Nanne Tepper: Nothing Personal, Strictly Business

over de pleepot van de business

Terwijl de grote platenmaatschappijen klagen over teruglopende cd verkopen, klaagt Nanne Tepper over 'Labelbaasjes' van die maatschappijen.

over de pleepot van de business

Je kunt mij geen groter plezier doen dan een moderne directeur van een Major label op de tv de kans geven zich te beklagen over de teloorgang van de muziekindustrie. Het is meestal een snotaap van nog geen dertig, met zo'n bedrijfseconomisch hoofd en een Artikel 31 brilletje, in wiens platenkast je enkel de laatste van Sting en de Dire Straits zult aantreffen, die zich zit te beklagen over het feit dat de jeugd al z'n poen vergooit aan die vervloekte ringtones. En dit geweeklaag is dan geen gevolg van culturele wanhoop, nee, het feit dat hij de rechten van die ringtones nog niet geregeld heeft is reden voor de mans wanhoop. Zelf een doorgewinterde deler van doorgestoken kaarten – maar als iemand anders een gat in de markt vindt op hoge toon verontwaardigd doen. Let wel: dit zijn dezelfde labelbazen die ervoor zorgen dat van de nieuwe plaat van een beroemd artiest precies één recensie exemplaar naar een blad waar een slordige zeventig journalisten werken wordt verzonden in de wetenschap dat die plaat dan bij degene terechtkomt die 'echt iets met die artiest heeft'. Kopiëren die meuk, roep ik dan ook altijd uit volle borst, want home taping kills bullshit! Corruptie is zo in zwang dat de artiesten er van harte aan meewerken. Je lacht je toch een kriek als je hoort dat de nieuwe Radiohead al gelekt is via internet. Natuurlijk is dat ding gelekt! Door die quasi marxistische snotaap van een Thom Yorke zelf! Geen band die de pr zo goed geregeld heeft als deze intellectuele wannabe's. Weet niemand dan dat voor OK Computer mijnheer Yorke zijn fans om akkoordenschemaatjes vroeg omdat-ie er zelf geen een meer verzinnen kon? Is de 'nieuwe koers' van deze zwabberband nu misschien iets verklaarbaarder? En hoe slim is het om, als je je pseudo-avantgardistische apekool eindelijk op een cd hebt geperst, ter promotie een busritje voor het journaille te regelen zodat een intieme sfeer ontstaat en elke uitverkorene het niet meer in zijn kop zal halen om te zeggen dat die nieuwe plaat volkomen ruk is? Stel je voor dat je de volgende keer niet weer met Radiohead op schoolreisje mag! Dat lekken van die nieuwe plaat geeft Yorke een maand lang uitgebreide voorbeschouwingen in de NME en oeverloze discussies in de brievenrubriek van dat blad. Scheelt je miljoenen aan advertenties. Scheelt het je ook miljoenen in de verkoop? Natuurlijk niet, dat is een fabeltje van marketingstrategen. Fans willen nu eenmaal het hoesje en het bedrukte schijfje. En ook de speciale editie met bonustracks die je een maandje later op de markt kwakt. Plus natuurlijk alle singles met non-album tracks die tegenwoordig in vier of vijf verschillende versies verschijnen. Ik zou nu graag een loflied aanheffen op de mores van indieland. Maar daar is het net zo'n corrupte kolerezooi. Zo ben ik al een maand aan het mailen met de Europese labelbaas van een onafhankelijk hiphoplabeltje uit Amerika. Over een ondergrondse hype. Of ik wellicht tijdig een recensie-exemplaar kan krijgen. En zo niet, of me misschien verteld kan worden wanneer het ding eindelijk in Europa uitkomt zodat ik 'm zelf kopen kan. Journalistiek gezien is een recensie van dat ding namelijk een must. Als antwoord krijg ik de ene keer het verzoek of ik een distributeur in Nederland voor het label kan vinden. Een andere keer wordt me gevraagd naar mijn contacten met booking bureaus. Maar van die plaat geen spoor. Ja, slappe excuses over een gebrek aan promo's. Ik weet ook wel dat die allemaal naar de Britse pers gaan, want de ervaring heeft me geleerd dat het vaste land van Europa voor de meeste indielabeltjes - om welk genre het ook gaat - de pleepot van de business is, waarin enkel mislukking en ramsj gedumpt wordt. Leuk voor de bands die hier komen toeren.   Toen ik via de import vorige week eindelijk het ondergrondse meesterwerk wist aan te schaffen, mailde ik naar de Europese Labelbaas in Engeland. 'Ding terecht, recensie volgt, jullie label zuigt!' Krijg het volgende antwoord terug: 'Erg gelachen om je mailtje, maar ik zal het nu maar verklappen: ik word helemaal niet betaald voor deze baan.' Vandaar dat Labelbaasje elke week wel in een Brits radioprogramma over ditjes en datjes zit te zwetsen en altijd eregast is op elke Britse hiphopreleaseparty. Weten de bands die hij geacht wordt te vertegenwoordigen dit wel? Zal ik terugmailen dat vrijwel elke recensie die ik aan hiphop wijd mij enkel maar geld kost? Ach, fuck it. Dat de muziekindustrie steen en been klaagt doet mij enkel maar deugd. Het zijn ook altijd de rijkste bedrijven die zeuren over teruglopende verkopen, die hometaping aanklagen, die artiesten dumpen die een miljoen minder verkopen dan verwacht, die te beroerd zijn om journalisten recensie exemplaren te bezorgen (overheadkosten, weet u wel), die popanalfabeten aantrekken om contacten met de pers te onderhouden zodat ze zeker weten dat enkel bekende acts verzorgd worden (druk op 'aan iedereen' en 'iedereen' ontvangt het persbericht over de nieuwe clitoris van Janet Jackson), die geen idee hebben wat ze nu weer voor act uit de NME hebben gelepeld zodat alle promo’s in het magazijn zoekraken, en die nooit, maar dan ook nooit aan de overweging zullen willen dat de teruglopende verkopen wel eens een gevolg zouden kunnen zijn van het merkwaardige verschijnsel dat het publiek af en toe gewoon zijn pens volheeft van al die godvergeten kutmuziek.