Nederlandse clipmakers spelen op safe

“Je kunt in Nederland niet teveel geld in een clip steken, want het is bijna niet terug te verdienen”

Het is voor Nederlandse bands niet makkelijk om hun clip gedraaid te krijgen op onze nationale muziekzenders. Grote acts lukt het meestal wel, maar voor de kleintjes is het lastiger. Clipmakers moeten ook rekening houden met de eisen van de machtige clipzenders. En de markt is klein, dus budgetten blijven beperkt.

“Je kunt in Nederland niet teveel geld in een clip steken, want het is bijna niet terug te verdienen”

Een goed idee is het halve werk. De 'tietenclip' van Bastian bijvoorbeeld, de vallende tuinkabouters van Johan of de cardboard-figuren van Coparck. Maar het zijn uitzonderingen op de regel. De clipzenders regeren in videoland. Niet te moeilijk, goed van kwaliteit en niet te duur, zo luidt het devies. Marco Grandia maakte clips voor Brainpower en Beef en kent wel wat voorwaarden die worden gesteld aan de huidige videoclip. “De kwaliteit moet goed zijn. De minimale vereiste is om op film te draaien. Video wordt gewoon niet meer geaccepteerd.” Ook het budget moet voldoende zijn om de kwaliteit te behouden. “Voor minder dan 20.000 euro ga ik geen clip maken. Er wordt veel geld weggegooid doordat mensen voor 5000 euro een video maken. Voor dat bedrag maak je niets fatsoenlijks, dat ziet er te goedkoop en amateuristisch uit.” Pieter Aarts, ontwerper bij Fabrique, het bureau dat clips maakte voor onder meer Abel en Hallo Venray, vindt dat geld niet altijd een voorwaarde is voor een goede clip. “Met meer geld hoef je niet persé een mooiere clip te maken, het is veel beter om een goed idee te hebben. Probleem is gewoon dat er twee stromingen zijn. Je hebt de artiesten die belangrijk voor maatschappijen zijn en waarvoor veel geld beschikbaar is en je hebt een onderstroming van onbekendere acts, waarvan je nog maar moet afwachten wat je binnensleept qua geld. Dan moet je met weinig middelen wat moois maken en dat is soms knap ingewikkeld.” Coparck is zo’n band die zich er wel degelijk van bewust is dat een clip de aandacht moet trekken. Zanger Odilo Zjiro: “Een goede clip is soms belangrijker dan de muziek. Wij merken ook dat er wel bepaalde regels zijn ja, zoals het materiaal waarmee je de clip opneemt. Het beperkt je artistieke vrijheden. Het muzikale klimaat op die zenders is helaas erg triest. Veel clipmakers spelen op safe.” Het effect daarvan zien we dagelijks op tv. Enkel een commerciële clip, met hier en daar een skater, tiet of kont lijkt nog een kans te hebben. Jonathan Weyland, regisseur en producer van clips voor onder andere Kane en 16 Down: “Het enige doel dat een clip heeft is om zoveel mogelijk singles of albums te verkopen. Daar moet je dan ook naar handelen. Maar zonder geld kan ik geen goede clip maken." En dat geld lijkt men binnen de kleine Nederlandse markt meestal niet voor een clip over te hebben. Grandia: “Je kunt in Nederland niet teveel geld in een clip steken, want het is bijna niet terug te verdienen.”