Sonar 2005: De liedjes van Roisin Murphy blijven niet hangen

De sfeer wel; die is goed

Peter Bruyn gaat voor 3VOOR12 de eerste 'echte' nacht in van Sonar. Hij ziet onder meer de Chemical Brothers aan knoppen draaien, Roisin Murphy als jazz-vamp in een Charleston jurk en een rondborstige hoer op de Ramblas. Die laatste vraagt of onze reporter of hij 'some fun wants'. Maar fun heeft Peter Bruyn al genoeg gehad bij Jamie Lidell. Lees het hele verslag.

De sfeer wel; die is goed

Vierde Sonar-dagboek. Vrijdagnacht Hoeveel Ahoy´ sportpaleizen passen er in een SonarClub? Drie, vier? Vijf misschien wel. Maar vrijdagavond trokken de Chemical Brothers de ruimte moeiteloos vol op de eerste Sonarnacht van dit jaar. In mijn herinnering was het een traumatische martelgang om alleen al binnen te geraken op Sonar by Night. Het viel ditmaal heel erg mee. Een half uurtje in de rij voor de spciale Sonar-bus die mij naar het gigantische beurzencomplex ver buiten het stadscentrum brengt en vervolgens kost het zelfs iets minder tijd om door de hekken te komen. Om 01:00 uur vrijdagnacht ben ik binnen. Terwijl de Chemical Brothers hun knoppen-draaiding doen, omlijst door felgroene laser, is de aangrenzende SonarPub - half zo breed als Ahoy´, maar twee keer zo lang - nog vrijwel leeg. Vreemd, want de semi-liveset van Towatom - met Uwe Schmidt, alias Atom Heart - het maatje van Bernd Friedmann in Flanger - in de gelederen, kan zich moeiteloos met de Chemicals meten. Ook Roisin Murphy trekt bij de eerste show van haar Europese tournee nog geen volle bak in het qua omvang met de Heineken Music Hall vergelijkbare SonarPark. De voormalige Moloko-zangeres presenteert zich in haar charleston-jurkje zowaar als een heuse jazzvamp, ondersteund door gitaar, bas, drums, elektronica en een blazerssectie. Ze slaakt kokette kreetjes en blijkt uiteindelijk - ondanks haar uitnodiging voor North Sea - toch gemakkelijker in de elektrofunk- dan in de jazzhoek te plaatsen. En daar doet een Herbie Mann-achtig fluitsolootje hier en daar niets aan af. De liedjes blijven niet echt hangen - de sfeer wel. Die is goed. En die wordt rond een uur of half drie, als Jamie Lidell het podium opkomt, alleen nog maar beter. Hij is de ´talk of the town´ en dat weet hij, deze derde jonge Britse Jamie die in korte tijd publiekslieveling is geworden - na Oliver en Cullum. Begeleid door drie niet-musicerende ´sidekicks´ in stofjassen, die de videocamera´s bedienen, de beelden mixen en Jamie helpen bij het wisselen van zijn garderobe, zet hij een sprankelende show neer. De Robbie Williams van de techno-generatie, niets minder dan dat. Hij is grappig, gretig en voor alles een entertainer. En terwijl in de SonarClub een van de weinige Nederlandse acts in het programma, Joris Voorn - de andere, stemkunstenaar Jaap Blonk, figureert alleen in een installatie - tienduizenden in beweging krijgt met een aanmerkelijk monotonere - ´minimalere´ zeg je dan officieel - set dan de Chemical Brothers, loopt ook de hal bij Lidell voller en voller. Later, diep in de nacht, spreekt een rondborstige hoer mij aan op de Ramblas, vlak voor mijn hotel. ,,You want some fun, darling?´´ Ik antwoord dat ik Jamie Lidell al net heb gezien. Ze begrijpt het niet.