Nieuwe Innercity heeft potentie

Volgend jaar meer bezoekers en het kan los

Afgelopen zaterdag vond Innercity in het Amsterdamse RAI-congresgebouw plaats. ID&T vond het tijd voor een nieuwe formule, waarbij de artiest centraal moest staan, trance en harstyle weggebonjourd waren en urban, minimal en electro een prominente rol kregen. Veel bezoekers trok Innercity niet, maar degenen die er waren zagen de potentie die de nieuwe koers heeft. Muzikale hoogtepunten waren Booka Shade, Dave Clarke en Chuckie.

Volgend jaar meer bezoekers en het kan los

Afgelopen zaterdag werd een sluimerend Amsterdam-Zuid wakker geschud door Innercity, het jaarlijkse dance-evenement in Congresgebouw RAI. Tot ver in de omtrek waren de doffe vierkwartsbassen van een fatsoenlijk hallenfeest te horen en op de hoeken van de lichtbesneeuwde trottoirs stonden mannen in lichtgevende pakken het verkeer te regelen. Bijna zeven jaar geleden vond in dit reusachtige complex de eerste editie plaats van ID&T’s stokpaardje. Niet alleen luidde Innercity 1999 een nieuwe fase in voor de vaderlandse uitgaanscultuur. Innercity mix-cd’s gingen wereldwijd als warme broodjes over de toonbank, waardoor Nederlandse deejays als Tiësto, Ferry Corsten en Marco V hun internationale doorbraak maakten. Namen van Nederlandse trance- en hardstyledeejays prijkten steevast op de flyers van het feest. Maar de kaartverkoop van de vorige editie was zo tegen gevallen, dat de organisatie had besloten het het roer om te gooien. De focus moest niet op de mainstream komen, maar op wat daaronder borrelt. Er moest progressiever geprogrammeerd worden. Dat betekende voor ID&T het einde van trance en hardstyle op Innercity. Wel moest er meer plaats komen voor andere stijlen als urban, electro en minimal. Het evenement moest een afspiegeling worden van wat zich in de betere clubs afspeelt. Daarmee brak ID&T rigoureus met haar grootste achterban en zocht het de fusie met een andersoortig uitgaanspubliek. Groepen met themakledij en glowsticks zouden zo tot het verleden moeten gaan behoren. De clubganger moest zijn weg weer vinden naar de Amsterdamse RAI. En bij binnenkomst bleek inderdaad dat het voorheen zo prominent aanwezige fluo-pluche nergens meer te bekennen is. Zelfs de cowboyhoeden met panterprint waren op twee handen te tellen. Er liep een aangename dwarsdoorsnede van het Nederlandse uitgaanspubliek. Hier een houser, daar een hiphopper, zij aan zij van hal naar hal hobbelend. Vroeger was de drukte zo groot, dat er eenrichtingsverkeer was ingevoerd in de gangen. Onlangs verzuchtte ID&T directeur Duncan Stutterheim nog, dat hij daar voortaan vanaf wilde. Afgaande op de dunbezaaide gangen en de half gevulde hallen zou het ook geen dringen worden. En dat was voor de bezoeker een verademing. In de electrozaal stond Handel, de electrohouseformatie van deejay Eric de Man, voor een eveneens dunbezaaide dansvloer. Maar de mensen die er waren genoten van hun act. Waar het Handel afgelopen Koninginnenacht bij Twstd en onlangs in Club 3VOOR12 aan de nodige podiumprestatie ontbrak, bleken zij ditmaal hun schaapjes behoorlijk op het droge te hebben. De muziek liep beter in elkaar over, zangeres Sanne van Herk zong foutloos en Eric de Man hield zich in met scratchen. Met de toevoeging van twee danseressen en een goede basgitariste stond de act als een huis. De main hall was een stuk kleiner dan voorheen: geen eindeloze Europahal, maar een overzichtelijke, ja bijna knusse hoofdzaal met weinig bekleding. De artiest stond immers dit jaar centraal. Hoewel de ingecalculeerde lage opkomst vast ook een rol erin had gespeeld. Nederlands technodeejay Bart Skils en Belgisch crossoverduo 2ManyDjs beten het spits af in deze zaal. Het aanwezige publiek deed, zij het aan de tamme kant, vermoeden dat ze nog een goed feestje voor de boeg had. In de minimalzaal verzorgden Eindhovenaar Makcim en de Amsterdamse Lauhaus de eerste helft van de avond van achter de decks. Laatsgenoemde wist het subgenre te overschrijden met wat hij zelf gekscherend een ec-klik-tische set noemde. Met de nodige uitstapjes naar house en techno wist Lauhaus een vloeiende set neer te zetten, die een warm nestje vormde voor de live act van die zaal, Booka Shade. Dit Duitse duo heeft het laatste jaar een aantal essentiele platen uitgebracht op DJ T’s label Get Physical, ook onder hun pseudoniemen M.A.N.D.Y en Chelonis R. Jones. Melodieuze minimalistische electrohouse met een epische inslag was hier het devies. De één achter zijn laptop en de ander op de drums zorgden voor één van de muzikale hoogtepunten