De single Losing My Edge (bijna 8 minuten!) uit 2002 was het eerste wapenfeit van LCD Soundsystem. Vervolgens speelde de band in ons land al op onder andere 05DaysOff, Nu Heroes en Lowlands. Tussendoor verschenen er zoethoudertjes als Give It Up (lekker speedy en punky) en Yeah (een swingende electro danstrack), maar het debuutalbum zou nog even op zich laten wachten. En nu, met het cd-hoesje in de hand, wordt het eigenlijk pas duidelijk dat LCD Soundsystem een soloproject van zanger/producer James Murphy is. Murphy, helft van het veelgevraagde productieduo DFA, laat hier en daar iets door zijn bandleden inspelen maar doet het meeste zelf. Most sounds: James Murphy.
Engelstaligen noemen het 'losing your edge'. Wij zeggen misschien zoiets als 'je voelsprieten' of 'je scherpte' kwijtraken. Losing My Edge ging daarover. Ooit was je aanwezig bij de eerste Can show in Keulen (1968) en zat je in de oefenruimte bij Captain Beefheart. Je zei zelfs nog tegen de band: "Doe het niet zo; je zult geen stuiver verdienen." Je werkte in een platenzaak en had alle platen eerder dan wie dan ook. En dat gevoel gevoel raak je dus kwijt. Sterker nog: je wordt ingehaald door alle kids op internet die in één klap een cd hebben met alle goede nummers, ooit gemaakt, erop. Het zijn de kids die hun gitaren inruilen voor draaitafels, of juist hun draaitafel inruilen voor gitaren. James Murphy zingt het alsof het zijn ergste nachtmerrie is. Maar de grap is dat er niets mis is met de voelsprieten van Murphy.
Het titelloze debuut van LCD Soundsystem is namelijk wel heel erg van deze tijd. Dansbaarheid wordt moeiteloos gecombineerd met een scherp punkrandje, springerige electrobassen met snerende keyboards en doordenderende drums met schreeuwende zang die zich soms nauwelijks iets van het metrum aantrekt. Het album lijkt gemaakt om in een New Yorkse club te draaien op het moment dat een bandje bezweet het podium verlaat en het publiek wacht tot de dj's de draaitafels beklimmen. Precies drie kwartier om even naar het album van LCD Soundsystem te luisteren.
En hoe zien die vijfenveertig minuten eruit? Een luide 'au-wauw' uit de scheur van Murphy is de opmaat voor het aanstekelijke Daft Punk Is Playing At My House. Stoelen aan de kant! Hier kan meteen gedanst worden. De bas en drums bewegen zich staccato naar voren waardoor stilstaan een onmogelijkheid is. Whoo whoo yeah!
Too Much Love leunt meer op dance dan op pop: meer op Prince dan op The Fall. Tribulations doet ook sterk aan de jaren 80 denken. Alsof The Cult en Dead Or Alive in één oefenhok zijn gepropt. En dat maakt LCD Soundsystem zo uniek. Murphy is in staat ontelbare flarden muziek van weleer schaamteloos bijeen te jatten en om te vormen tot negen nummers die onmiskenbaar van nu zijn en vooral, die onmiskenbaar LCD Soundsystem zijn.
Movement is de wildste van het album. Samen de jongens van Suicide in de metro van Manhattan naar Brooklyn. En de chauffeur gooit nog even extra de vaart erin om onder de East River door te komen. Hup, en in nog geen drie minuten sta je aan de ander kant. Never As Tired As When I'm Waking Up is het rustpunt op de cd. Eindelijk ademen. Een mooi downtempo liedje dat barst van de soul. James Murphy helpt je herinneren hoe goed Lenny Kravitz ooit was.
Vanzelfsprekend is het album wel met DFA collega Tim Goldsworthy geproduceerd. Wie denkt dat Murphy zich er makkelijk vanaf heeft gemaakt door de eerder verschenen singles op het album te zetten, heeft het bij het verkeerde eind. Alle negen tracks komen vers uit de studio van Murphy. Op een bonusschijfje staan wel de oudere singles. LCD Soundsystem houdt perfect de vinger aan de pols van deze tijd. En tegelijkertijd weet Murphy iets tijdloos neer te zetten. We gaan nog veel plezier beleven aan James Murphy en aan DFA. Maar vooral ook aan dit album.
Luister tijdelijk naar LCD Soundsystem in de Luisterpaal