Grimmig zijn de buitenwijken van Oost-Londen. De Big Ben of Buckingham Palace lijken niet mijlen, maar een wereld ver verwijderd. Hier liggen de bruin bakstenen wijken, waar de council estates de boventoon voeren. Sociale woningbouw, die de verwoestende gaten op de kaart, die de V2-raketten tijdens Tweede Wereldoorlog hebben achtergelaten, op moeten vullen. Hackney en Bow gelden als de ergste buurten, en het is juist hier waar de grime het weligst tiert. Grime ontstond uit ontaarde 2-step garage en is het Britse slang voor ‘vies’.
Zo’n tien jaar gelden was het ook vanuit deze achterstandwijken dat de illegale radiostations hun drum’n’bass uitbraakten – toen het nog jungle heette. En zo klonk het destijds ook, als een ondoordringbare geluidenbrij. Het winnen van de invloedrijke Mercury Music Prize door drum’n’bass pionier Roni Size was echter het startsein voor een langzame acceptatie van het genre, al is het nu weer ondergronds gedoken. Toen anderhalf jaar geleden grime pionier Dizzee Rascal dezelfde muziekprijs won, was de verwachting dat het met dit genre dezelfde kant op zou gaan.
Misschien is grime voor het mainstream oor nog wel ondoorgrondelijker dan drum’n’bass. Opgefokte raps op repeterende afgegraasde synthesizerlijntjes, die via het eenvinger systeem op een afgedankt casio keyboard lijken te zijn ingespeeld. Gelukkig maar, want zo blijft de grime voorlopig het domein van Londense piratenstations als Rinse FM, waar MC Wiley en Roll Deep Crew hun kunsten verder kunnen vervolmaken.
Toch lukte het oplettende label 679, dat eerder scoorde met The Streets, een sterke selectie van 12-inches samen te rapen. Vinyl, dat normaal gesproken in kleine oplages van maximaal duizend stuks haar weg vindt naar de piraten-DJ’s en liefhebbers. Maar nu dan wordt het ontsloten voor de doorsnee platenkoper. Nog mooier is dat door distributiedeal van 679 met major platenmaatschappij Warner dit album in maart ook in Amerika uit zal komen. Reken maar dat de Amerikanen daar op zitten te wachten, gezien de hype het nu al is onder webloggers. Anders dan gewone Britse hiphop heeft grime namelijk wel iets eigens. Gestript van alle bling, met onverstaanbare slang, klinkt het urgent en exotisch - ook voor Amerikaanse oren.
Hoewel op Run The Road koning Dizzee Rascal en prins Wiley zelf van de partij zijn, en er zelfs een grime versie op staat van Fit But You Know It van crossover-act The Streets, zijn het eigenlijk de jonge honden, die het hok het best weten te bevuilen. Lady Sovereign, grime’s Sporty Spice, rekent af met de heren heerschappij in haar bitchy Cha Ching. Demon voegt zowaar wat elektrische gitaren toe aan de mix van de bijtende crossovertrack Da Rush. Kano is de nieuwe grime-ster, die op het vet geproduceerde Ps & Qs zijn opwaartse lijn beschrijft. En het verderlicht bluppende Happy Dayz van Ears zal vast nog wel eens figureren als soundtrack voor een ijsjescommercial - over een jaar of tien dan.
Verwacht op Run The Road geen gemakkelijke samples. Nee, hier regeert de taal van de straat, vervat in de futuristische ringtones van nu. De dromen van teenagers in de council estates, spannend zoals rap ooit geweest is, voordat de alarmpistolen en stringtanga’s de clips gingen bevuilen. Alleen zal het nog wel minstens de explosieve kracht van een V2-raket kosten voordat dit belangrijke import album via reguliere wijze verkrijgbaar is in Nederland. Tot die tijd is het een verstandige keuze af te stemmen op 3VOOR12’s grime webradioprogramma Oi! Pirate Radio.
3VOOR12 recenseert Disque Pop (week 5): Run The Road
compilatie met de nieuwste grime uit Londen
Deze week is de Disque Pop de compilatie Run The Road: gemuteerde 2-step garage met rap, ook wel grime geheten, rechstreeks geïmporteerd uit de buitenwijken van Londen. Op deze verzamelaar bijdragen van sterren als Dizzee Rascal, The Streets en Wiley. Maar het is vooral het visitekaartje van jonge honden als Kano en Lady Sovereign.