Ironisch genoeg in dezelfde week als Seattle grootheden Pearl Jam met veel bombarie hun hits akoestisch herkauwen op hun zoveelste live album, komt de haast vergeten frontman van die interessantere Seattle-band Screaming Trees met zijn zesde solo album. Mark Lanegan was tot voor kort een louter bij de critici bekend fenomeen. Op zijn solo albums liet hij zijn akoestische softe kant zien, terwijl hij met de Screaming Trees in grunge gedipte rock afleverde, die de tijd heeft doorstaan - check bijvoorbeeld het uitstekende Screaming Trees album Dust uit 1996.
Maar het kan verkeren, de aanhouder wint. Lanegan was altijd al een favoriet in het adressenboekje van menig rockmuzikant. Hij staat bijvoorbeeld in dat van Afghan Whigs frontman Greg Dulli, en zeker in dat van alle leden van The Queens Of The Stone Age, voor wie hij de taak van freelance zanger en songwriter vervulde op hun succesvolle Songs For The Deaf album en tournee. Een nieuw solo album biedt een mooi excuus om de contacten met oude vrienden te verversen, moet Lanegan gedacht hebben. Hij belde naast Dulli en zijn Queens Of The Stoneage-maatjes Josh Homme en Nick Olivieri, ex-Guns’N Roses/Velvet Revolver bandleden Izzy Stradlin en Duff McKagan en Dean Ween van Ween, om er maar een paar te noemen. En hij maakte PJ Harvey het hof, maar daarover straks meer. Genoeg om nu ‘band’ achter zijn naam te kunnen zetten.
Nog groter dan de bandnaam staat de albumtitel Bubblegum. Met grote rode letters… De grapjas heeft het meteen in de openingstrack When Your Number Isn’t Up over zelfmoordpogingen. Het bubblegumpop gehalte is laag, maar wat wil je: Lanegan is een doorgaans verslaafde muzikant, die al op zijn twaalfde in de bak belandde. Voor het stelen van een fles whisky, welteverstaan. Lanegans rafelige stem werd al in 1994 met zijn tot dan toe beste soloalbum Whiskey For The Holy Ghost gemarked middels een gratis whiskyglas voor het journaille.
Op Bubblegum laat hij anders dan op zijn vijf andere solo albums duidelijker zijn twee kanten naar voren komen. Op de single Sideways In Reverse rockt Lanegan alsof hij in een gevecht is verwikkeld met Queens Of The Stone Age. Maar op hoogtepunt Come To Me geilt Lanegan PJ Harvey in een duet op tot grote hoogten: de feeks getemd met de akoestische gitaar. Een bezoeker van het 3VOOR12-Forum omschreef Lanegan al als ‘de vrouwelijke PJ Harvey’. Terecht: samen hebben ze de blues met zand in de schoenen.
Het is te hopen dat overlever Lanegan nu met het zonder noemenswaardig zwakke plekken geschreven Bubblegum eindelijk de aandacht krijgt die hij al jarenlang verdient. Hoe zou de geschiedenis zijn geschreven, wanneer hij zoals oorspronkelijk de bedoeling was voor zijn eerste solo album in 1990 bluescovers opgenomen had met Nirvana’s Kurt Cobain? Vast en zeker net zo mooi als op zijn prachtige coveralbum I’ll Take Care Of You uit 1999, waarop Lanegan zijn draai geeft aan songs van ondermeer The Gun Club, Bobby Bland, Eddie Floyd en Tim Hardin. En terwijl je die haast vergeten Lanegan solo-albums uitcheckt, ruil je die oude Pearl Jam albums meteen even in voor de Screaming Trees back catalogue, wil je?
Bubblegum staat tijdelijk in de Luisterpaal.
3VOOR12 recenseert Disque Pop (week 32): Mark Lanegan
Op Bubblegum geilt eeuwige loser Lanegan PJ Harvey op
De carrière van ex-Screaming Trees zanger Mark Lanegan kwam nooit echt van de grond. Nu hij als freelancer een tijdje bij Queens Of The Stone Age heeft meegedraaid, is er hopelijk meer animo voor zijn zesde solo album, waarop hij PJ Harvey opgeilt. Bubblegum is deze week Disque Pop De La Semaine.