R.A.M. ontzenuwt motorongeluk Bob Dylan

Op zoek naar de waarheid achter een mythe

29 juli 1966 krijgt Dylan zijn roemruchte motorongeluk in het plaatsje Woodstock, waarbij hij zijn nek zou breken. Dat is tenminste het meest gehoorde verhaal. De gebeurtenis groeit uit tot de grootste mythe uit zijn toch al enerverende leven. R.A.M. programmamaker Gijsbert Kamer ging naar Woodstock om een klein stukje van de mythe Bob Dylan te ontzenuwen. Het resultaat dat R.A.M. zondag 9 november uitzond, kun je nu ook online zien: “Wie het hierna nog gelooft, is doof en blind.”

Op zoek naar de waarheid achter een mythe

Gijsbert Kamer is er nu zeker van: “Hij zal vast zijn gevallen, maar dat Bob Dylan zijn nek heeft gebroken tijdens het fameuze motorongeluk op 29 juli 1966, is voor mij ongeloofwaardig nadat ik alle beschikbare feiten op een rijtje heb gezet.” Maandag en dinsdag staat Bob Dylan in de Heineken Music Hall. Genoeg redenen om weer eens serieus aandacht te besteden aan de man die in zijn eentje garant staat voor een paar essentiële hoofdstukken in de popgeschiedenis. Omdat Dylan niet scheutig is met interviews, ging Kamer zelf op zoek naar antwoorden op vragen aan Dylan. Hij vertrok naar Woodstock, de plaats waar Dylan een hele tijd logeerde bij vrienden en na een verondersteld motorongeluk in het ziekenhuis zou zijn beland en zich uiteindelijk anderhalf jaar uit de publiciteit terugtrok. Aan de hand van onderzoek, gedaan door Dylans meest recente biograaf Howard Sounes gaat Kamer op zoek naar getuigen, vrienden en bekenden van Dylan, die enige helderheid kunnen verschaffen over het motorongeluk. “Je weet van te voren dat de meeste mensen je niet te woord willen staan. Dat vond ik ook wel weer intrigerend. Mensen die dicht genoeg bij Dylan staan om er echt wat van af te weten blijven allemaal schimmig over dit soort verhalen. Ze zijn ongelofelijk loyaal aan hem.” Ongeluk of niet, de datum markeert in ieder geval een belangrijk punt in Dylans carrière, daar is ook Kamer het mee eens. “Na het ‘ongeluk’ verdween hij zes weken van de aardbodem. Toen hij terugkwam in Woodstock, betrok hij zijn eigen huis en nam in pakweg anderhalf jaar meer dan honderd songs op.” Het resultaat van Kamers zoektocht is een voor Dylanfans niet te missen reportage die als een sferische korte film heel mooi de leefwereld van Dylan in 1966 in beeld brengt. Bovendien weet Kamer als een detective de mythe rondom het ongeluk te ontzenuwen zonder de mythe rondom de muzikant Dylan geweld aan te doen. Of zoals Kamer het zegt: “Er blijft nog steeds heel veel onduidelijk en dat vind ik eigenlijk ook wel weer leuk. Maar als je hierna nog steeds gelooft dat Dylan in 1966 zijn nek heeft gebroken, ben je doof en blind. Het is simpelweg niet meer aannemelijk nadat je alle beschikbare feiten op een rijtje hebt gezet.”