Nationaal product staat in Frankrijk hoog in het vaandel

Franse invasie op Eurosonic

Zoals elk jaar legt Eurosonic een accent op een land. Vorig jaar was de eer aan Scandinavië, dit keer is het oog gevallen op Frankrijk. Een interessante keuze; Frankrijk is de vierde muziekmarkt van de wereld met een jaarlijkse omzet van bijna 2 miljard euro. Bovendien scoort het nationaal product in Frankrijk vaak beter dan internationale topartiesten. Dat is deels het gevolg van een door de overheid opgelegd radioquotum.

Franse invasie op Eurosonic

Frankrijk is donderdag en vrijdag met twaalf acts vertegenwoordigd op Eurosonic. Daartussen zitten gevestigde namen als Laurent Garnier, Le Peuple De l’Herbe en Avril, maar ook volslagen onbekende acts als Doubleman, Gomm en Overhead. “Natuurlijk staan er elk jaar wel wat Franse acts op het festival, maar dit jaar is er in samenwerking met Conamus een speciaal accent op gelegd”, legt Cécile Hambye van Bureau Export, het Franse equivalent van Conamus, uit. In Frankrijk wordt jaarlijks voor bijna 2 miljard euro aan geluidsdragers verkocht. Daarmee vormt Frankrijk de vierde markt van de wereld. Lange tijd groeide de Franse muziekmarkt terwijl deze in andere landen kromp. De laatste maanden neemt de verkoop in Frankrijk ook af, al blijven nationale artiesten – net als in de VS en Engeland – goed presteren. Dat is deels het gevolg van de strenge richtlijnen voor radiostations. Hambye: “De overheid wilde voorkomen dat er op de radiostations een invasie aan Engelstalige muziek zou plaatsvinden. Dat zou ten koste gaan van het Franse product. Daarom is er in 1986 een quotum ingesteld waarin radiozenders worden verplicht een minimum aan Franse muziek te draaien. Airplay is heel belangrijk, zonder airplay is het moeilijk om door te breken.” De Franse audiovisuele wet is herzien in 2000. Tot die tijd moesten zenders 40 procent nationaal product laten horen waarvan de helft nieuw talent. Sinds 2000 is het quotum verhoogd naar 60 procent, waarvan eenzesde deel nieuw talent. Zelfs zenders die golden oldies draaien moeten per uur minstens één nummer van nieuw talent laten horen. Stations gespecializeerd in nieuw talent moeten 35 procent van hun tijd besteden aan het Franse product waarvan 25 procent aan nieuwe artiesten. Voor alle zenders geldt dat ook op primetime voldaan moet worden aan de quota. De wet heeft als gevolg gehad dat geluidsdragers van nationale afkomst een spectaculaire groei hebben doorgemaakt. Tot 1986 was het nationale product een bedreigde sector. En nu kijkt het Franse product dus buiten de landsgrenzen. “Eurosonic is dan een belangrijk festival”, weet Hambye. “Je kunt je er presenteren aan boekers uit heel veel landen. Bovendien opent het een deur naar Noord-Europa, een gebied dat voor Fransozen vaak moeilijk toegankelijk blijkt.” Volgens Hambye is het overigens niet zo dat de nieuwe lichting Franse bands beter is dan andere jaren. “Er zijn altijd leuke bandjes geweest. Eurosonic is echter wel een mooi festival om de strijd tegen de crisis aan te binden, we moeten nog maar afwachten of 2005 een beter jaar wordt dan vorig jaar.” De twaalf acts op Eurosonic geven volgens Hambye een goed beeld van wat er leeft in Frankrijk. “Têtes Raides heeft hier bijvoorbeeld al één miljoen exemplaren verkocht terwijl electropunkers Gomm vorige maand zijn eerste platendeal tekende, bij Pias. We Insist is ook een klein bandje maar al jarenlang bezig, ze groeien nog altijd. CQMD is een brassband en heeft in de afgelopen tien jaar over heel de wereld getoerd. Ook trippop-act Emilie Simon, een Universal-artiest, trad al op in Duitsland. Eigenlijk heeft elke Franse act op Eurosonic potentie om door te breken in het buitenland”, denkt Hambye.