Salon Fantasio 1: NTG houdt de deur open voor elk goed idee

Eerste Salon Fantasio discussie slaat aan

NTG en de monopolisering van de muziekijdschriftenmarkt. Dat stond centraal tijdens de eerste Salon Fantasio, een door het Nationaal Popinstituut en de VPRO georganiseerde discussiemiddag. De meningen verschilden, zoals het hoort in een goede discussie. En dus was de eerste editie van het door het Nationaal Popinstituut en de VPRO georganiseerde Salon Fantasio een succes.

Eerste Salon Fantasio discussie slaat aan

Het was de eerste van een reeks discussiemiddagen. Salon Fantasio, de plek waar journalisten, pluggers, boekers, muzikanten en programmamakers elkaar ontmoeten buiten de dagelijkse werksfeer om het nuttige met het aangename combineren: een beetje netwerken, een beetje borrelen. Het werd een interessante discussie waarin zowaar ook nog een echt nieuwtje voorbij kwam: De NTG heeft bij de Stichting Het Parool namelijk een reddingsplan ingediend dat daar goed is ontvangen. Vijf gasten voerden bijna twee uur lang het woord: Clement Postmus (directeur NTG), Paul Evers (hoofdredacteur Oor), Jan Vollaard (onafhankelijk journalist bij o.a. NRC en Vara TV-Magazine), Dries van der Schuyt (directeur Universal) en Hans Verploeg (secretaris NVJ). Vijf deskundigen die zich vooral bogen over de overname van muziekblad Oor door de NTG en de vraag of dit een vloek of een zegen is voor de popjournalistiek. Oor hoofdredacteur Paul Evers is gelukkig bij zijn nieuwe uitgever. Behalve een uitgever die veel meer voeling heeft met popmuziek, wist het blad dankzij het veranderen van drukkerij na anderhalve maand haar verlies in winst om te buigen. Geen slecht begin. Ook het feit dat het tijdschrift van vreemde eend in de bijt de grote jongen is geworden, stemt Evers begrijpelijk vrolijk. NTG-directeur Clement Postmus zette ironisch in door zijn eigen actie een vloek te noemen. Uit zijn woorden bleek vervolgens dat Postmus een harde werker is die trots is op het feit dat hij lef heeft getoond door zich te storten op de popmuziekmarkt. Lef dat hem niet slecht is bekomen. De overname van Oor is wat dat betreft een kleine kroon op zijn werk. Zelf vindt Postmus ook dat zijn uitgever nu een mooie waaier van muziektijdschriften heeft die de vele segmenten van de markt goed bedienen. Ook journalistiek moraalridder Hans Verploeg van de NVJ was tegen de verwachting in redelijk positief over de huidige situatie: “De NTG is in de deze zware tijden voor Oor zeker een zegen. Enig aandachtspunt is het redactiestatuut. Zolang dat bestaat en ook door een sterke redactie gebruikt wordt om onafhankelijkheid te waarborgen, zie ik vooralsnog geen problemen.” Echt leuk werd het pas toen NRC journalist Jan Vollaard zijn olifantenschoenen aantrok om eens door de porseleinkast van NTG te wandelen: “Oor is toch een beetje de catalogus van de muziekindustrie en geen gids voor nieuwe dingen. De vervlakking treedt onvermijdelijk op. Het flirten met de commercie, dat zal uiteindelijk keihard terugkomen. Nu al verzetten veel mensen zich hier tegen en zal niet lang duren voor een tweede punkbeweging eraan komt. Voor mijn krant is dat een zegen. De lezers zullen uiteindelijk weggejaagd worden naar ons toe.” Genoeg stof om elkaar eens flink over in de haren te vliegen. Woordelijk welteverstaan. Want zoals Postmus in zijn slotwoord heel raak vertelt: “We zitten toch met zijn allen in deze popindustrie. Laten we elkaar niet de hele tijd afzeiken, maar ook eens een positief geluid horen.” En om het goede voorbeeld te geven, komt hij (onbewust?) meteen met een belofte en uitnodiging voor iedereen die zich aangesproken voelt: “Als we met zijn allen naar een betere popjournalistiek willen, dan moeten we met ideeën komen. En als het een goed idee is, heeft de NTG daar altijd oor naar.”