Erlend Øye is zijn Noorse woonplaats ontgroeid

“Iedereen dacht dat ik altijd een loser met een uitkering zou blijven”

Van de Noor Erlend Øye, de helft van het duo Kings Of Convenience, verscheen vorige week solodebuut Unrest. Tijdens de opnames van deze electropopplaat verhuisde hij naar Berlijn. Niet omdat dat de electrohoofdstad van de wereld is, maar omdat Berlijn zo’n handig vliegveld heeft. En om Noorwegen te ontvluchten. Sander Kerkhof sprak met hem over techno, Bergen en foute vriendjes.

“Iedereen dacht dat ik altijd een loser met een uitkering zou blijven”

Eirik Glambek Bøe kreeg al snel tabak van de vele interviews en al het reizen ten gevolge van het succes van Kings Of Convenience. En dus zat er voor zijn muzikale wederhelft, Erlend Øye, niets anders op dan aan een solo-cd begon te werken. Die kwam vorige week uit met als titel Unrest. De productie van de cd was in handen van tien verschillende producers uit diverse landen. En omdat Øye goed bereikbaar moest zijn, liet hij de Noorse kustplaats Bergen achter en verhuisde hij naar Berlijn. “Die stad heeft namelijk een aangenaam vliegveld”, aldus Øye in gesprek met Sander Kerkhof. Vorig jaar juli speelde Kings Of Convenience op een Fins festival. Zo kwam Øye voor het eerst in aanraking met electro: “Die muziek was hard, maar tegelijk ook licht. Het was voor mij nieuw en de muziek stond bol van talent. Het publiek danste alsof het een punkconcert was. Later speelde ik in het voorprogramma van die band. Ik wou meteen samen een nummer maken.” Unrest is geen ‘chill out’ ambient plaatje geworden. Immers, één Boards Of Canada lijkt Øye wel genoeg. Maar met een stem als die van de Noor kun je ook weer niet over al te harde tracks heen zingen. “Ik zoek het nu eenmaal in melodieën. Dat is nou eenmaal wat ik doe”, zegt Øye. Dat hij Bergen halverwege de cd opnames verruilde voor Berlijn had niet alleen met de bereikbaarheid en verandering van omgeving te maken. Na acht jaar deel uit te maken van de Bergense muziekscene was Øye het zat. “Iedereen dacht dat ik altijd een loser met een uitkering zou blijven. Nu heb ik succes en wil iedereen met me praten. Iedereen stelt dezelfde drie domme vragen. Dat is een slechte omgeving voor een muzikant.” “Vroeger belde ik vrienden om uit te gaan. Als ik dan niemand kon bereiken ging ik maar een beetje gitaar spelen. En wie weet schrijf je op zo'n avond een nummer. Nu heb ik in Bergen 3000 vrienden en kan ik dus nooit meer muziek maken, omdat er altijd wel iemand is om mee te drinken. Een muzikant moet alleen zijn met zijn hoofd om goeie muziek te kunnen maken.”