Dance-organistor ID&T verlaagt de prijzen voor haar feesten vanaf januari met tien procent. Ook verloopt de kaartverkoop niet langer via een ticketbureau. ID&T wil de kosten drukken door kaarten te verkopen via internet. Deze maatregelen moeten er voor zorgen dat de evenementen van het bedrijf weer uitverkopen. Opeens ging het niet meer goed met de kaartverkoop van dance-organisator ID&T. Voor feesten die doorgaans snel uitverkochten, bleven nu kaarten liggen. Directeur Duncan Stutterheim denkt dat de hoge prijzen de oorzaak zijn van de teruggelopen belangstelling. “Daar hebben we zelf aan meegewerkt, we moeten de hand in eigen boezem steken. Elk jaar zijn de prijzen tien procent gestegen zonder dat we het zelf echt door hadden. Innercity kostte vijf jaar geleden 65 gulden, nu is het 52 euro. Het is genoeg geweest.” Volgens Stutterheim heeft ID&T nu een bruto winstmarge van 30 procent. ID&T wil al een statement maken bij de eerstvolgende Innercity, op 18 december. Op één toegangskaart kunnen twee mensen naar binnen, feitelijk dus een korting van vijftig procent. In 2005 zullen de prijzen met tien procent afnemen. Stutterheim: “Bij sommige feesten zal dat iets meer zijn, bij andere iets minder.” Daarnaast zal de bezoeker minder servicekosten hoeven te betalen. ID&T beëindigt de samenwerking met Ticketbox. “Het contract liep af en ze stelden servicekosten voor van €3,75. Dat zijn omgerekend acht guldens. Dat is te hoog”, vindt Stutterheim. De kaartverkoop zal voortaan via internet en telefoon verlopen. Stutterheim kan nog niet zeggen wat de kosten voor reservering zijn. “We moeten met spoed kijken hoe we dit gaan doen.” Stutterheim denkt dat andere organisatoren mee zullen gaan in de prijzenslag. “Ze moeten wel iets doen. Het publiek waardeert deze actie enorm, in drie uur tijd heb ik al 200 mails daarover binnen gekregen.” Zijn collega Brian Bout van UDC zegt echter niet meteen de prijzen te verlagen. “Het verbaast me niks dat ID&T dit doet, kijk maar naar de economische ontwikkelingen. Het is ons beleid om 15 procent goedkoper te zijn dan de meeste evenementen. Bij Dance Valley dit jaar hebben we de prijzen al iets verlaagd. Bovendien waren de toiletten en het pendelvervoer gratis”, zegt Bout. “We zullen naar de marktontwikkeling kijken, maar vooralsnog blijven we bij onze prijzen. Het is moeilijk om daar nog iets van af te halen. Dan moet je bezuinigen op beveiliging of show, dat wil je niet.” Bout denkt dat het prijsverschil van 15 procent met ID&T behouden blijft. “Tiesto in concert kostte €55,- terwijl wij voor Carl Cox €37,50 vroegen. Dat is een heel groot verschil voor een vergelijkbaar evenement.” Ook Bout merkt dat de belangstelling terugloopt. “Er is een enorme overkill, de concurrentie is moordend. Je moet er harder voor werken om je kaarten te verkopen. Toch is onze verkoop op peil. Dat ID&T nu zo snel zijn prijzen wil verlagen, is volgens mij een paniekreactie.” Hij vindt wel het goed dat ID&T zijn prijzen verlaagt, in elk geval beter dan het weggeven van kaarten om de zaal toch vol te krijgen. “Daar zijn wij drie jaar terug al mee gestopt. Je ondermijnt je eigen evenement, het publiek wacht tot de kaarten door de brievenbus glijden.” Concertorganisator Mojo verwacht evenmin de prijzen te verlagen. Woordvoerder Jan Willem Luijken: “De torenhoge gages die artiesten vragen, bepalen bij ons de prijs. De duurste kaarten zijn altijd het snelst uitverkocht. Zo lang dat het geval is, zullen de artiesten niets van hun gages afhalen.” Luijken stelt verder dat Mojo en ID&T moeilijk te vergelijken zijn. “Wij doen live-evenementen, ID&T organiseert feesten. De prijzen zijn totaal verschillend opgebouwd.”