Vanochtend ontving de gehele achterban van het Nationaal Pop Instituut (podia, bands en brancheorganisaties) een door het NPI opgesteld manifest voor behoud van het Nederlands Popmuziek Plan. Dit plan vormt de basis voor het huidige subsidiesysteem dat door het NPI wordt gehanteerd. Als het aan de politiek ligt verdwijnt dit plan en wordt de popsector afhankelijk van het door het Ministerie van OC&W opgerichte Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing. “Wij voeren al twee jaar discussie met het Ministerie om uit te leggen dat dit een slecht plan is. Nu worden er ruim 2000 concerten per jaar gesubsidieerd. Vanaf 2005, als het nieuwe fonds in werking treedt, krijgen alleen nog maar speciale projecten, die anders niet kunnen plaatsvinden, steun”, zegt Arjen Davidse, adjunct inhoudelijk beleid bij het NPI. Gewone bands dreigen volgens hem buiten de boot te vallen.
Om het Ministerie te overtuigen van haar gelijk, onderneemt het NPI twee stappen: “We hebben dit manifest opgesteld en hopen dat iedereen het ondertekent. Daarnaast laten we een onafhankelijk, professioneel onderzoeksbureau onderzoek doen naar het nut en effect van het bestaande popmuziekplan. Dit moet eind 2003 klaar zijn.”
Dat in de Verenigde Staten en Engeland geen enkel subsidiestelsel in gebruik is binnen de popsector vindt Davidse logisch: “De internationale muziekmarkt wordt eigenlijk door die landen verdeeld. Voor Europese landen is het heel moeilijk om daar tussen te komen. Maar waar praten we over? 900.000 euro is echt niks. Daar kun je nog niet eens een lekke band van een Joint Strike Fighter van plakken. Natuurlijk bepaalt de marktwerking het succes van een band. Daar kan het NPI niets aan doen. De subsidie die wij verstrekken is een soort kruipolie, om het voor muzikanten allemaal iets makkelijker te laten verlopen.”
In één dag heeft Davidse al ‘tientallen ondertekende formulieren’ retour gekregen. “Wij hebben gekozen voor kwaliteit van de handtekeningen in plaats van de hoeveelheid daarvan. We hebben liever dat duizend kenners ons manifest onderschrijven dan bijvoorbeeld alle concertbezoekers. Als er een nieuwe staatssecretaris is overhandigen we het hele pakket. Ondertussen is het wel een hele onrustige periode voor ons, omdat we niet goed weten waar we aan toe zijn.”
Davidse is overigens niet van mening dat het nieuwe Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing per definitie verkeerd is. “Het Fonds is een mooi extraatje; de slagroom op de taart. Maar dan moet je natuurlijk niet de taart gaan wegnemen. Wat heb je aan slagroom als er geen taart meer is.”
Het Nationaal Pop Instituut stelt manifest op
"Wat heb je aan slagroom als er geen taart meer is"
Als het aan de politiek ligt verdwijnt het huidige subsidiesysteem voor de Nederlandse popmuziek: het Nederlands Popmuziek Plan. Het hele budget van dit plan wordt door het Ministerie van OC&W ondergebracht in het nieuw opgerichte Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing. “Ongezond voor de Nederlandse popmuziek cultuur”, vindt Arjen Davidse, adjunct inhoudelijk beleid bij het NPI. Gisteren verstuurde het popinstituut een manifest voor behoud van het Nederlands Popmuziek Plan naar een kleine duizend partijen.