Een mooie Sonar-dag, de vrijdag. Vanaf het begin eigenlijk al, als ik - te vroeg voor het concert van F.S. Blumm - even het SonarLab binnenloop. Daar draaien de Canadezen Joe English en Beef Terminal de meest relaxte set die ik tot dusverre dit festival heb gehoord. Iedereen zit of ligt dan ook languit op de vloer. Jointje. Ogen dicht. Watertje in handbereik. Zo komt het luie oor de middag wel door.
Al vind ik het na een half uurtje superchillen toch wel tijd om de benen eens te strekken en in het SonarDome F.S.Blumm te gaan beluisteren. Deze Berlijner brengt zijn platen uit op de labels Staubgold en Morr en dat maakt hem voor mij bij voorbaat al interessant. Hij is een knuteslaar die traditionele instrumenten met elektronica combineert, bijvoorbeeld door een stuk akoestische gitaar te spelen, een fragment live te sampelen, daar een ´loop´ van te maken, die ter plekke mogelijk weer elektronisch te bewerken en daar dan weer overheen verder te spelen. Dat doet hij bekwaam, de Berlijner, maar wat mij betreft toch iets minder spannend dan zijn labelgenoot Joseph Suchy.
Bij het Sonar-publiek zaait de Duitser overigens wel verwarring door het vrijwel ontbreken van beats in zijn muziek. Dat is iets wat mij dit jaar meer dan voorheen opvalt: het onderscheid tussen de ´beat-o-fielen´ en wat ik - dit zal mij niet in dank afgenomen worden - toch de meer intellectuele luisteraars wil noemen. De eerste groep lijkt de muziek op het festival in eerste instantie fysiek te willen ondergaan, met een beat of puls als vliegwiel. De tweede staat toch meer open voor iedere vorm van ´georganiseerd geluid´, ook als de dansreflexen niet direct geprikkeld worden. In ieder geval zou ik Blumm nog wel eens in een andere - intiemere - ambiance willen horen waar de concentratie groter is.
In afwachting van de volgende live-act waar ik mijn zinnen op heb gezet - Subtle - wandel ik door de SonarMatica expo in de kelder van het museum. Een indrukwekkende tentoonstelling van veelal interactieve computer-installaties waarbij de grenzen tussen kunst en documantaire totaal vervaagd zijn. Intrigerende opstellingen waarbij niet zelden het complete worldwide web als bronmateriaal dient. Moelijk te omschrijven in een enkele alinea, maar bekijk het eens op de SonarMatica-site.
En passant nog een paar nummertjes Radian meegepakt - het Oostenrijkse elektronica + postrocktrio dat ik al kende van hun door John McEntire geproduceerde album op Thrill Jockey en een half jaartje geleden nog op het Utrechtse Impakt Festival in Theater Kikker te zien was. Liever richt ik mijn aandacht nu op Subtle, het ronduit spectaculaire avant-hiphopgezelschap rond alleskunner Doseone. Eigenlijk zouden ze afgelopen voorjaar al in Europa zijn, maar de groep kreeg een ernstig auto-ongeluk en mede-oprichter Dax Pierson zit nog altijd te revalideren in een rolstoel. Het is de vraag of hij nog ooit zal kunnen lopen. De anderen zegden alle concerten af, maar besloten - omdat het album A New White net verschenen was op het trendy Lex-label - om toch voor drie hele speciale concerten zonder Pax naar Europa te komen. Sonar is er een van. En de groep laat op het grote buitenpodium SonarVillage werkelijk een verpletterende indruk na. Met gitaar, cello, sax, drums, elektronische percussie en Doseone zelf aan de microfoon en op toetsen laat de groep zien en horen dat de mogelijkheden van het genre nog lang niet uitgeput zijn. Doseone steelt de show, met een enorme gouden hanger in de vorm van een soort hoefijzer (?) en aan zijn riem een grote goudkleurige Hema-wekker, blijkbaar als knipoog naar Flavor Flav. Het swingt, het heeft melodie, het heeft humor en het vermijdt de cliche´s.
Dat laatste is niet het geval bij Afra & the Incredible Beatbox Band. Deze rappende Japanners in zuurstok-roze trainingspakken blazen de hiphopclice´s juist op tot ze bijna knappen. Compleet over de top - zoals zoveel Japanse pop. Hilarisch, ja. Maar ook niet meer dan dat.
Tijd voor het tweede echte hoogtepunt van de dag: Durutti Column. Ja, ik wist dat hij nog muziek maakte, Vini Reilly, de Manchester gitarist uit de Factory-scene van de late jaren zeventig, die zijn platen opneemt als Durutti Column. Ik heb zelfs nog een album van hem uit 2003 in de kast staan - Someone Else´s Party - en dat is behoorlijk goed. Maar live is hij zelden te horen en in Nederland al helemaal niet. Ooit - een kwart eeuw geleden - was hij zo´n typische favoriet van VPRO-radiomakers en -luisteraars. Ook het destijds hippe popblad Vinyl droeg de gitarist een warm hart toe. Maar dat is allemaal heel, heel lang geleden.
De hernieuwde kennismaking is een aangename. Drieenvijftig is hij inmiddels, Vini Reilly. Broodmager, net als vroeger. De jaren in het gezicht getekend en het haar nog altijd in die rare Ron Wood-coupe, net als toen. Met oldtimer Bruce Mitchell - die destijds al meespeelde - en met een bassist/harmonicablazer/elektronicapiloot wiens naam ik even niet kon verstaan, laat hij horen dat zijn geluid nog altijd volstrekt oorpronkelijk is. Een speelse, kwikzilverachtige gitaarstijl, die bij vlagen kan rocken, maar nooit echt ´rock´ is. En zeker geen ´rawk´.
Een mooi weerzien. En een mooi evenwicht: Nieuwkomer Subtle en veteraan Reilly die voor de hoogtepunten zorgen. En nu snel even een tapaatje eten om met een goed gevulde maag naar Sonar by Night te gaan. The Chemical Brothers en Jamie Lidell rekenen op me. Denk ik.
Sonar 2005: Veteraan Durutti Column en nieuwkomer Subtle vlammen
Het Sonar dagboek van Peter Bruyn: de vrijdagavond
Een nieuwkomer en een veteraan waren de hoogtepunten op de vrijdagavond voor Sonar-correspondent Peter Bruyn. Laverend tussen de 'beat-o-fielen' en 'de meer intellectuele luisteraars' kwam hij een Hema-wekker op zijn pad tegen. Lees het verslag.