Salon Fantasio: Doe-het-zelf remedie in sombere A&R-tijden

Niels Aalberts: "Een platencontract is niet het hoogst haalbare"

De eerste Salon Fantasio van het seizoen 2003/2004 had een heet onderwerp: de toekomst van A&R ten tijde van een economische dip ging vele aanwezigen direct of indirect aan. Het leverde heldere standpunten en peptalk voor de noeste thuiswerkers.

Niels Aalberts: "Een platencontract is niet het hoogst haalbare"

Nu Nederlandse acts onder contract bij platenmaatschappijen bij bosjes sneuvelen, is het hoog tijd het beroep van Artist & Repertoire-manager eens onder de loep te nemen. Want deze heren achter hun bureau met bergen demo's zijn toch degenen die in eerste instantie met de platencontracten zwaaiden? Van Katoen-zanger Bazz Barnasconi, het schoolvoorbeeld van de doe-het-zelf aanpak, nam het donderdag op tegen een heel leger van A&R-managers: Leon Happé (Partners In Crime/PIAS), Kees de Koning (Top Notch/Virgin), Niels Aalberts (ex-Universal), en de kampioen van de maakbare artiest, Idols A&R consultant Henkjan Smits. Dit in het kader van de eerste en drukbezochte aflevering van Salon Fantasio van het nieuwe seizoen, de ditmaal door Jan Douwe Kroeske en Robert Tilli geleide discussieserie van het Nationaal Popinstituut. Muzikant Barnasconi gooide meteen de knuppel in het hoenderhok met de opmerking dat de A&R-afdeling nu niet de meest stimulerende afdeling van de platenmaatschappijen is: "A&R is de bierkaai waar je doorheen moet om een platencontract te krijgen". Maar Leon Happé verdedigde zich kranig: "Je lijkt als A&R-man wel een coach bij een voetbalteam - als een act niet verkoopt, vlieg je er als eerste uit. Je ziet nu dat veel labels gewoon te veel acts hebben getekend - en ik denk dat de uitdunning uiteindelijk zelfs goed is voor wat er nu overblijft. Ik zie mijn rol meer als een vertaalbuffer om de belangen van de artiest en het label over en weer duidelijk te maken." Volgens Barnasconi streven labels en artiesten niet hetzelfde doel na: "Voor een platenmaatschappij is het belangrijk om geld te verdienen om in de auto van de zaak rond te kunnen blijven rijden. Voor een muzikant zijn de commerciële beslissingen niet het belangrijkst. Het systeem klopt sowieso niet. Live spelen is ons ding. Onze website en CD's zijn als ondersteuning bedoeld voor het krijgen van optredens." Voor Henkjan Smits is het juist heel belangrijk of het wel of niet verkoopt: "Wat er de afgelopen tijd is doorgebroken komt niet uit het clubcircuit. Waarom zou je zo'n tv platform als Idols negeren? De radio gaat steeds meer luisteren naar de consument." Ook ter sprake kwam het opnamebudget nu muzikanten in hun homestudio met behulp van computers goedkoop kunnen werken. Leon Happé: "Ik schrok me drie jaar geleden een hoedje toen ik pas bij PIAS ging werken. Er was een band waar voor 175.000 gulden werd geïnvesteerd in de opnames." Barnasconi: "De sound van de Wisseloord studio's is niet meer heilig - de zoldersound van Nieuwegein is ook goed genoeg." Henkjan Smits: "Aan de andere kant zijn muzikanten nu bang om te declareren. Als er iets thuis gemaakt wordt, dan wordt er te snel van uitgegaan dat het gratis is." Ook in deze zware tijden is er nog hoop. "Goede talenten komen er altijd en A&R zal een kweekvijver blijven waar dingen uitgeprobeerd worden op het publiek." Aalberts: "Je profiteert bij de platenmaatschappij uiteindelijk van de know how en het media-netwerk. Maar een platencontract is niet het hoogst haalbare - je kan het in veel gevallen net zo goed allemaal zelf doen". Zoals Katoen dus. Binnenkort verschijnt een live CD. In het hoesje was nog ruimte, die nu wordt opgevuld met demo's van ongetekende bands. Bernasconi: "We zien andere muzikanten namelijk niet als onze concurrenten. Als ik die demo's zo hoor, zal ons eigen album het nog zwaar krijgen..."