Denemarken als popland had het afgelopen jaar internationaal succes met The Raveonettes, Saybia, Kashmir, Junior Senior, Nu, Mew en Superheroes. Noorwegen op zijn beurt met acts als Erlend Øye, Turbonegro, Sergeant Petter en Röyksopp. Op het komende Eurosonic Festival in Groningen op 8 en 9 januari staat de volgende lichting Scandinavische acts alweer te trappelen. Denemarken met zeven acts, Noorwegen maar liefst met acht. Hoe komt het toch dat deze landen met ongeveer een derde van het aantal inwoners van Nederland internationaal zo goed scoren?
Iemand met kennis van zaken over die materie is Gunnar Madsen. Hij is al dertig jaar actief in de Deense muziekwereld. Eerst als manager, tegenwoordig is Madsen directeur van Rosa, een non-profit organisatie die de Deense muziekcultuur stimuleert. Madsen ziet drie oorzaken voor de plotselinge explosie van creativiteit: “Allereerst is er na een lange periode van ‘cocooning’ een grote behoefte van het publiek om een gezamenlijke ervaring te ondergaan. De media zijn te zeer gefragmenteerd. Samen een rockconcert bezoeken volstaat in die behoefte.” Het concertbezoek in Denemarken is de laatste jaren met dertig procent gestegen. “Verder is er altijd een commerciële noodzaak geweest om te overleven in het clubcircuit”, vervolgt Madsen. “Er vindt wel sponsoring plaats in het Deense clubcircuit, maar slechts mondjesmaat. Het succes van Aqua destijds was positief voor de scene, ondanks dat hun song Barbie Girl nog regelmatig opduikt als meest irritante liedje aller tijden. De Deense muziekindustrie werd eindelijk serieus genomen door investeerders.” Tenslotte noemt Madsen de toegenomen internationale kijk van jonge Denen: “Er bestaat weer de droom om rijk en beroemd te worden met een bandje. Of ze daarvoor naar Londen moeten verhuizen zoals Mew, maakt hen geen zier meer uit.”
Door samenwerking tussen Rosa, het Roskilde Festival en The Agency Group staan er komende Eurosonic wel zeven Deense acts: het Coldplay-achtige Kitty Wu, de catchy electropop van Carpark North, americana van Wynona, dynamische garagerock van Baby Woodrose en de gevierde singer-songwriter Tim Christensen. Het meest bijzonder zijn volgens Madsen Teitur, een folk-act van de Faröer Eilanden, en het reeds door het Amerikaanse magazine Rolling Stone geprezen theater-achtige Under Byen. “Of je loopt er mee weg, of je loopt er door weg, maar iedereen heeft er een mening over”, weet Madsen.
Naar Noorwegen dan. “Meer dan dertig Noorse acts wilden dolgraag naar Eurosonic komen, omdat ze hadden gehoord over het succes van Kaisers Orchestra daar vorig jaar”, vertelt Inger Dirdal, directrice van Noorse muziekindustrie organisatie Music Export Norway. “De Noorse muziekscene is vrij klein, wat als voordeel heeft dat iedereen elkaar kent. Dat leidt soms tot vruchtbare samenwerkingen tussen genres, die het buitenland fris in de oren klinken.” Een andere reden is dat in Noorwegen de kinderen facultatief veel naar muziekonderwijs gaan: “Daar plukken we nu de vruchten van”.
Noorwegen stuurt de electronische acts Kaada en Cloroform, singer-songwriters Ane Brun en St. Thomas, en rockbands Ricochets en Furia. Dirdals’s geheime tips zijn het easytune gezelschap Ralph Myerz & J.Herren Band, die live veel percussie gebruiken. Ook Real Ones, een jonge rockband, die traditionele Noorse muziek in haar rockgeluid verwerkt, moet volgens Dirdal speciaal zijn.
De voorverkoop voor Eurosonic begint zaterdag 6 december.
Scandinavische invasie op Eurosonic
Barbie Girl was nog niet zo slecht voor de Denen...
Komende Eurosonic op 8 en 9 januari in Groningen kent een ware invasie van Noorse en Deense acts. Hoe komt het dat deze landen internationaal zo goed scoren? Qua inwoneraantal komen ze toch maar tot een derde van Nederland?