Bospop: Motherfuckers tegen de dames en heren

Geslaagde editie heeft twee gezichten

De 23ste editie van Bospop had twee gezichten. De eerste dag presenteerden de organisatoren een uiterst stevig programma met oude metalhelden als Saxon, Dio, Motörhead en ZZ Top. De tweede dag werd gereserveerd voor Hollands Glorie (ondermeer Bløf en Anouk) en bijna vergane glorie met INXS en Simple Minds. 3VOOR12 verslaggevers André Keij en Rico Jansen waren erbij en keken ernaar.

Geslaagde editie heeft twee gezichten

De entree van het Bospopterrein wordt vrijdag bevolkt door opvallend veel oudere metalfans, die gezien de bandnamen op hun shirts en spijkerjacks niet zoveel moeten hebben van huidige metalhelden als Slipknot, Korn en Limp Bizkit. Hun voorliefde gaat overduidelijk uit naar de stevige, melodieuze klanken van metaldinosaurussen die vooral het eind van de jaren zeventig en de jaren tachtig furore maakten. De eerste band die zij even later op het hoofdpodium zien, is het Nederlandse Action In DC, dat al jaren sier maakt met covers van AC/DC. De groep presenteert een leuke show met vette AC/DC-krakers als Highway To Hell en Whole Lotta Rosie. Het lijkt net echt, inclusief een Angus Young-kloon in het bekende schooluniform (die echter niet helemaal 'down under' gaat, want in tegenstelling tot zijn grote voorbeeld laat hij bij zijn stripact zijn blote billen niet zien). De obligate bluesrock van Ten Years After (de groep - tegenwoordig zonder Alvin Lee - vervangt de geblesseerde Gary Moore) is niet echt spannend. Daarna is het de beurt aan Saxon, één van de vaandeldragers van de New Wave Of British Heavy Metal, een stroming die zich begin jaren tachtig in Engeland manifesteerde. Voorman Biff Byford, gehuld in een lange zwarte leren jas, babbelt er tussen de compacte metalnummers vrolijk op los en weet samen met zijn muzikanten precies hoe hij zijn publiek tevreden moet houden: met veel oude wijn als Wheels Of Steel en Motorcycle Man. Ronnie James Dio tapt uit een iets ander vaatje. Zijn band speelt lange, slepende songs, gitarist Doug Aldrich neemt zijn tijd voor de solo’s en de oude meester zelf laat met lange uithalen horen dat hij het zingen nog niet is verleerd. Allemaal hopeloos ouderwets natuurlijk - met juweeltjes als Holy Diver en Rainbow In The Dark - maar wel lekker. Als vervolgens Lemmy (inmiddels bijna 60 jaar!) het podium opkomt en de karakteristieke woorden spreekt 'We are Motörhead and we’re gone kick your ass', vliegt het bier spontaan door de lucht en gaat het veld helemaal los. Het concert is van begin tot eind loeihard en retestrak en met het vette Ace Of Spades, de Sex Pistols-cover God Save The Queen, een muzikale ode aan The Ramones en als overweldigende afsluiter Overkill, kan onze dag niet meer stuk. Na al dat muzikale geweld, valt de trage bluesgetinte hardrock van ZZ Top (afsluiter op hoofdpodium) enigszins tegen. Daar kan het showelement (veel glitter, veel licht) weinig aan veranderen. Het hardnekkige gerucht (zowel in het veld als backstage) dat een deel van de muziek op band staat, helpt daar niet echt bij. Op het tweede podium in de tent, spelen die eerste dag wat mindere goden. Het Limburgse Sleazy Dreams blijft hangen in goede bedoelingen, Tacker (de nieuwe band van Eric Corton en bekenden uit het Haagse popcircuit) heeft een aantal leuke liedjes, maar kan over de gehele linie niet overtuigen én Jovink & De Voederbietels is weliswaar hard en degelijk, maar zoals gewoonlijk net iets te lollig. Het Oostduitse Subway To Sally heeft veel weg van Rammstein en vermengde de harde muziek altijd met middeleeuwse gothicklanken. Die zijn tegenwoordig echter meer naar de achtergrond verhuisd en dat pakt