ID&T Radio kondigt bodemprocedure aan na verliezen kort geding tegen de Staat

Inkomstenderving 1,3 miljoen euro onvoldoende bewezen

De rechtbank in Den Haag heeft ID&T Radio in het ongelijk gesteld in het kort geding dat de dancezender tegen de Staat aanspande. ID&T Radio zou benadeeld zijn bij de verdeling van de etherfrequenties, waardoor ze 1,3 miljoen euro aan reclame-inkomsten misliep. ID&T Radio laat weten een bodemprocedure aan te spannen.

Inkomstenderving 1,3 miljoen euro onvoldoende bewezen

ID&T Radio heeft het kort geding dat zij tegen de Staat heeft aangespannen verloren. De dancezender vindt dat ze is benadeeld bij de verdeling van de etherfrequenties waardoor ze 1,3 miljoen euro aan reclame-inkomsten is misgelopen. De rechtbank van Den Haag wijst die beschuldiging dus van de hand. Bas Meijer, directielid van ID&T Radio, laat hierop weten een bodemprocedure aan te spannen. ID&T Radio heeft haar eis gebaseerd op een voorval in mei 2002. Destijds leek het er op dat er een tussentijdse oplossing zou komen voor de alsmaar uitgestelde frequentieverdeling. Twee nieuwkomers zouden een pakket krijgen zodat ze in september dat jaar konden beginnen met uitzenden. Volgens ID&T was zij samen met Arrow Classic Rock de kanshebber. Veronica stak echter een stokje voor deze tussentijdse oplossing. “Maar de rechter in Rotterdam had reeds beloofd voor 1 september 2002 met een tijdelijke verdeling te komen. ID&T Radio was daar toen helemaal klaar voor”, aldus directielid Bas Meijer. Zijn station zou pas negen maanden later bij de definitieve verdeling een etherfrequentie binnenhalen. In die negen maanden stelt de dancezender 1,3 miljoen euro reclame-inkomsten te zijn misgelopen. De Staat beweert dat het helemaal niet zeker is dat ID&T Radio inderdaad zo’n tussentijdse etherfrequentie zou hebben bemachtigd. Daarvoor zou eerst een vergelijkende toets moeten worden afgenomen, wat ook is gebeurd bij de definitieve verdeling. Langs die weg kreeg ID&T Radio in juni 2003 inderdaad een etherfrequentie toegewezen. De Staat stelt dat de vergelijkende toets er in mei 2002 heel anders had kunnen uitzien. Ook hadden er andere partijen aan mee kunnen doen. Om te bewijzen dat de vergelijkende toets dus inderdaad dezelfde uitkomst zou hebben gehad als een jaar later, moet nader onderzoek worden gedaan. Daarvoor was in het kort geding echter geen ruimte. ID&T heeft zich hierop verweerd door te zeggen dat goed geïnformeerde bronnen hadden bevestigd dat de dancezender ‘in de prijzen zou zijn gevallen’. De Staat ontkent dat dit ‘in de wandelgangen’ al bekend zou zijn. Gezien dit twistpunt zou ID&T Radio met onderbouwingen moeten komen. Dat heeft de dancezender niet gedaan. Meijer van ID&T Radio had op een andere uitspraak gehoopt, al had hij al rekening gehouden met dit oordeel. "Het belangrijkste is dat de rechter heeft gezegd in een kort geding niet te kunnen oordelen over deze zaak omdat er meer onderzoek nodig is. Bovendien konden we geen getuigen oproepen, waardoor we dus niet konden onderbouwen dat we in de prijzen waren gevallen. Daarom zullen we een bodemprocedure aanspannen." Het nieuwe proces zal volgens Meijer ongeveer een jaar duren.