Sonar: Bjork en de Sonar Pub - maar dan wel een 'pub' van Rijnhal-formaat (V)

Peter Bruyn verslaat Sonar 2003

Afgelopen nacht zag Peter Bruyn Bjork. Het viel allemaal niet mee: "Ik hoor violen en als ik op een van de gigantische projectieschermen
kijk zie ik dat ze weer dat strijkorkestje bij zich heeft waarmee ik haar
een paar jaar geleden ook in de Melkweg zag. Maar toen zo dichtbij dat ze
me gewoon kon horen als ik 'Bjork ik hou van je!'  riep."

Peter Bruyn verslaat Sonar 2003

Vrijdag 13 juni 2003. Het nachtprogramma. Bjork en Pavlov Het klonk zo mooi: met de speciale Sonarbus naar Sonar by Night. Want het nachtprogramma van het festival speelt zich niet af in het centrum, maar in een complex van immense beurshallen op meer dan een uur lopen van wat de doorsnee toerist als Barcelona beschouwt. Maar de rij wachtenden aan het begin van de Ramblas, waar de bus stopt, herinnert aan de intocht van Sinterklaas in Amsterdam in de jaren zestig. Vier keurige rijen van ieder honderden meters lang. En om de tien minuten zo´n lullige stadbus die veertig tot zestig mensen meeneemt. Dan maar het alternatief: de metro, overstappen op een lokale trein en tenslotte nog een kwartiertje lopen. Een uur later, op het moment dat Bjork volgens het programma het podium op gaat, sta ik op honderd meter van de ingang. Tussen mij en de Sonar- kaartjesscheurder echter nog duizenden en duizenden mensen die ook naar binnen willen door dezelfde vier of vijf poortjes. Een cursus logistiek voor de organisatoren zou volgend jaar toch  eens uit het budget gepeuterd moeten worden. Het lijkt op voorhand een zinvolle investering. Enfin, als ik eindelijk binnen ben is Bjork nog bezig in de Sonar Club, waar je je overigens geen rock- of dance-club bij moet voorstellen, maar een hal waarin Ahoy´ naar hartelust met drie broertjes of zusjes kan stoeien. Twintigduizend mensen schat ik, maar pak me niet op een dozijn meer of minder. Heel in de verte op het podium ontwaar ik een stipje dat de IJslandse Bloem de Ligny moet zijn. Ik hoor violen en als ik op een van de gigantische projectieschermen kijk zie ik dat ze weer dat strijkorkestje bij zich heeft waarmee ik haar een paar jaar geleden ook in de Melkweg zag. Maar toen zo dichtbij dat ze me gewoon kon horen als ik 'Bjork ik hou van je!'  riep. De muziek is trouwens nog steeds precies hetzelfde. De hal een galmbak. En de zangeres draagt een zwart hansopje, zie ik op het beeldscherm. Heel deprimerend allemaal. Ondertussen is de naastgelegen Sonar Pub - maar dan wel een 'pub' van Rijnhal-formaat - nog helemaal leeg, terwijl er toch ècht een band staat te spelen. En op papier nog een interessante ook: Colder, de Franse ontdekking op het Output-label van Trevor Jackson, de man die nu eens niet de camp, maar juist de 'coole'  muziek van de jaren tachtig nieuw leven in tracht te blazen. En natuurlijk is Colder alleen door de naam al 'cooler dan cool'. Eind juni verschijnt hun debuutalbum 'Again'. Ik loop tot bij het podium. Niet meer dan veertig mensen staan er, maar die worden ook onherroepelijk meegezogen in de funky electropop - met live drums, bas en gitaar - en iedereen die even het Bjork-circus durft te verlaten wordt ook onmiddellijk naar het Pubpodium getrokken. Colder klinkt nog het meest als - destijds vooral in Vpro kringen in de armen gesloten - acts als Hula en Shriekback. Maar minder scherp en intens, dat wel. De DJ-set van de daaropvolgende, eveneens uit de Outputstal afkomstige Blackstrobe Decks is een lichte deceptie. Zoals eigenlijk vrijwel alle DJ- performances die ik op het festival meemaak Ik had verwacht op Sonar toch een wereld ver van de Wipneus en Pim- en DJ Jean-terreur vandaan te zijn, maar uiteindelijk komt het allemaal heel dicht bij elkaar in de buurt. Even gaat er een spannende plaat op de draaitafel, dan wordt er een aantal maten ingehouden om vervolgens op vol volume de doorsnee beat te lanceren waarop het publiek steenvast begint te juichen. Pavlov Pavlov Pavlov woef! denk ik dan.  Pavlov Pavlov Pavlov woef! Plaatjes draaien kan ik thuis ook. Ik besluit de bus terug naar het centrum te nemen. En ik blijk niet de enige. Raster Noton-ster Carsten Nicolai, geluidsarchitect Mark Bain, Steim-programmeur Roland Spekle, stuk voor stuk houden ze het voor gezien. Op een terras wordt er nog lang nagepraat. Over muziek. Video killed the radiostar? Misschien. Hometaping is killing music? Flauwekul. Beats kill the noble art of listening? Dat staat als een paal boven water. Peter Bruyn