Alexander Robotnick: na twintig jaar toch nog succesvol

Ruim twintig jaar na zijn italo electro culthit 'Problemes D'Amour' keert de Italiaanse producer Maurizio Dami terug in de huid van Alexander Robotnick. Komende zaterdag staat hij in de Amsterdamse Melkweg. "Ik kwam er langzaam achter dat ik een mythe was geworden."

Alexander Robotnik is het muzikale alter ego van de Italiaanse keyboard speler en zanger Maurizio Dami. Robotnick scoorde aan het begin van de jaren tachtig enkele danshits met 'Problemes D'Amour' en 'Dance Boy Dance'. Vooral 'Problemes D'Amour' bleek later van grote invloed op de house en techno pioniers in Chicago en Detroit en Alexander Robotnick werd één van de godfathers van de huidige electro scene. Maar daar had hij zelf geen weet van, totdat hij in de jaren negentig op internet zijn artiestennaam overal zag opduiken. Dami is inmiddels 54 jaar en keert na ruim twintig jaar terug als Alexander Robotnick. Hij maakte een nieuw album, samen met Kiko en The Hacker, en staat komende zondag 20 juni in de Amsterdamse Melkweg op een avond met de toepasselijke titel: History Repeating. Robotnick maakte in 1983 op simpele apparatuur 'Problemes D'Amour' met de intentie een goedkope danshit te scoren. "Veel mensen vonden het een matige track, omdat er alleen maar computergeluiden inzaten en geen echte instrumenten." Zijn productie werd in New York geremixed door Francois Kevorkian en leek een gouden toekomst tegemoet te gaan. Maar het echte succes bleef aanvankelijk uit. De plaat verkocht niet meer dan zo'n 10.000 stuks. "En dat was echt niet veel in die tijd, elke dansplaat met een vierkwartsmaat verkocht zoveel." Dami werd niet rijk van zijn carriere als Alexander Robotnick en verlegde zijn interesse al snel richting wereldmuziek. Pas in de jaren negentig ontdekte Dami via internet dat Alexander Robotnick een bekende naam was, een hype bijna. "Ik ging op een dag eens zoeken op die naam en er waren veel internetshops die 'Problemes D'Amour verkochten. Veel bootlegs vooral. Maar dat geeft niet echt, want ik beschouw dat nummer als een soort evergreen, een klassieke track. Ik zag dat ik een soort mythe was geworden." De hernieuwde aandacht voor zijn muziek bracht Dami op een aanlokkelijk idee. "Ik wilde wachten tot twintig jaar voorbij waren, want alle stijlen komen om de twintig jaar terug. En in 2000 ben ik dan beginnen te denken over een comeback." Een belangrijke factor daarbij waren Kiko en The Hacker, die Robotnick in 2003 ontmoette. "In de afgelopen 20 jaar heb ik veel verschillende soorten muziek gemaakt, vooral wereldmuziek. Dus het was niet zo makkelijk voor me om de stijl weer op te pikken. Ik had iemand nodig die jong was en zonder mijn ervaring om te kunnen focussen op de huidige electro sound." "Het is heel raar. Ik ben 54, en sta nu te dj'en in clubs voor mensen die echt staan te huilen als ze mijn muziek horen. In de jaren tachtig kwam ik als artiest Italië nooit uit, ik sprak geen Engels. Het maakt me gelukkig, want voor de eerste keer kom ik veel hedendaage artiesten tegen, plus ik ben Engels gaan spreken, en ben als Alexander Robotnick nu op zoveel plaatsen geweest. Zoals laatst in Stockholm, een prachtige stad. En zelfs in het legendarische Paradiso, waar ik 1972 ook al naar toe ging nadat ik LSD had geslikt in het Vondelpark."