Nanne Tepper: The Recordreview Is The Nigger Of The Paper

over muziekjournalistiek

Vandaag de eerste column van rock-scribent Nanne Tepper, bekend van zijn columns in het Algemeen Dagblad, recencies in NRC, stukken in OOR en zijn roman 'De Vaders Van De Gedachte' en natuurlijk 'De Eeuwige Jachtvelden', waarmee hij de Anton Wachter prijs in de wacht sleepte. Vandaag schrijft Tepper over zijn beste vrienden.

over muziekjournalistiek

Er is vooralsnog geen enkele reden om werkelijk gerustgesteld te zijn. Natuurlijk is het hoopgevend dat The New York Times tegenwoordig ook 'aan popmuziek doet'. Licht geamuseerd werd in de Volkskrant gemeld dat een en ander soms nog wat geforceerd aandoet: Eminem tussen de opera's. Tja, het blijft natuurlijk gekkigheid: die popjournalistiek. En als er al ruimte voor ingeruimd wordt, dan is dit louter om jong publiek te vangen - potentiële abonnees - want elke krant is een zinkend schip en een goeie kapitein doet alles om een schuit drijvende te houden. In Nederland doet men al decennia lang alsof er popjournalistiek bedreven mag worden in de kranten. En inderdaad: als je goed zoekt vind je ergens in een hoekje van een kunstpagina of bijlage wel eens een recensie van een plaatje, of, als de redactie aan het wintersporten is en de stokpaarden op stal staan, een heus Achtergrondartikel. Die scribenten - wat zijn dat eigenlijk voor types? Romantici? Zendelingen? Of toch, zoals het gerucht wil, vooral luie varkens die poen verdienen met betweterig geneuzel in de leukste hoek van de speeltuin door na twee gebietste biertjes even een gratis verkregen plaatje in een handomdraai om zeep te helpen? U denkt ook het laatste? Dan toch maar even wat feiten. Bij de ene krant krijg je voor zo'n recensie 50 cent per regel, bij de andere krant hakt een popanalfabete eindredacteur de recensie aan spaanders om redenen van opmaak, bij de derde krant wordt de recensent eruit getreiterd omdat hij teveel aandacht aan 'enge negers' besteedt terwijl de hoofdredactie er maar twintig in het centrum van de stad telt tijdens de vrijdagmiddagborrel, en bij de vierde krant vragen de kunstredacteuren voor ze tot plaatsing overgaan eerst aan hun dertienjarige dochter of het wicht wel eens van het besproken fenomeen heeft gehoord. Vrij naar John Lennon: the recordreview is the nigger of the paper. We hebben nu een eeuw populaire muziek achter de kiezen, als je de eerste folk en blues helden meerekent. Maar voor een krant zo wijs zal zijn om een apart bijlage voor popmuziek te beginnen zullen we ons door nog minstens honderd jaar eerzaamheid moeten worstelen. Tenslotte is popjournalistiek 'een betaalde hobby' (citaat van een chef kunst). Een 'betaalde' hobby? Je zit je voor een paar tientjes per week suf te bellen en te mailen naar Oostindisch dove perspineuten van platenmaatschappijen die negen van de tien keer ook nog eens enkel zicht hebben op de hitfabriek omdat elke vorm van inboedelorganisatie ontbreekt en men nou eenmaal niet alles bij kan houden. Dan hoop je dat de post op tijd komt - maar de PTT is een verhaal apart. (In de vakantiemaanden wordt er zoveel gejat bij de sortering dat je rond die tijd elke keer weer een explosie van tijdelijke cdshops verwacht. Stiekem hoop je dan ook altijd dat zo'n vakantiekracht er per ongeluk met een exemplaar van, pak 'm beet, The Hunches vandoor gaat en thuis van pure schrik aan een hartaanval overlijdt.) En als je dan je recensie exemplaar in huis hebt kun je in het weekend aan de slag om de maandag erop te constateren dat je stukje het niet gehaald heeft wegens 'ruimtegebrek & opmaakproblemen'. Ach, zo'n plaatje bespreken - dat doe je toch in vijf minuten? Yeah, right. Research, plaatjes grijsdraaien, concerten bezoeken, geld uitgeven aan de context die je nodig hebt om geen kul te verkopen - pure romantiek! De financiële schade haal je wel weer in als er eens een groot stuk van je hand in de krant mag. Dit alles klinkt natuurlijk naar geweeklaag van een bevoorrecht mens. Welnu: ik schrijf ook wel eens voor een boekenbijlage. Strakke organisatie; redacteuren met kennis van zaken; fatsoenlijke gage; professionele vrijheid tot aan de einder. Naar verluidt gaat het slecht met de literatuur. Steeds minder mensen lezen. Toch dient de nieuwe bundel van een dwarse dichter uit Smorremabokjekwopland stante pede besproken te worden. Stel je eens voor wat een bijlage van vergelijkbare kwaliteit voor muziek en popjournalistiek zou kunnen doen. Er wordt namelijk nog elke dag meer naar muziek geluisterd (dat de verkopen teruglopen is een heel ander verhaal). En nu niet tegenwerpen: ja, maar we hebben toch muziekbladen, want dan antwoord ik u: 'Is dat zo?' Of: 'Hoe lang nog?' Een bijlage voor de meest geconsumeerde kunstuiting aller tijden. Dat is waar ik van droom. En daar zo'n bijlage er nimmer zal komen uit journalistieke waardigheid van beleidsmakers, hoop ik maar dat de paniek over teruglopende abonneebestanden nog verder toe zal nemen. Op een dag zal men wel moeten. Gut, er mag ook best klassiek in hoor, en jazz, en wereldmuziek - alles mag. Hoewel: de grens zou ik willen leggen bij Van Dik Hout en Acda & De Munnick. Taalvervuiling hoort nu eenmaal aangekaart te worden op de boekenpagina's.