Sonar: De scheiding der geesten tussen 'crowd pleasers' en laptop pruttelaars (VII = slot)

Peter Bruyn verslaat Sonar 2003

Een terugblik op het Sonar festival in Barcelona: "Hoe vaak is de populaire muziek-industrie is al niet gebeurd dat inhoudelijke uitgangspunten langzaam maar zeker verkwanseld werden ten faveure van economische mechanismen? Laat ´undergound´ alsjeblieft ´underground´ zijn."

Peter Bruyn verslaat Sonar 2003

De terugblik De Deen Karsten Pflum spoelt lauwwarme golven electronische ambient door het Daf Lab café. Ik lik mijn wonden en overdenk mijn zonden. Sonar 2003 werd vóór alles gekenmerkt door een scheiding der geesten. Het verschil tussen het dag- en het nachtprogramma was immens. Maar ook tijdens het dagprogramma, dat nog altijd duizenden bezoekers trekt, hangt er op sommige momenten een Beachbop-achtige dancebraderie-sfeer waarbij het showen van tattoos, piercings, zonnebrillen en telefoontjes belangrijker lijkt dan het luisteren naar muziek. Maar misschien is dat wel eigen aan hedendaagse zomerfestivals. Zelden of nooit krijgen grensverleggende acts als Pita, Kevin Blechsom of Tijiko Noriko de kans om zich voor zo'n omvangrijk publiek te presenteren - dat moet je de Sonar-organisatoren onmiddellijk nageven. En iets dergelijks geldt voor de tentoonstelling. Het Museum voor Hedendaagse Kunst heeft meer bezoekers tegelijk binnen dan bij iedere denkbare andere tentoonstelling. Maar er zijn grenzen aan de aantallen. En bij Sonar by Night is die grens onherroepelijk overschreden. Daar blijkt niets alternatiefs of grensverleggends meer mogelijk. Alleen mega-acts als Bjork en Underworld kunnen daar nog helemaal hun 'eigen ding' doen. Zaterdag middag sprak ik de Amerikaan James Murphy die als LCD Soundsystem afgelopen jaar de in dancekringen zeer goed ontvangen single ´Losing My Edge´ maakte. LCD Soundsystem deejayde vrijdagnacht voor duizenden mensen in de grote Sonar Bub-hal. En ja, dat was ook 'beuken', geeft hij onmiddellijk toe. ,,Kijk, thuis in New York, in de clubs waar het publiek mij goed kent, daar kan ik mijn eigen smaak doen gelden. Dan draai ik rustig platen van The Fall of Cabaret Voltaire. Maar hier op Sonar ben ik onbekend en voel ik mij verplicht om te draaien wat het publiek wil horen. Als DJ ben je geen kunstenaar die zijn eigen gang kan gaan, maar een 'crowd pleaser´, een fucking entertainer. Het publiek is een avondje uit en wil lol hebben. En dat dien je als DJ te respecteren. Daar moet jij voor zorgen, dat is je taak. Niets meer dan dat.´´ Ergens diep in de nacht, bij de rustgevende abstracte videobeelden van het Britse colectief RGB Invaded komt in het Daf Lab café het inzicht. Met al die beukende DJ´s is helemaal niets mis. Natuurlijk niet. En evenmin met de tienduizenden die daarbij willen dansen en juichen. Noch met de veel kleinere groep die liever met een starende blik een half uur abstract laptop-gepruttel ondergaat en dat vervolgens tracht te analyseren. Slechts de ambitie van de Sonar-organisatie om de beide groepen hardnekkig onder één noemer te willen plaatsten is op z´n zachtst gezegd verwarrend. Ergens, in een Spaans muziekblad, las ik dat alle concerten en DJ-events van Sonar 2002 in totaal 100.000 mensen hadden getrokken. Dat maakt natuurlijk indruk op sponsors. Dat klínkt! Maar tegelijkertijd zégt het helemaal niets. Want de concerten waar Sonar uiteindelijk z´n artistieke reputatie en naam als ´muzikaal frontlijnfestival´ op baseert trekken anno 2003 nog altijd maar honderd tot vijfhonderd serieuze luisteraars - en versta mij niet verkeerd, voor electronica-pioniers is dat al héél veel. Het omhelzen van de grootschaligheid en het geilen op de kwantiteit, zoals nu gebeurt met Sonar by Night, kan uiteindelijk verstikkend werken op datgene waar het allemaal om begonnen is. Hoe vaak is het de populairemuziek-industrie al niet gebeurd dat inhoudelijke uitgangspunten langzaam maar zeker verkwanseld werden ten faveure van economische mechanismen? Laat ´undergound´ alsjeblieft ´underground´ zijn. Behalve als het Underworld heet, uiteraard. Resten mij nog de tapas en de sangria. De groeten, daar in Holland. Peter Bruyn