.