The Skidmarks heeft aangekondigd te stoppen. Nog tot en met augustus toert de Amsterdamse garage punk rock ’n roll-band, daarna is het over. De split is het resultaat van een proces dat is ingezet na het floppen van de derde plaat uit mei 2004, die ironisch genoeg Till The Last One’s Gone heet.
“The cookie is finished”, verwoordt de band het met een vrolijke kwinkslag op haar website. Toch ligt het heel wat gevoeliger. “Ik baal er van en ben verdrietig over het besluit, maar het is niet meer om te keren”, zegt gitarist Maarten van Essen. De groep heeft het besluit in januari al genomen, maar vond het toen nog te vroeg om het nieuws wereldkundig te maken. Afgelopen week is het dan toch naar buiten gekomen via de website. “Als je het dan ’s middags op de website van het Popinstituut ziet verschijnen, is het wel heel direct. Dat geeft beslist geen fijn gevoel”, verzekert Van Essen.
The Skidmarks is in 1995 opgericht. In eerste instantie is het een hobbyproject. Als hun muziekstroming dan door het succes van The White Stripes en The Strokes aan een revival begint, ontstaat er plots belangstelling voor de Amsterdammers. Het debuut Come And Get It! verschijnt in 2002 via Munich en slaat goed aan. The Skidmarks ontvangt een Essent Award en speelt op de belangrijke festivals. Ook komt de band drie keer langs in Club 3VOOR12/Club Lek.
In mei 2004 levert de band Till The Last One’s Gone uit, het album dat ze zelf als meesterwerk beschouwen. “Ondanks veel media-aandacht, heeft de plaat het slecht gedaan”, bekent Van Essen. “Het klinkt misschien gek, maar we hebben nooit geleerd hoe we onszelf in de markt moeten zetten. Die eerste plaat ging als vanzelf zo goed.” Toch heeft hij wel een vermoeden waardoor de plaat is geflopt. “De zanger kreeg een stembandeninfectie, de studio-opnamen lagen drie maanden stil. Daarna hadden we het geduld niet om te wachten met het uitbrengen ervan. Met als gevolg dat er geen promotieplan lag of een toer klaar stond.”
De flop is het begin van het eind. Van Essen: “Ik merkte het in de oefenruimte. We repeteerden plichtmatig en er kwamen geen nieuwe nummers meer. Op een gegeven moment heb je alles bereikt wat je kan bereiken. Dat merk je ook als je voor de derde keer in hetzelfde zaaltje in Noord-Nederland speelt. Er was een onomkeerbaar proces in gang gezet.” De grootste verdienste van The Skidmarks? “Ik ben er trots op dat we een eigen geluid hadden. Natuurlijk heb je veel rammelende garage-bandjes, wij hadden een eigen manier van spelen. Het was een eigen stijl voor de fijnproever.”
Alle bandleden gaan verder met andere projecten. Zanger Jeroen Mesker stort zich op The Amoks, bassist Ernie Jonkman zit ook in The Gentlemen’s Club en Fat Pete & The Sherpa’s terwijl Peter van Rijn drumt in The Parlandos, Fat Pete & The Sherpas en The Dam. In laatstgenoemde zit Van Essen zelf ook. The Skidmarks hebben tot en met juni nog 25 shows gepland waarvan tien in Spanje. De band maakt het nieuws nu bekend om podia in de gelegenheid te stellen de Amsterdammers nog eens uit te nodigen. “Mogelijk doen we dan wat meer verzoekjes.”
De koek is op bij The Skidmarks
Gitarist Maarten van Essen: “Het was een onomkeerbaar proces”
Na tien jaar heeft The Skidmarks besloten er een punt achter te zeggen. De koek was op. Of zoals de garage punk rock ’n roll-band op haar website zegt: “The cookie is finished”. Gitarist Maarten van Essen: “Het was een moeilijke keuze in een onomkeerbaar proces. The Skidmarks toert nog tot eind augustus om afscheid te nemen van haar publiek.