De servicekosten die Ticketservice telt voor de verkoop van concertkaartjes hebben hun maximum bereikt. Dat zeggen meerdere poppodia tegenover 3VOOR12.
Ticketservice, een joint venture tussen KPN en de Nederlandse postkantoren, biedt concertgangers sinds 1997 de mogelijkheid om door het hele land kaartjes voor een concert te kopen. Het bedrijf heeft in relatief korte tijd een ijzersterke positie opgebouwd. De kaartverkoop van alle concerten van Mojo, de grootste promotor in Nederland, loopt via Ticketservice. En ook de grote popzalen hebben de kaartverkoop van de meeste concerten uitbesteed aan dit ticketbureau. De reserveringskosten kunnen, afhankelijk van de ticketprijs, oplopen tot 3,90 euro als je het kaartje koopt bij de balie van een postkantoor of GWK. Reserveer je het kaartje telefonisch of via internet dan lopen de kosten nog verder op. Volgens veel zalen is de bovengrens echt bereikt. Bij een ‘goedkoop’ concert van 10 euro kunnen de extra kosten bijvoorbeeld oplopen tot eenderde van de ticketprijs.
Evelyn Koopmans, hoofd communicatie bij de Tilburgse popzaal 013, legt uit dat concertzalen geen invloed kunnen uitoefenen op de hoogte van reserveringskosten. “Wij worden aan het begin van het jaar door Ticketservice geïnformeerd over de stijging van de reserveringskosten binnen de verschillende categorieën van concertkaartjes.” Zij vindt dat de reserveringskosten langzamerhand onaanvaardbaar hoog zijn: “Ik kan het bijna niet meer uitleggen aan de concertbezoekers.” Vergelijkbare bewoordingen zijn te horen bij de andere concertzalen. Linda van de Berg, programmeur bij Nightown: “Ik vind het niet leuk meer voor de klant.” “De prijzen hebben hun limiet langzamerhand wel bereikt”, laat de adjunct-directeur van Paradiso, Geert van Itallie weten. Lieke Timmermans, marketing- en communicatiemanager van Tivoli: “Ik ben natuurlijk ook consument en ik vind de kaartjes duur, misschien wel te duur tegenwoordig.”
Directeur Peter van Ruijven van Ticketservice kan zich de zorgen van de poppodia enigszins voorstellen: “Het ziet er naar uit dat een kritische grens bijna is bereikt.” Al denkt hij dat de zalen en promotors toch ook de hand in eigen boezem moeten steken als het gaat om te hoge prijzen. Niet de servicekosten, maar de concertprijzen zelf zijn de afgelopen jaren juist extreem gestegen, aldus de directeur. Volgens hem springt Nederland er nog gunstig uit in vergelijking met het buitenland. Een bliksemonderzoek van 3VOOR12 van de concertprijzen in België en Duitsland leert dat de reserveringskosten daar wel wat lager liggen, maar dat deze verschillen weer door andere kosten worden gecompenseerd. In België is het betalen met de creditcard voor kaartjes veel duurder dan in Nederland, terwijl in Duitsland de concerten zelf vaak veel meer kosten.
Hoewel Ticketservice feitelijk geen monopolie heeft, zijn de alternatieven voorlopig dun gezaaid. Het enige andere grote bedrijf dat landelijk tickets verkoopt is Ticketbox. Maar deze is nog duurder volgens de poppodia. Zij zeggen nu te studeren op alternatieven voor Ticketservice, maar erg vast omlijnd lijken die plannen nog niet. Wel concreet was de proef die 013 begin dit jaar deed met SMS-tickets voor een optreden van Wipneus en Pim. Je kocht een kaartje online met je credit card en kreeg als toegangsbewijs een SMS op je mobiel. Volgens Koopmans van 013 was die actie een groot succes. Ticketservice was echter ‘not amused’ met die solo-actie. Van Ruijven: “Wij hechten aan goede communicatie met de zalen en waren graag over dat initiatief van te voren geïnformeerd.” Volgens Koopmans moeten de podia wel verder met het bedenken van alternatieven in de sfeer van internet en m-ticketing (kaartjes via mobiele telefoon) voordat Ticketservice ook op dat vlak de voorverkoop nagenoeg heeft gemonopoliseerd.
Concertzalen: “Prijzen Ticketservice kunnen echt niet veel meer omhoog”
Alternatieven voor landelijke kaartverkoper staan nog in de kinderschoenen
Veel poppodia vinden dat de reserveringskosten van Ticketservice langzamerhand aan hun maximum zitten. Ook Ticketservice-directeur Van Ruijven erkent dat “een kritische grens bijna is bereikt.” Al denkt hij dat het echte probleem niet bij de servicekosten, maar bij de concertprijs zelf ligt. De zalen zoeken ondertussen voorzichtig naar alternatieven voor het machtige ticketbureau.