van de avond. In de progressivehal was inmiddels Sander Kleinenberg aangetreden. Deze sympathieke Hagenees verhuisde een jaar of vijf terug naar Engeland, waar zijn ster tot ongekende hoogte rees. Nu staat hij steevast in de hoogste regionen van de internationale deejaylijsten. Het mooie aan Kleinenberg is, dat hij zich nooit heeft hoeven aanpassen aan wat de massa van hem verwachtte. Terwijl deejays als Tiësto zich na hun doorbraak alleen nog maar richtten op extatische stadiontrance met de daarbij behorende, zorgvuldig gechoreografeere handgebaren, bleef Kleinenberg altijd trouw aan de groove. Ook vanavond wist hij te bekoren als vanouds. Progressive house op zijn best... En hoe zou het de urban/hiphophoek vergaan? De Puppetmastaz onderhielden hun publiek met een vermakelijke poppenshow, die de hele bling-bling cultuur op de schop nam. De muziek was een slechte rip-off van Cypress Hill, de poppen een stel mislukte muppets. Mister Wix draaide vervolgens het publiek warm voor de volgende poppenkast. De Jeugd Van Tegenwoordig maakten namelijk hun opwachting en de hal vulde zich met een meezingende mensenmeute, die niet alleen Watskeburt, maar het hele album uit volle borst meescandeerde. Gelukkig had Vieze Fur een dankbaar woordje over voor zijn achterban: “Viese Kankerjunkies!”, riep hij hen zichtbaar aangeslagen toe. Een kijkje bij de standjes was de volgende stap. Zoals bij ieder massaal feest waren ook vanavond weer de hotdog en de hamburger van de partij. Grote afwezige was het broodje beenham, dat ook bij een tweede zoekpoging echt bleek te ontbreken. Wel was er een deejayschool, waar je samen met de draaileraar onder de koptelefoon mocht luisteren naar hoe een plaat moet worden gemixt. Jammer genoeg moest 3VOOR12 de leraar uitleggen dat hij de pitchknop niet op reset moest laten staan. Daar wilde de beste man niets van weten, want je bent leraar of je bent het niet... Een blik naar links leerde dat de cowboyhoed wel nog te koo hing. Op naar de technozaal dan maar. Ark ark ark, knallen doe je bij Dave Clarke. En ja hoor. De beste man stond er parmantig bij. Zijn dure Havanna had plaatsgemaakt voor een kruidiger sigaret en hij stond zowaar te glimlachen met de handen in de lucht... Was dit nou de man met de lange leren jas die ooit in Lola Da Musica de verbitterde Midnight Cowboy uithing? Hij zag er verdomd gelukkig uit. Dat jaar wonen in Amsterdam had hem zienderogen opgeknapt. Zijn set was voor de verandering eens niet doorspekt met zijn uitgemolken trukenarsenaal. De turntablist in Clarke had plaatsgemaakt voor de deejay, waardoor het publiek zich kon verliezen in een fantastische set. De hoge verwachtingen van Alter Ego verdwenen al bij hun eerste drie platen als sneeuw voor de zon. Of dat nou aan het geluid lag of aan de muziek is niet helemaal duidelijk. De show was een pijniging voor de oren en een kwelling voor de ochtendgeest. Sandrien in de minimalzaal bracht soelaas. Als een malle walste ze over het knusse bovenzaaltje heen. Niet voor niets was de dansvloer helemaal gevuld met een enthousiast en gezellig publiek. Aan het einde van de rit (vijf tot zeven) was daar nog Chuckie in de urbanzaal, die plots vanuit het niets de ene na de andere tribal techno plaat uit zijn tas toverde. Een half uur lang leek de Nederlandse Derrick May hier te staan. De crossover naar urban werd snel weer gemaakt en de bootybassen schalden door de bomvolle zaal. Gelukkig maar, want de dansvloer wist zich meer raad met een vocale urbanplaat. De fusie tussen urban en dance had zich op deze Innercity niet geheel voltrokken. Soms zag je een verdwaalde hiphopper in de minimalzaal boogien of een uitzinnige houser bij De Jeugd, maar verder leek het publiek zich toch vooral tot het bezoeken van hun eigen helden te beperken. De afwezigheid van trance en hardstyle was aan de ene kant een verademing, omdat het publiek een stuk ouder was en er opvallend weinig agressieve blikken werden uitgewisseld. Maar anderzijds miste je als bezoeker toch de uitbundigheid die deze muziek bij haar bezoekers veroorzaakt. De sfeer was gemoedelijk, maar ook bij vlagen gezapig. Al met al toch een aardig avondje massahysterie. Voor een feest zo massaal toch best goed te pruimen. De potentie voor het nieuwe Innercity is er. De hoeveelheid gastenlijsten mag het aantal verkochte kaarten ruimschoots zijn gepasseerd - de vruchten zijn geplant voor een nieuw soort evenement, dat hopelijk volgend jaar een vervolg heeft. Veel Innercity-sets zijn opgenomen door 3VOOR12 en binnenkort te beluisteren bij onze deejaysets.