Was de onafhankelijke radio-plugger vroeger iemand die grossierde in Nederlandstalig talent en een incidentele carnavals-hit, vandaag de dag worden juist de hippere undergroundplaten door deze vrije jongens (en meisjes) onder de aandacht van de radiomakers gebracht. In Engeland en Duitsland kun je al niet meer om ze heen. Hoewel het in Nederland nog niet zo ver is, zijn in er ieder geval twee promotiebedrijfjes die aardig aan de weg timmeren. Sinds begin dit jaar Pinguin Tune Support (voor o.a. Epitaph en Bertus) en Veel Promo (bijvoorbeeld Excelsior, Labels en United) dat al bijna drie jaar bestaat.
Beide zijn opgezet door mensen die genoeg hadden van hun baan bij een platenmaatschappij. Bovendien waren er in de muziekindustrie ontwikkelingen gaande die vroegen om een reactie. Corné Bos, oprichter van Veel Promo, zag een jaar of drie geleden al aankomen dat een platenmaatschappij zich in de toekomst meer en meer op het beheer van de geluidsopnames zou gaan richten. De voor de promotie van die opnames benodigde diensten zouden steeds vaker ingehuurd moeten worden. “Het is bovendien een beetje ouderwets om als platenmaatschappij een promotieafdeling in huis te hebben die van alles verstand heeft.” Bij Veel Promo werken dan ook drie mensen die ieder gespecialiseerd zijn in een bepaald genre; van dance tot Danko Jones en van gitaarmuziek tot Calexico.
Een andere reden voor de opwaardering van de onafhankelijke plugger is volgens Humphrey van der Klaauw (hij zette samen met Erwin Vogel Pinguin Tune Support op) een puur economische: “Het gaat niet zo goed met de platenindustrie. De majors hebben gewoon geen geld meer om drie of vier pluggers full-time in dienst te hebben. Ze doen zelf de grote artiesten en huren ons in om de kleinere acts te promoten.” Wat niet betekent dat deze kleinere artiesten minder aandacht krijgen. Juist het tegenovergestelde is het geval. Ayona Gubbels (Veel Promo): “Een major kan tegenwoordig alleen nog maar energie steken in een act waarvan ze 100% zeker weten dat deze ook slaagt. Kleinere acts zouden hierdoor bij zo’n maatschappij geen aandacht meer krijgen, terwijl wij er wel alles uithalen.”
Robby Langendorff van BMG beaamt dit: “Het is een kwestie van de juiste mensen op de juiste projecten zetten. Maar dit is geen nieuwe ontwikkeling en het komt ook zeker niet omdat er minder geld is; een onafhankelijk bedrijf inhuren kost veel meer dan een eigen plugger.”
Hoe het ook zij, een voordeel van de onafhankelijke plugger is in ieder geval dat hij niet zo aan de regeltjes en termijnen van een major gebonden is. Jeroen Kleijn van Veel Promo: “Wij kunnen ergens veel langer de tijd voor nemen. Neem bijvoorbeeld Spinvis. Daar zijn we nu al bijna een jaar mee bezig. We hebben daar een heel traject voor uitgestippeld. Daar kan een major niet meer aan beginnen.”
Volgens collega Bos ziet de toekomst van kleinere acts er met de komst van de onafhankelijke plugger dan ook wat rooskleuriger uit. Iets dat Van der Klaauw beaamt: “De tijd dat er twintig nieuwe acts tegen de muur werden gesmeten waarvan er uiteindelijk misschien drie bleven plakken is voorbij. Het gaat weer om de muziek in plaats van wéér een opgewarmde marketingdrol.”
Van carnaval tot Calexico
De opwaardering van de onafhankelijke radioplugger
Onafhankelijke pluggers zijn ‘in’. Buiten het keurslijf van de grote platenmaatschappijen om proberen deze onafhankelijke promotiebedrijfjes de ‘moeilijke’platen aan de man te brengen. En met succes, want diverse majors maken inmiddels gebruik van deze vrije jongens en meisjes.