Zondagochtend.19-6-2005
De terugblik.
Het zit er weer op: drie dagen Sonar. En het waren drie mooie dagen. Even turven leert dat ik zo´n vijfentwintig live-concerten substantieel heb meegekregen. Over de dj´s heb ik het dan nog niet eens, maar die tel ik er ook liever niet bij - in een boek over topkoks laat je de serveersters immers ook buiten beschouwing. Vijfentwintig live-acts, dat is toch zo´n acht per dag en meer kan een mens volgens mij met goed fatsoen ook niet verstouwen.
Sonar blijft uniek, laat ik dat voorop stellen. Alleen al door de locatie, midden in de stad Barcelona. Je hoeft maar even het - dag - festival te verlaten om een warme bakker te vinden, een pizzeria binnen te stappen of een terrasje te kunnen pikken. Daarbij is het toegestaan je eigen eten en drinken mee te nemen naar Sonar - hoewel er allerhande catering op het terrein te vinden is - waardoor je het festival voor jezelf zo duur of goedkoop kunt maken als je zelf wilt.
Daarnaast was er de keuze van de Sonarorganisatie om het festival te verbreden naar meer combinaties van elektronica met vocalisten (Roisin Murphy, Jamie Lidell, allerhande hiphoppers) en mixen van elektronica met traditionele instrumenten (Efterklang, Durutti Column, Radian, Hood, enzovoort). Een goed besluit. De pure elektronica lijkt - binnen de pop althans - een beetje in een windstilte terecht te zijn gekomen. Alweer vijf tot tien jaar geleden zijn de standaards gezet door mensen als Fennesz, Pole en Kid606 en daar wordt sindsdien vooralsnog aan geschaafd en gepolijst, maar zelden of nooit iets substantieels aan toegevoegd. De volgende grote stap voorwaarts is de toepassing van die elektronische ontwikkelingen en innovaties in de bestaande pop en dat is nu precies wat mensen als Roisin Murphy en Jamie Lidell doen.
Maar de ontwikkeling van Sonar gaat ook een andere kant op. Tegenover de door de organisatoren gewenste verbreding staat in feite een versmalling wat genre betreft. Een versmalling in stijl tot ´pop´. Of beter: ´pop´ en ´dance´. Of nog beter: ´dance´ en ´pop´.
Ik ga hier geen statistiek bedrijven, maar van de vijfentwintig acts die ik gezien heb - en daarbij heb ik de dj´s en echte hardcore dance heel bewust links laten liggen - waren er toch nog maar hooguit een vijftal ´beat-loos´. De elektronische muzikale buitengewesten - mensen als Merzbow, of onze eigen Amsterdammer Gert-Jan Prins, om van de academische gecomponeerde elektronica nog maat te zwijgen - zijn volstrekt afwezig. De elektrojazz beperkte zich tot het - overigens uitstekende - concert van Rob Mazurek donderdagavond.
Daarmee lijkt Sonar ook steeds meer zijn reputatie van ´etalage voor pioniers´ te verliezen. Ooit was de elektronikavlag die fier boven het festival wapperde ook min of meer synoniem met avant-garde. Dat is anno 2005 voltooid verleden tijd. Vrijwel alle muziek die ik de afgelopen drie dagen hoorde verschilt nauwelijks van wat je hoort in iedere modewinkel die maar een fractie exclusiever is dan Hennes & Mauritz. En wellicht schat ik daarmee de Zweedse confectieketen nog wel te conservatief in. Er was deze Sonar-editie maar een handvol bands te vinden de weldegelijk bezig waren om popbakens te verzetten: Subtle natuurlijk, de Finnen die zich op de slotdag presenteren en ook de in deze dagboeken nog niet eerder genoemde Deense postrockers van Efterklang. Jamie Lidell is uiteraard eveneens een belangrijke muzikant - hij staat niet voor niets tijdens Sonar by Night in de immense SonarPark-hal en op de cover van het julinummer van het toonaagevende Britse muziekblad The Wire. Maar zijn belang betreft toch meer de vorm dan de inhoud. Wat Lidell doet is niet nieuw, maar hij is in staat om de (rock)zang-traditie terug bij het dance-publiek brengen.
Sonar by Night is ´the festival in its true essence´ lees ik in het in de dancewereld volgens mij toch serieus genomen tijdschrift DJ (N0. 92; 10 - 23 juni 2005. Pag. 23). Het zij zo, maar mij lijkt het een tikkeltje gechargeerd. Ik ervaar Sonar by Night als een massaal gebeuren, een dans-Pinkpop, met eigenlijk geen andere functie dan het opzwepen van het partygevoel. Een succesvolle party, maar ruimte voor subtiliteit is er nauwelijks.
Voor dat laatste moet je toch bij het dagprogramma zijn - en wat mij betreft dan vooral bij een onderdeel als de expositie van web-gerelateerde installaties in SonarMatica.
Sonar begon zoals zoveel festivals ooit als een artistiek statement. Hoe commerciëler een festival met de jaren wordt, hoe steviger de klant de koningskroon op het hoofd gedrukt krijgt. Het Sonar by Night-programma trok altijd al grotendeels partypubliek. Nu lijkt het bij Sonar by Day ook steeds meer die kant uit te gaan. Hoe exclusief een Sonar-act ook is, bij een door een energiedrankje georganiseerde dj-marathon ergens op het terrein, waarbij eigenlijk niets anders dan trance-per-strekkende-meter wordt gedraaid is het drie dagen lang continu hartstikke druk.
Daar is natuurlijk helemaal niks mis mee, laat daar vooral geen misverstand over bestaan. Ieder z´n meug. Maar het is wel tekenend voor de verschuiving van avant-garde-etalage naar publieksentertainment. Maar als ik dan op de vroege zaterdagavond in de SonarComplex-zaal naar een aantal excentrieke Finnen zit te luisteren die zich van geen enkele dj-, MTV- of welke trend dan ook iets aantrekken en terwijl van alle kanten de beats op de buitenwanden beuken, binnen gewoon doorgaan op hun speelgoedpiano, zingende zaag en een ritme dat ontstaat door knikkers in een blikken bakje te laten vallen (!) dan is dat genieten. Eigenwijs roeien tegen de aanzwellende commerciële Sonar-golf in.
Sonar 2005: Sonar verwordt tot dans-Pinkpop
Academische gecomponeerde elektronica volstrekt afwezig
Met de slaap van drie dagen en nachten Sonar nog in de ogen maakt Peter Bruyn op een Spaans terras de balans van het festival op. Hij constateert versmalling van het festival. Grote popacts krijgen steeds meer ruimte en ritmeloze elektronische avant-garde lijkt te verdwijnen. Gelukkig kreeg Sonar in 2005 de Finnen op bezoek. Want verder ‘wordt er weinig eigenwijs geroeid tegen de aanzwellende commerciële Sonar-golf in’.