Muziek Platform Nederland doet het rustig aan

‘Het wachten is op de nieuwe regering’

Op Noorderslag werd het Muziek Platform Nederland gepresenteerd. Diverse betrokkenen hadden de koppen bij elkaar gestoken met als doel het Nederlands muziekproduct naar een hoger plan te brengen. Maar veel is er nog niet gebeurd. “We staan nog aan het begin.”

‘Het wachten is op de nieuwe regering’

Als je bij zoekmachine Google de woorden Muziek Platform Nederland (MPN) intypt kom je op een website waar staat dat vanaf april (laatst was dit nog maart) meer informatie over het project te vinden is. Wel kun je via een telefoonnummer een folder bestellen met meer informatie. Nee, veel heeft het MPN sinds zijn presentatie op Noorderslag nog niet teweeg gebracht. Jerney Kaagman van Conamus, een van de betrokken partijen, laat echter weten dat het platform nog steeds bestaat. “We staan nog aan het begin. Er is nog geen nieuwe regering, dus we kunnen nog niet zoveel doen.” Doel van het MPN is namelijk om richting politiek en beleidsmakers een lobby te voeren voor Nederlandse artiesten en Nederlands repertoire. Dit zou moeten gebeuren op drie manieren: een lager btw-tarief voor geluidsdragers, verbetering van de positie van Nederlandse podia en festivals en tenslotte een radioquotum van 50% Nederlands product (waarvan 25% Nederlandstalig) op de Nederlandse radio. Een lager btw-tarief kan eigenlijk niemand tegen zijn. Net als het tweede punt, dat bovendien zo algemeen is dat er niet duidelijk op te reageren valt. Het is dan ook vooral het laatste punt dat, vooral vanuit de hoek van de radiozenders, nogal wat kritiek te verduren krijgt. Basyl de Groot, muzieksamensteller van 3FM. “Wij hebben juist de kans om Nederlandse acts te breken omdat ze in een evenwichtige mix, dus tussen internationale hits in, worden opgediend. Bovendien denk ik dat er niet voldoende kwaliteit in huis is om de helft van de uitzendtijd met Nederlands product te vullen.” Het klinkt Kaagman bekend in de oren, maar toch denkt ze dat het een noodzakelijke stap is. Volgens haar is Nederland een wingebied voor buitenlandse platenmaatschappijen. Omdat er op de Nederlandse radio voor het overgrote deel buitenlandse acts worden gedraaid, verdwijnt veel geld -dat onder andere voor auteursrechten moet worden betaald- naar het buitenland. Daardoor blijft er minder geld over voor het nationale muziekproduct, zodat platenmaatschappijen hier op hun beurt ook weer minder in willen investeren. “Ik ben er bovendien van overtuigd dat er genoeg talent is in Nederland. Niet alles is even goed, maar soms moet je iets een kans geven.” In Frankrijk en Canada, waar volgens Kaagman een soortgelijke regeling ondanks vele protesten van kracht is gegaan, is de omzet van het nationale product sindsdien aanzienlijk gestegen. Probleem is alleen dat, voor er een dergelijke regeling in Nederland doorgevoerd kan worden, er wettelijk nog wel het een en ander zal moeten veranderen. Bovendien is Europa één markt, waarbinnen geen producten –tenzij gebaseerd op de nationale taal- gediscrimineerd mogen worden. Vandaar dat, wat betreft het radioquotum, het wachten is op een nieuwe regering. Die vervolgens voor de ideeën van het MPN warm gemaakt zal moeten worden. Maar met die regering wil het ook al niet echt opschieten.