3VOOR12 recenseert Disque Pop De La Semaine (week 49): Hell

Stoere techno voert boventoon bij electroclash zakenman

Hell is de eigenaar van het befaamde International Deejay Gigolos-label. De Duitser achter de electroclash rage verbleef maandenlang in New York voor de opnames van zijn derde album. Toch is het resultaat meer techno dan electroclash geworden.

Stoere techno voert boventoon bij electroclash zakenman

Hopelijk kan hij er zelf nog een beetje om lachen. Om die recensenten, die de plakkers 'electronic bodymusic', 'electrorock' of 'electropunk' maar weer eens uit de kast trekken om zijn derde album te beschrijven. Of heeft Hell het te druk met het oppikken van geile chicks in zijn originele jaren-zestig Ford Mustang, van modefeestje naar modefeestje rijdend? Hell - tegenwoordig zonder de toevoeging ‘DJ’- is de man van het moment. De inmiddels veertigjarige zakenman en techno DJ Helmut Geier startte in 1996 het label International Deejay Gigolos en zette zo bijna eigenhandig de electroclash rage op de rails. Opgevoed in Beieren op een dieet van Detroit techno en Chicago acid, kwam daar de Duitse hardcore house nog eens overheen. Momenteel komen Hell’s favoriete tracks van technonerd Plastikman, punkfunkers The Rapture en een remix van electronica oudgediende Fad Gadget, zo meldt zijn website, want Hell kent de mode als geen ander. Bevatte zijn vorige album Munich Machine uit 1998 nog grapjes als een verknipte Copacabana van Barry Manilow en zowaar ook een cover van The Lion Sleeps Tonight, ditmaal is het louter ernst wat de klok slaat. Hell ging voor de opnames van dit album - zoals de titel N.Y. Muscle al doet vermoeden - terug naar zijn geliefde New York. Het is een rit van een techno DJ door de underground geworden. Opener Keep On Waiting met zang van de overal opduikende bebrilde Erlend Oye van Kings Of Convenience lijkt de deur voor het ultieme electroclash album nog op een kier te zetten. Maar het is vooral de waanzinzang van Suicide’s Alan Vega, die met Listen To The Hiss en Meat The Heat zijn stempel op het album drukt. Verder is er de bijtende acid van Let No Man Jack en de cut-up Black Panther Party met versneden toespraken van zwarte leiders. Muzikaal gezien doet dat laatste denken aan Prince ten tijde van de Batman soundtrack. Enige rustpuntjes in de jachtige stad van Hell zijn het stille The Ambient Mm, en het opvallende She Regrets waarin de van oorsprong Duitse zangeres Billy Ray Martin opduikt. Hell schreef voor Martin, die hits scoorde met het Britse Electribe 101 (Talking With Myself), een vreemde ballad, die een kruising is tussen Shirley Bassey op History Repeating van The Propellerheads en Edith Piaf’s Je Ne Regrette Rien... Wie van N.Y. Muscle een gezellig electroclash album verwachtte, zal van een koude kermis thuiskomen - zij kunnen beter de verzamelaars op International Deejay Gigolos aanschaffen. Maar wie luistert met de insteek van Hell’s achtergrond, treft een gevarieerd en avontuurlijk techno-avontuur aan. Alleen volgende keer wat meer Duitse humor graag.