Nanne Tepper: Slechts een verwijt aan de White Stripes

over oprechte woede

Nanne ziet strepen voor zijn ogen. Witte. En daar wordt ie niet vrolijk van. Over hypen, gehypt worden en een verenigd Europa.

over oprechte woede

Een van de opvallendste ontwikkelingen in de rock & roll underground van Amerika is dat er in sommige hoeken van het land een blinde haat ontstaat tegen garagerock acts die hun deuntjes volproppen met verwijzingen naar de blues. Opvallend, én leuk, omdat het de meest milde mensen verleidt tot waarlijk oprechte woedeuitbarstingen, woedeuitbarstingen dus waar Jan Mulder zo een rug voor neer zou leggen. Leuk ook, omdat er mensen blijken te zijn die mijn diepe verachting voor zekere bands blijken te delen. Tenslotte wil elke polemist eigenlijk maar één ding: zijn gelijk halen, waar dan ook. Zo is de verachting in sommige kringen voor Jack White zo groots en meeslepend dat ik de wereld er bijna gezellig van ga vinden. Nu schijnt White dan ook prat te gaan op de volgende opinie: Jon Spencer is een waardeloze muzikant omdat hij de blues niet serieus neemt. Daar men nog geen leesteken voor een bulderlach heeft bedacht, het volgende: Bulderlach. Dit weekend was op de late avond bij de BBC een overzichtstentoonstelling van Jools Hollands rockacts van de afgelopen tien jaar te zien. We zagen o.a. Sonic Youth, BRMC, Garbage(?), Ash, At The Drive In, Hole, en meer van die hippe bandjes. Ook zagen we The White Stripes hun ‘hitsingel with a bullit’ Hotel Yorba uitvoeren. Het was met afstand het meest hemeltergende optreden van de compilatie. Daar van dit overzicht binnenkort een DVD verkrijgbaar is kunt u het zelf controleren. Je kunt tegenwoordig ontelbare dingen op The White Stripes tegen hebben, en het meest voorkomende argument om De Onzichtbare Remsporen te verachten is natuurlijk wel dat ze van serieuze muzikanten met een ideaal veranderd zijn in de meest publiciteitsgeile kermisklanten van de rock & roll. Maar goed: zo heeft iedere band wat. Je kunt tenslotte ook, zoals Turbonegro, de hele sell-out act ironisch verpakken – postmoderne zelfreflectie – en ondertussen gewoon de top veertig proberen te bereiken. Blijf je voor sommige liefhebbers gewoon geloofwaardig terwijl je in de nadagen van je carrière je zakken nog even probeert te vullen. Er valt The White Stripes welbeschouwd natuurlijk maar één ding te verwijten: het is een ontstellende kutband. Het kan dan ook erger. The Black Keys hebben op hun tweede album alle originaliteit ingeruild voor een belegen Cream-soundje dat in Engeland wel goed moet vallen. Dat is nog eens marketing! Het zijn, zo weet ik uit betrouwbare bron, dit soort bandjes die sommige onafhankelijke labelbazen in Amerika doen verzuchten: ‘Als ik nog één demootje krijg met een bluesriff erop ga ik aan de electroclash.’ Nadeel is dan natuurlijk wel dat de betere bands in deze hoek van de muziek zoals de Immortal Lee County Killers met een beetje pech uit zullen wijken naar Engelse labeltjes. En dat zal betekenen dat ze hun formidabele fucked up blues zullen moeten aanpassen aan Britse wetten: alles moet naar Sunshine Of Your Love klinken. Of je moet een drummer in dienst nemen die net als Meg W. geen maat kan houden maar wel briljant kan zinspelen op een incestueus verleden (ook een beproefd instrument, zoals we weten). Navraag leerde mij dan ook dat de ware woede van de Amerikaanse labelbaas vooral Engeland geldt. Natuurlijk vinden sommigen Jack White een lul, maar het is wat Engeland met de Amerikaanse garagerock doet dat de onafhankelijken in Amerika werkelijk bovenop de kast krijgt. Da’s logisch, zou onze beroemdste filosoof zeggen. En dus ligt er een taak voor ons. Het is altijd Engeland dat zich niet aan Europa wil binden, ja, dat zich alweer van het vaste land wil afscheiden nog voor de tunnel onder het Kanaal is gegraven. Laten wij ons nu eens voorgoed losmaken van dat eiland. En dat betekent niet dat we het bij het kritisch beschouwen van de wekelijkse NME hype moeten laten. Nee. We moeten zelf gaan hypen. We dienen zo snel mogelijk, van Zeeland tot Pruisen, van Portugal tot Polen, de betere bands uit Amerika, Japan en Australië neer te zetten als wereldwonders zonder weerga. Een hele Oor wijden aan de goth-garage uit Memphis. Een Aloha volschrijven over de garagerock van Wisconsin en De Greenbay Bands Die Er Toe Doen! Een nachtje Rockpalast vullen met Franse garagerock (moet politiek te regelen zijn) en ga zo maar door. Dat het werken zal weet ik zeker. Want toen de Britten lucht kregen van het feit dat er een bandje genaamd The Drones z’n enige Europese optredens kwam spelen in Nederland, bij de VPRO en in Groningen, werd er aan die wereldtoernee prompt een showtje vastgeplakt. In Engeland. Want stel je voor dat ze daar iets zouden missen. Ik heb nog nooit een goede reden voor een Verenigd Europa gehoord, maar verdomd: ik geloof dat ik er eentje heb. Kunnen we gelijk de Essential Fucked Up Blues van de ondergang redden.