3VOOR12 recenseert Disque Pop De La Semaine (week 17): Wiley

'Treddin On Thin Ice' is een solide debuutalbum, maar geen klassieker

'Wot do u call it? Garage, Urban, 2step, Grime? Who told you that I made Garage? I don't make Grime, I make Eski!' Op de eerste single van Wiley's debuutalbum 'Treddin' On Thin Ice' voor XL, het label dat eerder ook zijn vriend Dizzee Rascal tekende, laat de Londense MC er geen misverstand over bestaan. Hij is niet in een hokje te plaatsen, hij IS het hokje. En Wiley is deze week Disque Pop De La Semaine.

'Treddin On Thin Ice' is een solide debuutalbum, maar geen klassieker

Producer/MC Wiley is de man die Dizzee Rascal bij zijn Roll Deep crew haalde en 2step een ander geluid gaf met zijn eigen 'Eskimo' en 'Ice Rink' ritmes. Deze 'riddims' worden net als door de Jamaicaanse MC's gebruikt als basisbeats voor een freestyle. Als mentor van de scene voegde Wiley de afgelopen jaren in zijn talloze klassieke producties onder meer Orientaalse klanken toe aan het geluid en maakte als eerste 'riddims' zonder beats. Zijn 'Eski' beat bleek de invloedrijkste nieuwe ontwikkeling binnen de Londense scene. 'Treddin' On Thin Ice' is een stuk toegankelijker dan Dizzee Rascal's Mercury Music Prize winnende debuut 'Boy In Da Corner'. Het maakt het album, niet onbelangrijk voor een label als XL/V2, commerciƫler -, maar ook minder extreem en spannend dan 'Boy In Da Corner.' In tracks als 'Wot Do U Call It' en 'Doorway' klinkt de Wiley van de Londense piratenradiostations: met een ingetogen maar rappe en rauwe stem over de ijskoude beats. Voor de kenners van het genre vallen er veel bekende riddims te horen, zoals het pikzwarte 'Ground Zero' (gemaakt op 11 september 2001) en 'Eskimo' en 'Ice Rink'. Die laatste komen in de vorm van 'interludes', korte tussendoortjes, die jammer genoeg geen recht doen aan de fantastische en radicale producties. Het zijn misschien wel de beste stukken muziek op het album. In andere tracks ('Next Level', 'Yeah Right') gaan de goedkope Casio sound en simpele melodietjes soms wat op de zenuwen werken. Dan is de vocale kracht van Wiley gewoon niet groot genoeg van een nummer iets speciaals te maken. In het grappige 'Goin Mad' doet Wiley een 'Mike Skinner'. Deze geezer-funk had zo op de nieuwe Streets plaat gepast. Ook heel erg Brits, maar een beetje flauw is 'Who Ate All The Pies', dat met zijn voetbalkoor-refrein voor niet-Engelsen gewoon kinderachtig overkomt. Toch valt er genoeg te genieten en deze plaat is zeker als album luisterbaarder 'Boy In Da Corner', waarbij je af en toe naar adem moest happen. En ja, de vergelijking dringt zich toch bij elke luisterbeurt op. Waarom Wiley er in samenspraak met de platenmaatschappij voor heeft gekozen (de twee werden tegelijk getekend door XL) zijn 'coming out' voor het grote publiek pas na die van broekie Rascal te plannen is een interessante vraag. Zijn profiel was in principe al groter dan dat van Dizzee. Misschien gunde hij zijn kleine 'broertje' de spotlights. Feit is dat 'Treddin On Thin Ice' door 'Boy In Da Corner' nooit meer de bom zijn die het in principe wel is. Dizzee Rascal is de moeilijke jongen met een zware jeugd en een kop vol zorgen, Wiley is het geweten van de scene, een intelligente en aardige gast met wie je een biertje in de pub gaat drinken. Of zoals iemand het op een messageboard schrijft: 'If Dizzee is Tupac, Wiley is Method Man.' 'Treddin' On Thin Ice' laat horen waarom Wiley de belangrijkste man, maar niet de popster van de scene is. Verplichte kost voor muziekfreaks, maar nog steeds moeilijk materiaal voor het grote publiek. Een interessant tijdsdocument, een solide debuutalbum, maar geen klassieker.