Tijdens één van de seminars van het Noorderslagfestival werd het startschot gegeven voor de oprichting van het Muziekplatform Nederland. Dit initiatief, dat werd genomen door onder andere het VNP, NPI, Conamus, NVPI, NVGD en MMF, moet ertoe leiden dat in de toekomst 50% van de muziek op de radio afkomstig is uit Nederland, waarvan de helft in de moerstaal gezongen. Daarnaast moet een BTW verlaging op lokaal product ertoe leiden dat de cd-verkopen stijgen. Het unieke aan dit platform is dat het een samenwerkingsverband is waar de hele branche bij betrokken is: winkels, podia, muzikanten, componisten en managers
Toch lopen muzikanten niet over van enthousiasme.
Minco Eggersman van At The Close Of Everyday vind het platform op zich een goed initiatief: “Alleen loop je het gevaar dat, nu er is besloten zo’n platform op te richten, er alles aan wordt gedaan om aan die doelstellingen te voldoen. Er komen simpelweg niet veel goeie bandjes uit Nederland. Er is wel een aantal goeie commerciële acts in Nederland, maar die kun je dan beter uit het buitenland halen. Dan klinken ze nog beter ook. Alleen als iets echt goed is moet het op de radio. De bands die het op dit moment goed doen in binnen en buiten Nederland, komen er ook wel zonder hulp.”
Het Muziekplatform Nederland is van mening dat er te weinig aandacht is voor het Nederlands product. Niet alleen van de kant van radiomakers, maar ook vanuit de politiek. Peter Smidt van Conamus: “Beleidsmakers weten te weinig van het functioneren van muziek. De politiek weet niet hoe moeilijk het is voor bands in Nederland om rond te komen. Wij willen de politiek gaan informeren over dat functioneren en de maatregelen die ze kunnen nemen, zodat er over 20 jaar nog een Nederlandse muziekcultuur is. Wij willen het Nederlands product op de agenda krijgen.”
Erik de Jong is Spinvis. Zijn muziek is Nederlandstalig en geregeld te horen op de radio. Toch ziet hij weinig heil in het platform. “Iets moet zichzelf bewijzen. Als iets goed is komt het wel boven water. Sommige dingen zijn weerloos tegen al dat buitenlandse marketinggeweld. Maar als je kunstmatig Nederlandse acts steunt, gaat de kwaliteit omlaag. Kortom, ik vind het moeilijk en ben blij dat ik niet in de politiek zit.”
Janneke Riplet van The Riplets ziet ook weinig in de doelstelling van het platform: “Ik ben niet weg van de meeste muziek die uit Nederland komt. Op zich is een platform altijd goed: mensen kunnen hun ei kwijt en met die eieren kan dan weer wat gedaan worden. Maar regeltjes zijn slecht en die quota zijn helemaal slecht.”
Smidt heeft vooralsnog drie punten op de agenda gezet: na de verdeling van de etherfrequenties moet het Nederlands repertoire gewaarborgd blijven, de btw op geluidsdragers moet gelijk getrokken worden met dat op boeken en het voortbestaan van podia moet gegarandeerd worden. “Er is te weinig aandacht voor Nederlands muziek. Wij hopen dit te veranderen, waardoor een beter popklimaat ontstaat. Hierdoor gaat vervolgens de kwaliteit van de muziek omhoog: een vicieuze cirkel.” In Frankrijk kennen ze een soortgelijke bescherming van de eigen markt al langer. Smidt: “Vorig jaar steeg in Frankrijk de verkoop van geluidsdragers in tegenstelling tot die in de rest van de wereld.”
Peter van Elderen van Peter Pan Speedrock ziet meer in de oprichting van een ander platform: “Er zou eens een platform moeten komen om minimaal 50% goeie muziek op de radio te krijgen. Al komt muziek uit Nieuw Zeeland of Kameroen, het maakt mij niet uit. Als er maar goeie muziek op de radio komt, want nu is het bagger.”
Muzikanten zien weinig in Muziekplatform Nederland
“De bands die het op dit moment goed doen in binnen en buiten Nederland, komen er ook wel zonder hulp”
Naar Frans voorbeeld is er nu ook in Nederland een platform dat zich bezig gaat houden om het Nederlandse muziekproduct bij politiek Den Haag op de agenda te krijgen. Het is een uniek samenwerkingsverband waar de hele branche bij betrokken is: winkels, podia, muzikanten, componisten en managers. Toch lopen muzikanten niet over van enthousiasme.