Het Nationaal Popinstituut heeft aangekondigd wat de gevolgen zijn van het kleinere budget dat ze volgend jaar krijgt. Het budget voor de toursupportregeling - voor bands die touren in het buitenland - gaat van 130.000 naar 60.000 euro. Het project Musicxport.nl, dat Nederlandse muziek actief promoot in Duitsland, wordt helemaal stopgezet. Ook stopt het NPI met uitbrengen van verzamel-cd’s met daarop muziek van nog ongetekende Nederlandse bands. Het FRET@live festival verdwijnt, het blad zelf zal nog maar 6 keer per jaar verschijnen. Tenslotte stoppen de bijdragen aan het bijzonder hoogleraarschap popmuziek aan de Universiteit van Amsterdam en wordt de Pop Pers Prijs na 10 uitreikingen afgeschaft. Het Nederlands Popmuziekplan - een subsidieregeling voor bands en podia - blijft wel bestaan, maar verhuist naar een ander fonds. Als gevolg daarvan verliest het NPI tenminste 3 medewerkers. Ook het voortbestaan van het NPI zelf is na 2005 is op dit moment nog onzeker, aldus directeur Jaap van Beusekom: “We hebben slechts subsidie gekregen voor één jaar in plaats van de gebruikelijke vier. Er is een plan om de twintig muziekinstituten samen te voegen tot een groot instituut. Niemand gelooft er in, maar het staat wel op papier. Zoals Jan Tromp al zei: het is als een bond voor alle ballenspellen. Eind dit jaar maakt het ministerie nieuwe richtlijnen bekend, waarna wij voor 1 maart 2005 een nieuw beleidsplan moeten schrijven. Dan zal blijken of er nog iets te schrijven valt, of er nog een toekomst voor het NPI in zit.” De keuze voor deze bezuinigingen is genomen na het maken van een prioriteitenlijst van alle activiteiten. Van Beusekom: “We hebben gekeken welke dingen we een jaar kunnen overslaan zonder onherstelbare schade aan te richten. Mocht het na 2005 toch weer ietsje beter worden, dan is het makkelijk om weer te starten met het uitgeven van cd’s. Maar als we een jaar stoppen met het verzamelen van knipsels over Nederlandse popmuziek, dan ontstaat een gat in het archief van onze mediatheek dat nooit meer is te dichten.” Andere bezuinigingsmogelijkheden, zoals het verhuizen uit het door velen als duur beschouwde pand in het centrum van Amsterdam, leveren volgens Van Beusekom veel te weinig op: “Als je de onderhuurders ervan aftrekt, komen we op een jaarlijkse huur van ongeveer 35.000 euro. Dat is echt niet zo veel hoor. Daar kun je weinig tot niets op winnen.” Hoewel het ministerie nu bekend heeft gemaakt geen millimeter te willen schuiven in de opgelegde bezuinigingen, heeft Van Beusekom de hoop nog niet helemaal opgegeven: “Op 22 november komt de kamerbehandeling van de cultuurnota en de bezuinigingen. De Tweede Kamer kan er nog een stokje voor steken.” Om dat voor elkaar te krijgen is Van Beusekom op dit moment veelvuldig in gesprek met kamerleden. De reacties zijn volgens hem wisselend.