minder goed uit, omdat de bombastische sound die overblijft, na verloop van tijd monotoon en saai wordt. Danko Jones doet het stukken beter en speelt de tent plat met vette, ruige rock & roll, waarna Bonnie Raitt - het leukste rustpuntje van de dag - met fraaie, bluesgetinte americana de dag in de tent afsluit. De tweede Bospopdag geeft tijdens de wandeling naar het terrein een heel ander beeld dan dag 1. Weinig in het zwart gestoken metalheads, overwegend jonger publiek, fleuriger gekleed en minder duidelijk in een genrehok te proppen. Op het hoofdpodium zet Ilse de Lange na het optreden van L.A. Doors (vervanger van door ziekte gevelde Intwine) wat betreft de sfeer meteen de toon door het publiek aan te spreken met 'dames en heren'. Het gevleugelde 'hey, motherfuckers' zullen we in tegenstelling tot gisteren nauwelijks meer uit de speakers horen. “Is dit nog wel rock & roll?” horen we onszelf denken. Ilse doet het trouwens goed. Op het podium valt het recent geïntroduceerde en misplaatste visuele rockbitch-image van haar af en is zij muzikaal meer zichzelf dan op haar overgeproduceerde laatste cd. 16 Down klinkt vervolgens goed met een mix van harde, bijna noisy gitaarmuziek en rustige stukken en Bløf overtuigt met mooie, goed uitgevoerde liedjes, maar moet halverwege stoppen, omdat zanger Pascal zich verstapt en (zo blijkt later) zijn enkelbanden scheurt. Ook Anouk heeft er zin in en springt ondanks haar overduidelijk zwangere buik vrolijk op en neer, terwijl haar band een degelijke set speelt. Het optreden van de groep Spanner, die na Slow Poke Rodrigo (dance) en BR5-49 (ietwat matte hillbilly) in de tent op het podium staat, loopt uit op een grote teleurstelling. De nieuwe band van voormalig Kast-zanger Syb van der Ploeg produceert nietszeggende, bombastische rock, waarbij de dinosaurussenmetal van gisteren bijna modern lijkt. Het bluesproject van Daniel Lohues is vervolgens lekker vet en vooral grappig. De in een tuinbroek gehulde Lohues lult de liedjes net als bij Skik in Drents dialect (zouden die Limbo’s dat verstaan?) lekker aan elkaar. En ook bij The Gathering - met zangeres Anneke als stralend middelpunt - is het genieten al vanouds. Eén van de hoogtepunten in de tent is de Engelse groep The Alarm rond zanger/gitarist Mike Peters, die in de jaren tachtig met veelal akoestisch aangezette, U2-achtige gitaarmuziek wat hitjes scoorde, uit zicht verdween, maar later dit jaar met nieuw plaatwerk komt. Het klinkt allemaal lekker fris en het publiek zingt veel liedjes uit volle borst mee. En dat is verbazingwekkend, gezien velen te jong lijken om het succes van de band bewust te hebben meegemaakt. Het Finse HIM valt als afsluiter in de tent lelijk door de mand. De middelmatige rock van de band moet het hebben van een slim gothic sausje en een gewiekste semi-charmante act, waarmee vooral zanger Ville Valo de harten breekt van menig jong (gothic-)meisje. Valo komt in Weert echter over als een verwende en verveelde popster, die het allemaal weinig interesseert. Toch heeft hij blijkbaar nog genoeg charisma om de jonge meisjes voor het podium te laten gillen als magere speenvarkens. INXS - met de nieuwe zanger Jon Stevens - doet het als voorlaatste band op het hoofdpodium in ieder geval stukken beter. De mannen komen met een iets te stoere houding de planken opgelopen, maar maken dat goed door er vervolgens met het grootste gemak een aantal oude hits uit te gooien, waardoor het publiek meteen op temperatuur is voor een uurtje degelijke rockmuziek. En we gaan er in dit verslag maar van uit dat het met Simple Minds ook wel snor zit, want tijdens dat optreden zitten uw verslaggevers noodgedwongen al in de trein naar huis.