Je zou het als een staaltje van ultieme versmelting van muziek en commercie kunnen zien; een reclamebureau dat de plaat van een artiest voor een groot deel financiert en ‘in de markt zet’. Dit gebeurde onlangs met het debuut van Benny Sings’ Champagne People. Bart Suer van het Amsterdamse Dox Records, waar de plaat uit kwam, vindt het niet zo raar. “Als je ziet hoe er bij veel maatschappijen met de presentatie van hun artiesten wordt omgegaan gaan je haren soms overeind staan. Bovendien; als de muziek op een integere manier tot stand is gekomen is er niets op tegen het zo commercieel mogelijk te verkopen. Als een pak Dreft zeg maar.”
Nou valt het commerciële gehalte van de campagne erg mee. De weliswaar mooi vormgegeven cd werd vorige week bescheiden gepresenteerd en ook op het hoesje zelf is Vandejong slechts aanwezig onder het kopje ‘marketing’. Wat valt er voor dit reclamebureau te halen? “In principe niets” aldus Menno Liauw van Vandejong. “Tenzij de cd een paar miljoen exemplaren verkoopt. Dan presenteren we de campagne natuurlijk als een commercieel geslaagde campagne.”
Tot die tijd is er volgens hem gewoon sprake van een vriendendienst (‘de relatie met Dox bestaat al langer’), interesse voor de opdracht an sich en het tegenwoordig zelden meer gehoorde ‘engagement’. Liauw: “We zijn een commercieel bedrijf natuurlijk, maar ook op zoek naar verandering. Naar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Goede dingen, of het nu om muziek gaat of iets anders, moeten gesteund worden.”
Benny Sings, in het echte leven Tim van Berkestijn, is in ieder geval blij met het resultaat. “Ik moest wel even wennen, want ik had heel duidelijk mijn eigen ideeën bij de cd-hoes. Maar ze hebben me er echt bij betrokken. Het was ook leuk samen werken. Als ik alles zelf had moeten doen was de release waarschijnlijk een stuk minder opvallend verlopen.”
Reclamebureau ‘tekent’ artiest
“Goede dingen moeten gesteund worden”
Vorige week verscheen bij het Amsterdamse Dox Records Benny Sings debuut Champagne People. De presentatie van het debuut werd georganiseerd door het reclamebureau Vandejong, die ook de financiering van de plaat voor een groot deel op zich nam.