Als het aan de politiek ligt, verdwijnt het belangrijkste subsidiesysteem voor de Nederlandse popmuziek: het Nederlands Popmuziek Plan. Het hele budget van dit plan wordt per 2005 door het Ministerie van OC&W ondergebracht in het nieuw opgerichte FPPM (Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing). Eerder was er al veel rumoer rondom deze verandering. Maar vorige week is het Nationaal Popinstituut ook actief actie gaan voeren middels een manifest. 3VOOR12 deed alvast een steekproef en peilde de reacties:
Berend Dubbe, als muzikant actief onder de naam Bauer, heeft direct het manifest met handtekening teruggestuurd: “Dit soort zaken steun ik altijd. Het is goed dat bepaalde activiteiten kunnen plaatsvinden. Ook al ga ik zelf nooit naar het toneel, vind ik het toch goed dat er elke avond ergens wel een doek opengaat.” Overigens kreeg Bauer twee jaar geleden van het NPI tickets om naar SxSW in Texas te kunnen.
Ook Pierre Ballings, directeur van Paradiso, zegt het manifest te ondertekenen en terug te sturen naar het NPI: “Het geld is in eerste instantie aan het NPI toegekend. De politiek mag dit geld natuurlijk niet zomaar in een ander potje stoppen.”
Stichting De Grap, de Amsterdamse popkoepel, is sterk tegen afschaffing van het Nederlands Popmuziek Plan. “Als popkoepel hebben wij een intermediaire functie met de zogenaamde d-podia: de allerkleinste zaaltjes. Wij zijn juist bezig met een nieuw podiumplan hier in Amsterdam. Daarbij zijn we voor een deel afhankelijk van geld van het NPI. Als het Nederlands Popmuziek Plan verdwijnt, dreigt ons geplande podiumplan in het water te vallen”, aldus Martijn Kramers, verantwoordelijk voor sponsor- en fondsenwerving bij De Grap. “Wij zijn er voor dat er subsidiegeld beschikbaar blijft dat geoormerkt is voor popmuziek. Anders moeten we opboksen tegen de subsidietijgers bij het toneel en die hebben meer ervaring met het aanvragen van gelden. Daarnaast werkt popmuziek meer op een korte termijn en kun je dus moeilijk inschatten wat je volgend jaar nodig hebt.”
Leen Steen, assistent projectleider bij het Rotterdamse Tocado Records, ontving ook het manifest per post. Hij weet nog niet of hij het formulier ondertekent. “Ik laat het onze voorzitter uitzoeken. Die is beter met dat soort dingen. Ik weet wel dat ik liever subsidiegeld naar kleine projecten zie gaan. Dat is beter dan dat ze Kane naar Amerika sturen met een zak geld”, aldus Steen. “Ik heb vorig jaar subsidie aangevraagd voor drie van onze bands. Je moet dan zes weken voor een toer een begroting maken en dat is onmogelijk. Veel zalen gebruiken niet eens contracten dus dan kun je niets laten zien. Na de toer moet je ook nog eens je hele boekhouding laten zien. Uiteindelijk kreeg geen van de bands een cent toegewezen.
Muzikant/schrijver Meindert Talma ontving geen manifest. Wellicht omdat hij als schrijver en drager van de Friese cultuur niet eerder aanspraak maakte op subsidie van het NPI: “Ik ontvang af en toe geld uit kleine Friese potjes. Popmuziek heeft wel echt steun van het NPI nodig, want popmuzikanten zijn slecht in staat zichzelf te verkopen. In het boekencircuit ben je volgens mij trouwens beter af.”
De achterban over het NPI manifest
"In het boekencircuit ben je beter af"
Vorige week verstuurde het Nationaal Popinstituut zo’n duizend pamfletten ter ondertekening naar haar eigen achterban: zalen, bands en andere organisaties. Het manifest pleit voor behoud van het Nederlands Popmuziek Plan, want als het aan de politiek ligt gaat de subsidietaak van het NPI op in het nieuw opgerichte FPPM. En dat gaat volgens het schrijven ten koste van de popcultuur in Nederland. Wij peilden de reacties en vroegen of het manifest al ondertekend was.